Mobiele menu

Thema 6. What Works for Severe Parenting Problems/Multiproblem Families - hoofdstudie.

Projectomschrijving

Om gezinnen met zware opvoedproblemen of multiprobleemgezinnen (ZOP&MPG) te helpen zijn
veel interventies beschikbaar. Dit project heeft onderzocht welke elementen van die interventies
effectief zijn.

Ondanks de hoge mate van overlap tussen inhoudelijke elementen van interventies
(80%) hebben we drie profielen van toegepaste inhoudelijke elementen geïdentificeerd: een
ondersteunend/verkennend, een actiegericht profiel en een combinatie van beide. De effectiviteit
van profielen van toegepaste inhoudelijke elementen verschilden niet in de hele groep van
ZOP&MPG, maar wel in subgroepen binnen ZOP&MPG.

Dit project toont aan dat meer kennis over de effectiviteit van inhoudelijke en structuurelementen van interventies voor ZOP&MPG belangrijk is om te bepalen welk type hulp leidt tot de beste uitkomsten en voor welk type gezin. Deze kennis draagt bij aan het bieden van flexibele, goed onderbouwde hulp aan deze kwetsbare gezinnen.

Dit project is een vervolg op project 729300006.

Meer informatie

In dit interview vertelt de projectleider hoe er binnen het consortium op innovatieve wijze gewerkt wordt aan effectonderzoek op het betreffende thema en hoe dit bijdraagt aan een nog effectievere praktijk en betere hulp voor kinderen en gezinnen.

Producten

Titel: Opening the black box of interventions targeting families with multiple problems: the development of a taxonomy
Auteur: Visscher L, Evenboer KE, Jansen DEMC, Scholte RHJ, Knot-Dickscheit J, Veerman JW, Reijneveld SA, van Yperen TA
Titel: Interventions for families with multiple problems: Insight into similarities and differences
Auteur: Visscher, L.
Titel: Werkzame elementen in de hulp aan jeugdigen en ouders
Auteur: Visscher L, Verhage V
Titel: Interventionsfor families with multiple problems: Insight into similarities and differences
Auteur: Visscher L
Titel: Elements of care that matter. A qualitative study on perspectives of adolescents and parents
Auteur: Visscher, L.
Titel: Effective elements of care for families with severe parenting problems and multiple problems: A quasi-experimental study.
Auteur: Visscher, L.
Titel: Wat werkt voor gezinnen met zware opvoedproblemen en multiprobleemgezinnen (ZOP&MPG)?
Auteur: Visscher L, Evenboer KE
Titel: Op weg naar meer kennis over wat werkt voormultiprobleemgezinnen (MPG)
Auteur: Visscher L
Titel: Gebiedsgericht werken en gezondheidsverschillen
Auteur: Reijneveld, S.A.
Titel: From research findings to usable tools in daily practice of care for families with severe parenting problems and families with multiple problems
Auteur: Visscher, L.
Titel: Animatiefilmpje resultaten onderzoek
Auteur: consortium zware opvoedproblemen en multiprobleemgezinnen
Link: https://www.youtube.com/watch?v=X3cETl1dQv8&t=1s
Titel: Werkzame elementen in het werken met gezinnen met meervoudige en complexe problemen
Auteur: van Yperen, T. A., Scholte, R. H. J., & Visscher, L.
Titel: Effecten van interventies voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen: nationaal onderzoek
Auteur: Evenboer, K.E., Jansen, D.E.M.C. & Reijneveld, S.A.
Titel: Verrichtingen in de hulpverlening aan gezinnen in multiprobleemsituaties
Auteur: Evenboer, K.E. & Tausendfreund, T.
Titel: Interventions for families with multiple problems: Similar contents but divergent formats
Auteur: Visscher, Loraine, Jansen, Danielle E. M. C., Evenboer, K. Els, Yperen, Tom A., Reijneveld, Sijmen A., Scholte, Ron H. J.
Magazine: Child & Family Social Work
Titel: Identifying practice and program elements of interventions for families with multiple problems: The development of a taxonomy
Auteur: Visscher, L., Evenboer, K.E., Jansen, D.E.M.C., Scholte, R.H.J., Knot-Dickscheit, J., Veerman, J.W., Reijneveld, S.A., van Yperen, T.A.
Magazine: Children & Youth Services Review
Titel: Elucidating care for families with multiple problems in routine practice: Self-registered practice and program elements of practitioners
Auteur: Visscher, L., Evenboer, K.E., Scholte, R.H.J., van Yperen, T.A., Knot-Dickscheit, J., Jansen, D.E.M.C., Reijneveld, S.A.
Magazine: Children & Youth Services Review
Titel: Taxonomie voor interventies gericht op Gezinnen met Meervoudige en Complexe Problemen
Auteur: Visscher L, Evenboer KE, Knot-Dickscheit J, Veerman JW, van Yperen TA, Sondeijker F, Scholte RHJ, Reijneveld SA, Jansen DEMC.
Titel: Praatplaat: hoe versterken we de hulp aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen?
Auteur: Consortium zware opvoedproblemen en multiprobleemgezinnen
Titel: De inhoud van interventies voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen in de dagelijkse praktijk
Auteur: Visscher, L., Evenboer , K.E., Scholte, R.H.J., Van Yperen, T.A., Knot Dickscheit, J., Jansen , D.E.M.C. & Reijneveld , S.A.
Titel: Goede hulp voor gezinnen: Resultaten van gesprekken met 24 ouders en 4 jongeren over hun ervaringen met de hulp die zij hebben gehad
Auteur: Visscher, L., Jansen, D.E.M.C.1, Scholte, R.H.J., van Yperen, T.A., Evenboer, K.E. & Reijneveld, S.A.
Titel: Waaier: Werkzame elementen in de hulp aan gezinnen met meervoudige problemen het perspectief van gezinnen
Auteur: Consortium zware opvoedproblemen en multiprobleemgezinnen
Titel: Een kijkje achter het label: overeenkomsten en verschillen tussen interventies voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen
Auteur: Visscher, L., Jansen, D.E.M.C., Evenboer, K.E., Van Yperen, T.A., Reijneveld, S.A., & Scholte, R.H.J.
Titel: Effectiviteit van elementen binnen interventies voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen
Auteur: Visscher, L., Reijneveld, S.A., Knot-Dickscheit, J., Van Yperen, T.A., Scholte, R.H.J., Delsing, M.J.M.H., Evenboer, K.E., & Jansen, D.E.M.C.
Titel: Hoe brengen we de hulpverlening aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen in kaart? De ontwikkeling van een taxonomie
Auteur: Visscher, L., Evenboer, K.E., Jansen, D.E.M.C., Scholte, R.H.J., Knot-Dickscheit, J., Veerman, J.W., Reijneveld, S.A. & van Yperen, T.A.
Titel: Werkzame elementen in de hulp aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen: kennisbundel voor hogescholen en universiteiten
Auteur: Consortium zware opvoedproblemen en multiprobleemgezinnen

Verslagen


Eindverslag

Om gezinnen met zware opvoedproblemen of multiprobleemgezinnen (ZOP&MPG) te helpen zijn veel interventies beschikbaar. Dit project heeft onderzocht welke elementen effectief zijn van interventies waarvan is aangetoond dat ze als interventie effectief zijn in de Nederlandse jeugdhulp. De overlap tussen inhoudelijke elementen van interventies blijkt hoog te zijn, de inhoud is voor ongeveer 80% hetzelfde. Op basis van de verschillen hebben we drie zorgprofielen van toegepaste inhoudelijke elementen geïdentificeerd: een ondersteunend/verkennend zorgprofiel, een actiegericht zorgprofiel en een gecombineerd zorgprofiel. Deze zorgprofielen verschillen in de intensiteit waarin elementen zijn aangeboden en de focus van die elementen. De verschillen in toegepaste inhoudelijke elementen binnen de zorgprofielen leidden niet tot verschillen in effectiviteit voor de hele groep van ZOP&MPG, maar wel voor subgroepen daarbinnen. Daarnaast bleken structuurelementen, de manier waarop de zorg wordt aangeboden, zoals frequent telefonisch contact tussen hulpverlener en gezin of intervisie voor de hulpverlener de hulp aan ZOP&MPG effectiever te maken. Dit project toont aan dat meer kennis over de effectiviteit van inhoudelijke en structuurelementen van interventies voor ZOP&MPG kan helpen om te bepalen welk type hulp leidt tot de beste uitkomsten voor welk type gezin. Deze kennis draagt bij aan het bieden van flexibele, goed onderbouwde hulp aan deze kwetsbare gezinnen.

What Works for Severe Parenting Problems/Multiproblem Families (W2-Severe Parenting Problems/Multiproblem Families). hoofdstudie.

Dit project heeft als doel het indikken van het aantal interventies uit de Databank Effectieve Interventies (DEI) dat is gericht op zware opvoedproblemen (ZOP) en multiprobleemgezinnen (MPG). Het project levert kennis op over de effectiviteit van (combinaties van) elementen voor (sub)doelgroepen binnen ZOP en MPG. Gedurende het afgelopen jaar zijn via instellingen, verspreid over heel Nederland, ouders, jongeren (>12 jaar) en hun hulpverleners gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. Vanuit deze drie soorten informanten verzamelen we op gezette tijden kwantitatieve en kwalitatieve kennis over de typen problemen die gezinnen ervaren, de hulpverlening die wordt aangeboden en de uitkomsten na afloop van de interventie. Op deze manier proberen we een beter beeld te krijgen bij wat werkt voor wie, om de hulpverlening optimaler te kunnen laten aansluiten bij de behoeftes van gezinnen met zware opvoedproblemen of multiprobleemgezinnen. Bij het interpreteren van de resultaten en het meedenken over de implicaties hiervan worden jongeren, ouders en professionals ook betrokken.

Samenvatting van de aanvraag

Dit project heeft als doel het indikken van het aantal interventies uit de Databank Effectieve Interventies (DEI) dat is gericht op zware opvoedproblemen (ZOP) en multiprobleemgezinnen (MPG). Het project levert kennis op over de effectiviteit van interventies en (combinaties van) werkzame elementen. Het project heeft de volgende doelstellingen: 1.Het onderscheiden van (combinaties van) potentieel werkzame elementen 2.Het vergroten van empirische kennis over de (kosten)effectiviteit van deze interventies en (combinaties van) potentieel werkzame elementen 3.Het op basis van voorgaande identificeren van de meest effectieve interventies voor ZOP/MPG. Het project bouwt voort op de bevindingen van de eerder uitgevoerde fase 1. Deze bevindingen zijn dat er voor acht interventies aanwijzingen zijn voor effectiviteit bij ZOP/MPG. In het algemeen was de kennis over effectiviteit van de in Nederland beschikbare interventies beperkt van omvang en kwaliteit. Om de eerste doelstelling te bereiken worden de volgende acties ondernomen: a. Nagaan welke (combinaties van) potentieel werkzame elementen deel uit maken van de acht – uit fase 1 – geselecteerde interventies voor ZOP/MPG. Aan de hand van de generieke taxonomie scoren getrainde professionals de interventies op basis van de beschrijvingen en handleidingen. b. Verkorten van de generieke taxonomie. Alle elementen uit de generieke taxonomie die niet in één van de acht geselecteerde interventies voorkomen worden geëxcludeerd zodat een verkorte taxonomie ontstaat. c. Een veldraadpleging van de betrokken (veld)organisaties om consensus te bereiken over de volledigheid van de set van veel voorkomende (combinaties van) potentieel werkzame elementen en over de inhoud van de ingekorte taxonomie. Hiervoor zal een Delphi-methode worden gehanteerd. De tweede doelstelling betreft het vergroten van de empirische kennis over de effectiviteit van deze interventies en (combinaties van) potentieel werkzame elementen. Hiervoor a. voeren we een mega-analyse uit van bestaande databestanden uit drie bronnen. Bronnen zijn de kenniscentra van de betrokken interventies, de betrokken veldinstellingen en de betrokken onderzoeksgroepen. In de mega-analyse wordt met deze bestanden nagegaan welke elementen uit interventies feitelijk samenhangen met een groter effect. In de analyses worden zowel cliëntkenmerken als uitvoeringskenmerken mee genomen. Deze stap levert inzicht in de effectiviteit van interventies en (combinaties van) werkzame elementen, inzicht in de gehanteerde meetconcepten en meetinstrumenten (en hoe deze conceptueel en statistisch gegroepeerd kunnen worden) en inzicht in hoe bestaande databestanden aangepast of aangevuld zouden moeten worden. b. doen we een quasi-experimenteel onderzoek om de empirische kennis over (combinaties van) werkzame elementen voor ZOP/MPG te vergroten. Er is voor een quasi-experimentele opzet (effectiviteitsonderzoek zonder random toewijzing van cases) gekozen omdat het random toewijzen van gezinnen waarin sprake is van ZOP/MPG niet haalbaar is in de beschikbare tijd, gegeven bevindingen uit eerder onderzoek, en er wel extra gegevens nodig zijn. Daarom worden observationele gegevens verzameld onder cliënten die de acht geselecteerde interventies aangeboden krijgen. Met propensity score matching worden groepen gemaakt die vergelijkbaar zijn qua prognose, blijkend uit een zelfde propensity-score. Het effect van interventies c.q. potentieel werkzame elementen zal worden bepaald door binnen een groep jongeren/gezinnen met een zelfde propensity-score een vergelijking te maken van de uitkomsten voor hen die wel of niet een bepaalde interventie c.q. bepaalde potentieel werkzame elementen ontvingen. Deze analysemethode levert informatie op over de effecten van (potentieel) werkzame elementen en combinaties van deze elementen. Daarbij worden twee soorten analyses uitgevoerd namelijk dosis response analyses en analyses op combinaties van elementen. c. Tot slot wordt een kosteneffectiviteitsonderzoek uitgevoerd om (aanvullende) informatie te verkrijgen over de kosteneffectiviteit van de interventies. De derde doelstelling is het op basis van voorgaande identificeren van de meest effectieve interventies en/of (combinaties van) werkzame elementen gericht op ZOP/MPG. Op basis van de bevindingen uit de voorgaande stappen zullen een of meer ‘ideale interventies’ worden geconstrueerd, waarschijnlijk één voor MPG en één voor ZOP. De basis hiervoor is het empirisch onderzoek bij jongeren en gezinnen. Vervolgens zullen de overige 22 interventies in de DEI die zijn gericht op ZOP/MPG worden gescreend op de mate waarin deze het prototype benaderen. Interventies die weinig overeenkomsten vertonen met deze ´ideale prototypes´ voor MPG en zware opvoedproblemen kunnen dan verwijderd worden uit de DEI. Dit resulteert in een ingedikte DEI met effectieve interventies specifiek gericht op ZOP/MPG.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
729300016
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. D.E.M.C. Jansen
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Groningen