Het doel van dit onderzoek was om met een randomized controlled trial de (kosten)effectiviteit van EK-c’s na te gaan in termen van verbeterde kindveiligheid, versterking van het sociaal netwerk en empowerment van ouders, en reductie van professionele begeleiding en behandeling.
Samenvattend blijkt dat wanneer een EK-c standaard wordt aangeboden in het begin van het jeugdbeschermingstraject, in maar een klein deel van de gezinnen (27 procent) een conferentie daadwerkelijk tot stand komt. De gezinnen waar wel een conferentie was georganiseerd waren over het algemeen positief over de manier waarop dit was georganiseerd en over de conferentie zelf. De resultaten van de effectstudie laten vervolgens zien dat één maand na het tot stand komen van een hulpverleningsplan ouders in de EK-c groep aangaven meer steunbronnen te ervaren dan ouders in de controlegroep. Dit verschil was na drie en zes maanden niet meer zichtbaar. Wel hadden ouders in de EK-c groep na zes maanden meer vertrouwen in hun opvoedersrol dan ouders in de controlegroep. Verder neemt in beide groepen de veiligheid van kinderen in het gezin toe. De toevoeging van een EK-c zorgt hierbij niet voor meer, maar ook niet voor minder veiligheid dan de reguliere aanpak. Wat betreft de duur van het Jeugdbeschermingstraject bleek dat gezinnen in de EK-c groep langer begeleid worden door Jeugdbescherming dan gezinnen in de controlegroep. Tenslotte is gekeken of de kosten van een EK-c-traject opwegen tegen de opbrengsten. De uitkomst is dat de toevoeging van EK-c niet kosteneffectief is vergeleken met de reguliere aanpak.