Het programma Veilig opgroeien bestaat uit een deelprogramma kindermishandeling en een deelprogramma Loverboys. Het deelprogramma kindermishandeling loopt sinds 2016. In 2018 is daar een aanvullende opdracht voor zorg voor slachtoffers van loverboys als deelprogramma aan toegevoegd.
De zorg voor slachtoffers van seksuele uitbuiting verder verbeteren om zelfstandigheid en regie over eigen leven te bevorderen, schade te beperken en terugval te voorkomen. Dat is het doel van dit deelprogramma. De resultaten leveren handvatten op waar de praktijk behoefte aan heeft. Opbrengsten moeten professionals zo toerusten, dat ze ouders en kinderen beter kunnen helpen.
Het doel van het ZonMw-deelprogramma Kindermishandeling is het bevorderen van het voorkómen, signaleren, stoppen en behandelen van (de gevolgen van) kindermishandeling door:
De inhoudelijk richting van het ZonMw-programma kindermishandeling is gebaseerd op de Onderzoeksagenda Effectiviteitsonderzoek kindermishandeling. De onderzoeksagenda is een initiatief van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik en ZonMw. Met input van interviews, een veldraadpleging en een bijeenkomst met experts uit onderzoek, praktijk en beleid vanuit verschillende sectoren is in maart 2016 een breed gedragen onderzoeksagenda tot stand gekomen. Deze onderzoeksagenda vormt de basis voor een meerjarig wetenschappelijk onderzoeksprogramma kindermishandeling.
In dit deelprogramma wordt de definitie van kindermishandeling uit de Jeugdwet gehanteerd: 'Elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouder of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel'.
De definitie is zo opgesteld dat deze meerdere vormen van kindermishandeling omvat:
In de praktijk komen in een gezin waarin één of meer kinderen mishandeld worden, vaak verscheidene vormen tegelijk voor.
Het deelprogramma richt zich op (potentiële) slachtoffers van kindermishandeling, ouders (zowel plegers als niet-mishandelende ouders in het gezin) en plegers in het algemeen. Het aanpassen en inrichten van de infrastructuur (zoals hoe organiseer je Veilig Thuis in een bepaalde regio) valt buiten dit programma. De huidige structuren dienen als kader waarbinnen het onderzoek uitgevoerd dient te worden.
Meer weten over kindermishandeling? Bekijk onze themapagina Kindermishandeling.