Mobiele menu

Implementation of the external cephalic version in breech delivery.

Projectomschrijving

De meeste kinderen liggen rond de achtste maand van de zwangerschap met het hoofd naar beneden (hoofdligging). In 3-4% van de zwangerschappen ligt het kind juist met het hoofd naar boven (stuitligging). Een uitwendige behandeling is het keren van het kind in de baarmoeder via druk op de buik. Omdat zo een stuitligging bij de bevalling voorkomen kan worden, wordt dit aanbevolen bij alle zwangeren met een stuitligging. Het blijkt dat in de praktijk echter slechts 1 op de 2 vrouwen deze behandeling ondergaat.
Het doel van dit project is om te onderzoeken hoe het komt dat niet alle vrouwen een uitwendige versie krijgen. Met de bevindingen van dit onderzoek zal een strategie worden ontwikkeld en geëvalueerd om het aantal uitwendige versies te verhogen. Deze strategie zal zich met name richten op goede voorlichting van zwangeren door zorgverleners.  Van de implementatie interventie wordt de kosten-effectiviteit berekend. Het onderzoek zal worden uitgevoerd in verloskundigenpraktijken en gynaecologische praktijken in en rondom 24 ziekenhuizen.

Producten

Titel: Contraindications for external cephalic version in breech position at term: a systematic review
Auteur: Rosman AN, Guijt A, Vlemmix F, Rijnders M, Mol BW, Kok M.
Magazine: Acta Obstetricia et Gynecologica Scandinavica
Titel: Implementation of the external cephalic version in breech delivery. Dutch national implementation study of external cephalic version.
Auteur: Vlemmix F, Rosman AN, Fleuren MA, Rijnders ME, Beuckens A, Haak MC, Akerboom BM, Bais JM, Kuppens SM, Papatsonis DN, Opmeer BC, van der Post JA, Mol BW, Kok M.
Magazine: BMC Pregnancy and Childbirth
Titel: Decision aids to improve informed decision making in pregnancy care: a systematic review.
Auteur: Vlemmix F, Warendorf JK, Rosman AN, Kok M, Mol BW, Morris JM, Nassar N
Magazine: BJOG-International Journal of Obstetrics and Gynaecology
Titel: Why do patients opt for or refuse external cephalic version in breech position and how care providers can help to make a supported decision.
Titel: Patients’and professionals’barriers and facilitators to external cephalic version for breech presentation at term, a qualitative analysis.
Titel: Improving the implementation of external cephalic version in breech position.
Titel: Factors associated with adherence to the guideline recommendation for external cephalic version in women with a breech presentation at term.
Titel: Facilitators and barriers to external cephalic version for breech presentation at term among health care providers in the Netherlands, a quantitavie analysis
Titel: Implementation strategies to improve ECV in the Dutch clinical practice, a randomised controlled trial.
Titel: Systematic review about the contraindications for external cephalic version in breech position at term
Titel: Implementation strategies to improve ECV in the Dutch clinical practice, a randomised controlled trial.
Titel: Implementation strategies to improve ECV in the Dutch clinical practice, a randomised controlled trial.
Titel: The use of contra indications for ECV in the Netherlands.

Verslagen


Eindverslag

Duur: 4 jaar
Aantal fasen : 3
De eerste fase bestond uit een determinanten analyse waarin potentiële belemmerende en bevorderende factoren voor uitwendige versie werden geïdentificeerd. De resultaten van de determinantenanalyse werden gebruikt om nieuwe implementatie strategieën te ontwikkelen (fase 2), waarvan het effect op het aantal uitwendige versies werd onderzocht in een cluster gerandomiseerde klinische trial met een factorieel design (fase 3).
De primaire uitkomstmaat voor de trial was het aantal zwangere vrouwen dat een uitwendige versie onderging. Secundaire uitkomstmaten waren het aantal gecounselde cliënten, het aantal cliënten dat koos voor een uitwendige versie, kennis van de cliënt over de uitwendige versie en ‘decisional conflict’. Daarnaast werden de complicaties van de uitwendige versie en de uitkomst van de partus geregistreerd.
De resultaten van de studie waren dat geen van de geïmplementeerde strategieën in de trial een significante verbetering gaf van het aantal vrouwen dat een versiepoging onderging, dan wel een verbetering van het kennisniveau of een verlaging van het decisional conflict score. Wel nam het absolute aantal versiepogingen t.o.v. een verrichte nulmeting voorafgaand aan de studie significant toe.
Er bleek grote interregionale verschillen te bestaan in het aantal vrouwen dat in aanmerking kwam voor een uitwendige versie en dat voor een versiepoging koos. Dit wijst erop dat regio specifieke belemmerende en bevorderende factoren mogelijk van groter belang zijn en dat op maat gemaakte implementatie strategieën mogelijk een groter effect op de verbetering van de zorg in een regio kunnen hebben.

Dit is het voortgangsverslag van de laatste fase van een studie getiteld ‘Implementation of the external cephalic version in breech presentation’ (ZonMW 80-82315-98-09011). De studie duurt drie jaar en kent in totaal drie fases.
In de eerste fase is een determinanten analyse uitgevoerd. Er werden focus groep interviews gehouden en een online vragenlijst afgenomen onder verloskundigen en gynaecologen, alsmede interviews met cliënten om potentiële belemmerende en bevorderende factoren voor uitwendige versie (externe cephale versie, ECV) te identificeren. Potentiële bevorderende factoren voor cliënten waren tijdige objectieve informatie, een ervaren hulpverlener, waarbij reisafstand niet van belang werd geacht. Verder zou illustrerend materiaal bij de voorlichting bevorderend kunnen zijn. Potentieel belemmerende factoren waren angst voor schade aan de baby en pijn. Voorts weegt de mening van partner en familieleden zwaar bij de beslissing wel of geen versie te laten uitvoeren.
Potentiële bevorderende factoren voor zorgverleners waren onder andere een positieve attitude ten opzichte van uitwendige versie, directe feedback naar de verwijzend zorgverlener, over voldoende kennis en kunde beschikken voor de counseling van cliënten voor ECV en eenduidigheid over contra indicaties. Potentieel belemmerende factoren waren tijd en financiering.
In de tweede fase werden de resultaten van de determinanten analyse gebruikt om een implementatie strategie te ontwikkelen met informatie voor cliënten en zorgverleners. Deze strategie zal geëvalueerd worden in een cluster gerandomiseerde klinische trial. Bovendien wordt de invloed van organisatie van zorg meegenomen als deel van de implementatie strategie.

Samenvatting van de aanvraag

PROBLEM: Breech presentation occurs in 3-4 % of al term pregnancies. External cephalic version is an intervention to prevent breech position at delivery and is therefore advised in guidelines for qynaecologists and midwives. The implementation of external cephalic version is at maximum 70 %, but probably less, and success rates of ECV are only 40%. The aim of the present study is to identify both impeding as well as facilitating factors and to develop and evaluate an implementation strategy based on proper counselling of pregnant women and their care providers. STUDY DESIGN: During the first phase of the project we will identify both facilitating as well as impeding factors. Subsequently we will identify an implementation strategy focused on counselling of pregnant women with a child in breech position and counselling of their health care providers. In the third phase of the project we will evaluate in a randomized clinical trial the effectiveness of the developed strategy. STUDY POPULATION: The study will be performed in 32 of the 100 Dutch hospitals. INTERVENTION TO BE IMPLEMENTED: External cephalic version in breech position. IMPLEMENTATION STRATEGY: We will evaluate whether improvement of counselling of pregnant women and improvement of counselling of health care providers leads to an increase of external cephalic version. OUTCOME MEASURE: Primary: the number of patients that undergo an external cephalic version procedure. Secondary: We will look at the number of babies in cephalic position at delivery. Complications as a consequence of external cephalic version and the number of Caesarean sections as well as perinatal condition of mother and child. We will also assess the cost effectiveness of implementation strategies. STUDY DURATION: 3 years IMPLEMENTATIEDOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAAGSTELLING: Stuitligging komt in 3-4 % van alle à terme zwangerschappen voor. Uitwendige versie is een bewezen effectieve methode om stuitligging bij de bevalling te voorkomen, en wordt daarom geadviseerd in richtlijnen voor gynaecologen en verloskundigen. Het percentage zwangeren met een kind in stuitligging dat een de uitwendige versie laat uitvoeren is hooguit 70 %, terwijl het aantal versies dat slaagt ongeveer 40% is. Uiteindelijk wordt dus maar bij 28% van de zwangerschappen met stuitligging het kind gedraaid. Het doel van het project is om belemmerende en bevorderende factoren te evalueren, en een implementatiestrategie te ontwikkelen en evalueren gericht op goede voorlichting van zwangeren door zorgverleners. STUDIEPOPULATIE: Met een steekproef van verloskundigenpraktijken en gynaecologische praktijken in en rondom 32 ziekenhuizen kan geëvalueerd worden of de implementatiestrategie leidt tot een toename van het aantal vrouwen dat een versie ondergaat van 70% naar 90%. IMPLEMENTATIE STRATEGIE: Naar verwachting zijn de belangrijkste factoren die de uitwendige versie belemmeren kennis (bij zwangeren) en attitude ten aanzien van een versie (bij zwangeren en verloskundige zorgverleners). Daarom zal de invoerstrategie in ieder geval bestaan uit gestructureerde voorlichting aan zwangeren door getrainde zorgverleners en informatievoorziening aan verloskundige zorgverleners. Op basis van de interviews zal de invoerstrategie verder vormgegeven worden. STUDIE OPZET: In de eerste fase van het project worden semi-gestructureerde interviews uitgevoerd met zowel patiënten als professionals om factoren in kaart te brengen die de invoering van de uitwendige versie belemmeren en/of bevorderen. in de tweede fase zal een invoerstrategie ontwikkeld worden die aangrijpt op de relevante factoren. Deze zal gericht op zijn zowel de zwangere als de verloskundige / gynaecoloog. n de derde fase wordt in een gerandomiseerde trial onderzocht wordt wat de kosten-effectiviteit van deze strategie. De effectiviteit zal worden gerelateerd aan de kosten van de invoering. UITKOMSTMATEN EN PROCESINDICATOREN: Er wordt gekeken naar het percentage zwangeren met een a terme zwangerschap en een kind in stuitligging • waarbij een versie is aangeboden (door de verloskundige. • dat een versie laat uitvoeren. • waarbij een versiepoging is uitgevoerd. • waarbij een versiepoging na een mislukte versie nogmaals wordt gepland. • waarbij de versie succesvol verlopen is. Primair eindpunt is het aantal patiënten met een a terme zwangerschap en een kind in stuitligging dat een versiepoging ondergaat. Secundaire eindpunten zijn het aantal kinderen dat tijdens de bevalling in hoofdligging ligt, complicaties als gevolg van de versie en het aantal sectio’s alsmede de perinatale conditie van moeder en kind. Van de implementatie interventie wordt de kosten-effectiviteit berekend. Er zal een procesevaluatie plaatsvinden, onder andere naar de redenen van het wel/niet werken van de invoerstrategie, en naar de relatie tussen organisatie van zorg en het slagingspercentage van de versie. TIJDPAD: 3 jaar

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
170993006
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2012
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. B.W.J. Mol
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC