Significant others in economic evaluations
Projectomschrijving
Een veelgebruikte methode om tot de waarden van een’ voor kwaliteit gecorrigeerd levensjaar’ (QALY) te komen is de Time Trade-Off (TTO) methode. We weten niet precies waar mensen tijdens het waarderen van gezondheidstoestanden aan denken; of ze bijvoorbeeld denken aan de invloed van gezondheid op hun naasten. Dit is belangrijk omdat we willen weten wat we precies meten in een QALY.
Onderzoek
In deze studie is in een grote steekproef, onderzocht of en hoe mensen aan naasten denken en wat de invloed daarvan is op de waarderingen van gezondheidstoestanden.
Resultaten
54% van de respondenten dacht aan hun naasten tijdens het waarderen. Het denken aan negatieve effecten van ziekte op naasten had een significant verlagend effect op TTO-scores. Het denken aan negatieve effecten van gemist worden verhoogde de scores. Hierdoor was er gemiddeld geen effect op gezondheidswaarderingen. Effecten op naasten zouden daarom buiten de QALY moeten worden gemeten en gewaardeerd.
Verslagen
Eindverslag
De in economische evaluaties gebruikte QALY scores zijn over het algemeen afgeleid van gezondheidswaarderingen verkregen met methoden zoals de Time Trade-off (TTO) methode. Er is nog weinig onderzoek verricht naar de vraag of de effecten van (verminderde) gezondheid en (verkorte) levensduur op naasten een rol spelen binnen gezondheidswaarderingen. Het belang van het meenemen van deze effecten op naasten in economische evaluaties is erkend; om dubbeltellingen te voorkomen is het echter essentieel om te weten of respondenten de effecten op naasten al mee nemen in hun TTO gezondheidswaarderingen. Indien dat zo is, is het belangrijk om te weten hoe dit gezondheidswaarderingen beïnvloedt. Deze studie had als doel te onderzoeken of respondenten ‘naasten effecten’ meenemen in TTOs en hoe dit waarderingen beïnvloedt. Tevens is onderzocht wat het effect is van expliciete instructies om ‘naasten effecten’ te includeren/excluderen en wat het effect is van het verstrekken van expliciete informatie over naasten effecten.
Voor deze studie is er een internet vragenlijst verspreid onder een grote groep mensen van het algemene Nederlandse publiek. De respondenten werd gevraagd om vier EQ5D gezondheidstoestanden te waarderen met behulp van TTO. Respondenten werd gevraagd of zij de effecten op naasten hadden geïncludeerd, of zij werden expliciet gevraagd deze effecten te includeren of te excluderen, of zij kregen expliciete informatie over deze effecten. Respondenten die de effecten op naasten hadden geïncludeerd werd verder gevraagd om aan te geven aan welk type effect zij voornamelijk hadden gedacht.
1690 respondenten hebben de vragenlijst ingevuld. Hiervan waren er 1447 geschikt voor verdere analyse. 54% van de respondenten die geen expliciete instructie of informatie hadden ontvangen gaven aan spontaan te hebben gedacht aan de effecten op naasten. De inclusie van deze effecten leidde gemiddeld genomen niet tot andere gezondheidswaarderingen. Echter, respondenten die de effecten op naasten hadden meegenomen en vooral hadden gedacht aan het effect van gemist worden (met andere woorden respondenten die focusten op levensduur) gaven de minste jaren op in de TTOs. Respondenten die voornamelijk dachten aan een last zijn voor anderen in geval van ziekte of die dachten aan sociaal rol verlies (met andere woorden respondenten die focusten op kwaliteit van leven) gaven de meeste jaren op. Respondenten die niet gedacht hadden aan de effecten op naasten scoorden tussen deze twee groepen in. De verschillen in gezondheidswaarderingen waren significant voor alle vier de gezondheidstoestanden. Expliciete instructies beïnvloedden de waarderingen in de verwachte richting met enkele significante verschillen, terwijl expliciete informatie geen significante invloed had op de waarderingen.
Gemiddeld genomen had het meenemen van effecten op naasten geen significant effect op gezondheidswaarderingen, vergeleken met het spontaan niet meenemen van deze effecten. Echter, het includeren van negatieve effecten van ziekte op naasten had een significant neerwaarts effect op TTO scores, terwijl het includeren van de negatieve effecten van gemist worden resulteerde in een opwaarts effect op TTO scores. Deze bevindingen leiden tot de vraag wat TTOs precies (zouden moeten) meten. Desalniettemin, gegeven het feit dat het meenemen van effecten op naasten gemiddeld genomen de TTO scores niet beïnvloedde, lijkt het risico op problematische dubbeltellingen minder waarschijnlijk. Effecten op naasten zouden daarom buiten de QALY moeten worden gemeten en gewaardeerd.