Mobiele menu

Implementatie van n=1-trialmethodologie bij de beoordeling van zorgvergoeding

Projectomschrijving

Dit is een vervolgstudie van 152002030 

In een n=1-trial krijgen patiënten meerdere malen geblindeerde behandelingen met een geneesmiddel (G) of een placebo (P) in een willekeurige volgorde, bijvoorbeeld GPPGPG. Deze opzet leent zich voor het onderzoeken van snelwerkende geneesmiddelen die symptomen kunnen verlichten bij relatief stabiele ziektes. Eén n=1-trial meet nauwkeurig het behandeleffect bij een individuele patiënt. Uit n=1-trials bij meerdere patiënten kan het behandeleffect bij alle patiënten (de populatie) geschat worden. N=1-trials zijn een goede manier om onderzoek te doen wanneer weinig proefpersonen beschikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld bij zeldzame ziektes.

Resultaat

In dit project werd aan de hand van het voorbeeld van efedrine voor myasthenia gravis onderzocht of de resultaten van dit type onderzoek gebruikt zouden kunnen worden voor beslissingen over vergoeding en registratie van medicijnen voor zeldzame ziektes.

Producten

Titel: Ephedrine as add-on therapy for patients with myasthenia gravis: protocol for a series of randomised, placebo-controlled n-of-1 trials
Auteur: Charlotte Vrinten, Alexander F Lipka, Erik W van Zwet, Kirsten J M Schimmel, Martina C Cornel, Marja R Kuijpers, Yechiel A Hekster, Stephanie S Weinreich, Jan J G M Verschuuren
Magazine: BMJ Open
Titel: Ephedrine for myasthenia gravis, neonatal myasthenia and the congenital myasthenic syndromes
Auteur: Vrinten C, van der Zwaag AM, Weinreich SS, Scholten RJPM, Verschuuren JJGM.
Magazine: Cochrane Database of Systematic Reviews

Verslagen


Eindverslag

In een n=1-trial krijgen patiënten meerdere malen geblindeerde behandelingen met een geneesmiddel (G) of een placebo (P) in een willekeurige volgorde, bijvoorbeeld GPPGPG. Deze opzet leent zich voor het onderzoeken van snelwerkende geneesmiddelen die symptomen kunnen verlichten bij relatief stabiele ziektes. Eén n=1-trial meet nauwkeurig het behandeleffect bij een individuele patiënt. Uit n=1-trials bij meerdere patiënten kan het behandeleffect bij alle patiënten (de populatie) geschat worden. N=1-trials zijn een goede manier om onderzoek te doen wanneer weinig proefpersonen beschikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld bij zeldzame ziektes. In dit project werd aan de hand van het voorbeeld van efedrine voor myasthenia gravis onderzocht of de resultaten van dit type onderzoek gebruikt zouden kunnen worden voor beslissingen over vergoeding en registratie van medicijnen voor zeldzame ziektes.
Behandelprotocollen voor de zeldzame ziekte myasthenia gravis adviseren efedrine wanneer patiënten niet uitkomen met de standaardmedicatie, maar nog niet zijn aangewezen op meer risicovolle behandelopties zoals hoge doses prednison. Tot nu toe was er beperkt wetenschappelijk bewijs over de effectiviteit van efedrine bij deze indicatie. Efedrine is in Nederland niet geregistreerd voor myasthenia gravis en aanspraak op vergoeding vanuit de zorgverzekering is niet expliciet geregeld. In dit project hebben vier patiënten meegedaan aan een n=1-trial. Efedrine vergeleken met placebo gaf een klinische relevante en statistisch significante verbetering in spierkracht en uithoudingsvermogen, zowel binnen de trialpatiënten als op populatieniveau. De bijwerkingen waren mild. De betrokken zorgprofessionals vonden de trial goed uitvoerbaar en de deelnemers vonden de belasting acceptabel. Het Zorginstituut Nederland en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen hebben advies geformuleerd, in hoeverre het bewijs uit deze serie n=1-trials bruikbaar is voor beoordeling van registratie en vergoeding van geneesmiddelen.

Samenvatting van de aanvraag

Aanleiding In het project ‘From rationing to rationality’ (nr. 152002030) is de noodzaak en behoefte aan n=1-trials geëxploreerd bij verschillende partijen betrokken bij zorg en beoordeling van nieuwe medicijnen. Het onderzoek richtte zich op de methoden voor de evaluatie van behandelingen voor zeldzame ziekten. Systematisch literatuuronderzoek is verricht naar twee indicaties die geschikt zijn voor n=1-trials (3,4-diaminopyridine en efedrine voor myasthenia gravis). Een klinisch protocol voor een n=1-trial is ontwikkeld. Uit het project en recente ontwikkelingen blijkt dat n=1-trials een noodzakelijke aanvulling zijn op de onderzoeksvormen die gebruikt worden voor beoordeling van vergoeding en/of registratiemogelijkheden van (off-label) geneesmiddelen voor zeldzame ziekten. Doel Dit implementatieproject beoogt inzicht te verdiepen in de bruikbaarheid n=1-trials bij regulatoire beslissingen. Dit sluit aan bij beleidsontwikkeling bij het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) rond ‘passend bewijs’ voor situaties waarin klassieke gerandomiseerde, gecontrolleerde trials (RCT’s) niet financieel haalbaar of uitvoerbaar zijn. Tevens zal het project bijdragen tot draagvlak voor een n=1 trialdienst. Het project heeft drie doelen: (1) testen van het gebruik van een n=1-protocol (bijgevoegd) bij bepaling van werkzaamheid van een geneesmiddel bij een zeldzame ziekte, in dit geval 3,4-DAP of efedrine bij myasthenia gravis, (2) nagaan of CVZ met de resultaten uit n=1 trials tot een beslissing voor vergoeding kan komen en (3) evalueren of de belasting die door patienten wordt ervaren tijdens n=1-trials acceptabel is. De resultaten van de n=1-trials zullen ook voorgelegd worden aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) voor een regulatoir wetenschappelijk advies. Doel is bewustzijn creëren bij CBG van de mogelijkheden van n=1-trials en exploreren in hoeverre de n=1- trialvorm past in de systematiek van beoordeling van registratie. Doelgroepen en afzenders Via dit project krijgt CVZ de gelegenheid om kennis te maken met de kenmerken en uitkomsten van n=1-trials, gepresenteerd via frequentistische en Bayesiaanse statistiek. Een projectadviseur vanuit CVZ neemt deel aan het project. Behandelaars van spierziekten (neuromusculaire specialisten) in Nederland willen geïnformeerd zijn over effectiviteit van geneesmiddelen en over nieuwe trialmethodologie voor kleine groepen. De mede-projectaanvrager is voorzitter van het landelijke wetenschappelijke netwerk rond spierziektenonderzoek, ISNO. Behandelaren van andere zeldzame ziekten dan spierziekten zijn ook geïnteresseerd in innovatie in regulatoire beslissingen voor kleine patiëntengroepen. Zij zullen bereikt worden dankzij medewerking van de projectadviseur die voorzitter is van de wetenschappelijke adviesraad van Orphanet Nederland. Activiteiten zijn gepland om de projectresultaten te communiceren aan patiëntenverenigingen betrokken bij spierziekten en andere zeldzame ziekten. Educatie van medisch adviseurs van zorgverzekeraars over n=1-trials en Bayesiaanse statistiek wordt verzorgd met medewerking van de projectadviseur vanuit CVZ; zij is betrokken bij de organisatie van nascholingen van de Vereniging van Adviserend Geneeskundigen bij Zorgverzekeraars. Internationale onderzoekers op het gebied van zeldzame ziekten en health technology assessment zullen geïnformeerd worden via een congresbijdrage en een publicatie. Vernieuwing Praktische ervaring met bewijsverzameling via n=1-trials kan opleveren dat de beoordeling van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten sneller en makkelijker wordt. Evaluatie Een succescriterium voor dit project is de uitvoerbaarheid van n=1-trials; dit wordt gemeten aan de hand van het aantal behandelcycli dat patiënten doormaken en de door patiënten ervaren belasting. Een tweede criterium voor het slagen van het project is de bruikbaarheid van de resultaten van de n=1-trial voor CVZ. CVZ zal op basis van de resultaten een inschatting maken of er met de tot dan toe uitgevoerde n=1-trials voldoende bewijs verzameld is voor een beoordeling. Als dit niet het geval is zal het project ook geslaagd zijn als CVZ een uitspraak kan doen over de gewenste nauwkeurigheid van een behandeleffectmeting d.m.v. n=1-trials (en derhalve over het aantal patiënten dat nog geïncludeerd moet worden in de n=1-trial). Tot slot is de inhoud van het regulatoir wetenschappelijk advies van CBG een secundaire evaluatiemaat van het project. Het zal een indicatie geven in hoeverre geaggregeerde n=1-trials passen in de beoordelingssystematiek voor registratie van geneesmiddelen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
1520020301
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. S.S. Weinreich
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc