Mobiele menu

Evaluating putative predictive markers in randomized clinical trials of pharmaceuticals

Projectomschrijving

Selectief gebruik van geneesmiddelen door het gebruik van voorspellende tests
 
De hoop bestaat dat de geneeskunde verder verfijnd kan worden. In de toekomst krijgt dan niet iedereen met een bepaalde diagnose een vaste behandeling, maar enkel de mensen die daar het meeste baat bij hebben; voor de andere wordt een andere behandeling gekozen. Die selectie gebeurt met tests die het nut van behandeling kunnen voorspellen. Dit veld is betrekkelijk nieuw, en het is nog niet altijd duidelijk hoe kan worden nagegaan of deze voorspellende tests goed genoeg zijn. In dit project hebben we een document met richtlijnen opgesteld. Onderzoekers kunnen die richtlijnen gebruiken om na te gaan of tests de baat van behandeling inderdaad goed kunnen voorspellen. Zo worden de maatschappelijke investeringen in (geneesmiddelen)onderzoek beter gebruikt, en kan de zorg voor patiënten verder worden verbeterd.

Verslagen


Eindverslag

Ontwikkelingen op het gebied van de genetica en de ontdekking van nieuwe eiwitten en andere nieuwe tests hebben geleid tot hoge verwachtingen voor een verder verfijning van de geneeskunde. In de toekomst krijgt niet iedereen met een bepaalde diagnose een vaste behandeling, maar enkel de mensen die het meeste baat hebben bij die behandeling. Voor patienten die minder te verwachten hebben, of mensen met meer kansen op bijwerkingen, wordt een andere behandeling gekozen. Of patienten al dan niet baat hebben bij een bepaalde behandeling moet woren vastgesteld met zogenaamde "predictive markers", of "treatment selection markers": tests die het nut van behandeling kunnen voorspellen. Dit veld is betrekkelijk nieuw, en het is nog niet altijd duidelijk hoe het beste kan worden onderzocht of die voorspellende tests ook goed zijn in wat van ze wordt verwacht. In dit project hebben we onderzoeksopzetten geinventariseerd en met elkaar vergeleken. We hebben een document met richtlijnen opgesteld, die door onderzoekers kunnen worden gebruikt om na te gaan of hun behandeling in bepaalde subgroepen juist meer of minder effectief is. Zo worden de maatschappelijke investeringen in clinical trials en andere vormen van (geneesmiddelen)onderzoek beter gebruikt, en kan de zorg voor patienten verder worden verbeterd.

Ontwikkelingen op het gebied van de genetica en de ontdekking van nieuwe eiwitten en andere nieuwe tests hebben geleid tot hoge verwachtingen voor een verder verfijning van de geneeskunde. In de toekomst krijgt niet iedereen met een bepaalde diagnose een vaste behandeling, maar enkel de mensen die het meeste baat hebben bij die behandeling. Voor patienten die minder te verwachten hebben, of mensen met meer kansen op bijwerkingen, wordt een andere behandeling gekozen.

Of patienten al dan niet baat hebben bij een bepaalde behandeling moet woren vastgesteld met zogenaamde "predictive markers": tests die het nut van behandeling kunnen voorspellen.

Dit veld is betrekkelijk nieuw, en het is nog niet altijd duidelijk hoe het beste kan worden onderzocht of die voorspellende tests ook goed zijn in wat van ze wordt verwach. In dit project worden onderzoeksopzetten geinventariseerd en met elkaar vergeleken.

Uiteindelijk zal een document met richtlijnen worden opgesteld die door onderzoekers kunnen worden gebruikt om na te gaan of hun behandeling in bepaalde subgroepen juist meer of minder effectief is. Zo worden de maatschappelijke investeringen in clinical trials en andere vormen van (geneesmiddelen)onderzoek beter gebruikt, en kan de zorg voor patienten verder worden verbeterd.

Samenvatting van de aanvraag

Our overall aim is to develop evidence-based guidance for including the evaluation of potentially predictive markers in the design phase of pharmaceutical trials. In general, trials are designed to evaluate the effects of treatment at the group level, and conclusions and decisions about pharmaceuticals apply to this group as a whole. In reality, there could be substantial and relevant between subgroup heterogeneity in the effects of treatment. Predictive markers are biomarkers that are associated with a differential response to treatment. If the association is confirmed, they could be used to target treatment: toxic or expensive pharmaceuticals or other interventions are administered to marker positive patients only, while marker negative patients receive a different intervention. Predictive markers are usually validated by showing that marker positive patients in randomized trials have a different effect with therapy compared to marker negative patients. This is essentially a form of subgroup analysis. Subgroup analyses of trial results cause suspicion, and for very good reasons. They can generate spurious findings, while the power to detect meaningful markers is often limited. More recently, a number of interesting study designs and analytic strategies have been proposed to evaluate the value of predictive markers in phase III clinical effectiveness trials. Some designs rely on sequential testing while others are based on an adaptive approach. It is unclear to what extent they can avoid the classical deficiencies of subgroup analysis, and what their relative effectiveness and efficiency of these strategy are. Our aim is to develop a guidance document for the evaluation of putative predictive markers in randomized clinical trials. Our strategy for developing guidance is based on an extensive literature search, a series of simulations, and additional analyses of completed and ongoing drug and intervention trials in the ZonMW effectiveness program. We will evaluate designs for randomized studies with a (1) marker by treatment interaction design, where marker status is available for all patients (2) randomized studies with a response marker designs, where marker information is only available for one treatment strategy and (3) enrichment trials, where a positive marker status is an inclusion criteria. We will also evaluate a number of analytic strategies, including sequential and adaptive ones.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
152002026
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2012
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. P.M.M. Bossuyt
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC