Het COVID-19 Openbaar Vervoer Capaciteitsmodel: een beleidsondersteunend instrument voor de optimalisatie van de coronacapaciteit van het openbaar vervoer
Projectomschrijving
Doel
De COVID-19 pandemie heeft grote gevolgen voor het openbaar vervoer. In dit project is een nieuw openbaar vervoersmodel voor het openbaar vervoer in Twente ontwikkeld. Het model optimaliseert het busvervoer op basis van onder meer het aantal reizigers en de kosten van de inzet van bussen. De effecten van de pandemie zijn onderzocht voor verschillende reizigersgroepen, tijdsperiodes (spits, dal), routes en locaties.
Resultaten
Uit toepassingen van het model blijkt dat het voor de onderzochte buslijnen in Twente mogelijk is om te voldoen aan de beperktere vervoersvraag tijdens de pandemie (niveau van April 2020) wanneer alle zitplaatsen in de bussen beschikbaar zijn. Verder kan het openbaar vervoer in Twente tijdens de pandemie efficiënter worden georganiseerd door het beperken van het vervoersaanbod buiten de spits en het verschuiven van de vervoersvraag tijdens de ochtendspits door het wijzigen van starttijden van fysieke onderwijsactiviteiten in het hoger onderwijs.
Verslagen
Eindverslag
De COVID-19 pandemie heeft grote gevolgen voor het openbaar vervoer. In dit project is een nieuw openbaar vervoersmodel voor Twente ontwikkeld. Het model optimaliseert het busvervoer op basis van onder meer het aantal busreizigers en de kosten van de inzet van bussen. De effecten van de pandemie zijn onderzocht voor verschillende reizigersgroepen, tijdsperiodes (spits, dal), routes en locaties. Uit toepassingen van het model blijkt dat het voor de onderzochte buslijnen in Twente mogelijk is om te voldoen aan de beperktere vervoersvraag tijdens de pandemie (niveau van April 2020) wanneer alle zitplaatsen in de bussen beschikbaar zijn. Verder kan het openbaar vervoer in Twente tijdens de pandemie efficiënter worden georganiseerd door het beperken van het vervoersaanbod buiten de spits en het verschuiven van de vervoersvraag tijdens de ochtendspits door het wijzigen van starttijden van fysieke onderwijsactiviteiten in het hoger onderwijs.