To treat or not to treat: depression during pregnancy and the impact on perinatal outcomes
Projectomschrijving
Depressie komt vaak voor tijdens de zwangerschap, maar het is onduidelijk wat de gevolgen zijn voor het (ongeboren) kind. Dit is onderzocht in de PRIDE (PRegnancy and Infant DEvelopment) Study, een groot onderzoek bij vrouwen die tijdens en na de zwangerschap vragenlijsten invullen via internet en speeksel doneren.
Resultaten
Hiermee zijn goede gegevens verkregen over het hebben van (symptomen van) een depressie in de zwangerschap (5-10% van de deelneemsters) en over welke vrouwen daar meer kans op lopen.
Ook gaven de vrouwen veel informatie over de geboorte van het kind, maar helaas niet over het gebruik van antidepressiva. Daarom zijn de gegevens van een groot aantal buitenlandse studies samengevoegd. De belangrijkste conclusie daaruit is dat vrouwen met (symptomen van) een depressie tijdens de zwangerschap meer kans lopen op een te vroeg geboren kind of een kind met een slechte start (lage Apgar score).
Het wel of niet slikken van antidepressiva heeft daarop nauwelijks invloed.
----
Aanleiding
Depressie komt relatief vaak voor tijdens de zwangerschap: 7 tot 12% van de zwangere vrouwen krijgt hiermee te maken. Een deel van deze vrouwen wordt behandeld met antidepressiva, maar het is nog onduidelijk of het gebruik van deze medicijnen schadelijk kan zijn voor het (ongeboren) kind.
Doel
In dit project zullen we de effecten van (onbehandelde) depressie, depressieve symptomen en het gebruik van antidepressiva op veelvoorkomende zwangerschapsuitkomsten onderzoeken.
Opzet
We gaan kijken naar het risico op vroeggeboorte, laag geboortegewicht en een lage Apgar score. Dit doen we in de PRIDE (PRegnancy and Infant DEvelopment) Study, een grootschalig onderzoek waarin vrouwen tijdens en na de zwangerschap vragenlijsten invullen via internet en bloed en speeksel doneren. Met de verkregen kennis kunnen artsen en zwangere vrouwen een op wetenschappelijke feiten gebaseerd oordeel vellen of de positieve effecten van behandeling opwegen tegen de mogelijk negatieve gevolgen voor het kind.
Producten
Auteur: Vlenterie, Richelle, Roeleveld, Nel, van Gelder, Marleen M.H.J.
Magazine: Psychoneuroendocrinology
Auteur: van Gelder, Marleen M. H. J., Bretveld, Reini W., Roukema, Jolt, Steenhoek, Morac, van Drongelen, Joris, Spaanderman, Marc E. A., van Rumpt, Dick, Zielhuis, Gerhard A., Verhaak, Chris M., Roeleveld, Nel
Magazine: Paediatr Perinat Epidemiol
Auteur: van de Loo, Kim F. E., Vlenterie, Richelle, Nikkels, Sylke J., Merkus, Peter J. F. M., Roukema, Jolt, Verhaak, Chris M., Roeleveld, Nel, van Gelder, Marleen M. H. J.
Magazine: Birth
Auteur: Van Gelder MMHJ, Roeleveld N.
Magazine: Tijdschrift voor Verloskundigen
Auteur: Vlenterie, Richelle, van Ras, Hilde W.P., Roeleveld, Nel, Pop-Purceleanu, Monica, van Gelder, Marleen M.H.J.
Magazine: Journal of Psychosomatic Research
Auteur: van Gelder, Marleen M H J, Vorstenbosch, Saskia, te Winkel, Bernke, van Puijenbroek, Eugène P, Roeleveld, Nel
Magazine: American Journal of Epidemiology
Auteur: van Gelder, Marleen M H J, Geuijen, Pauline M, de Vries, Jeanne H M, Roeleveld, Nel
Magazine: Journal of Epidemiology and Community Health
Auteur: van Gelder, Marleen M.H.J., Vlenterie, Richelle, Roeleveld, Nel
Magazine: Annals of Epidemiology
Auteur: Van Gelder MMHJ, Roeleveld N.
Magazine: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
Auteur: van Gelder, Marleen M.H.J., Vorstenbosch, Saskia, Derks, Lineke, te Winkel, Bernke, van Puijenbroek, Eugène P., Roeleveld, Nel
Magazine: Journal of Clinical Epidemiology
Auteur: van Gelder, Marleen M.H.J., Vlenterie, Richelle, IntHout, Joanna, Engelen, Lucien J.L.P.G., Vrieling, Alina, van de Belt, Tom H.
Magazine: Journal of Clinical Epidemiology
Auteur: van Gelder, Marleen MHJ, Schouten, Naomi PE, Merkus, Peter JFM, Verhaak, Chris M, Roeleveld, Nel, Roukema, Jolt
Magazine: Journal of Medical Internet Research
Auteur: Van Gelder M.
Auteur: Vlenterie R.
Auteur: Van Gelder M.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Van Gelder M.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Roeleveld N.
Auteur: Van Gelder M.
Auteur: Van Gelder M.
Verslagen
Eindverslag
Aanleiding
Een depressie of depressieve symptomen komen relatief vaak voor tijdens de zwangerschap. In dit project kreeg 5 tot 10% van de zwangere vrouwen hier mee te maken. Een deel van deze vrouwen werd behandeld met antidepressiva. Maar het was onduidelijk of het gebruik van deze medicijnen schadelijk zou kunnen zijn voor het (ongeboren) kind of de depressie zelf.
Doel
In dit project werden de effecten van (onbehandelde) depressie, depressieve symptomen en het gebruik van antidepressiva op veelvoorkomende zwangerschapsuitkomsten onderzocht.
Opzet
We onderzochten het risico op vroeggeboorte, laag geboortegewicht en een lage Apgar score. Dit deden we in de PRIDE (PRegnancy and Infant DEvelopment) Study, een langlopend grootschalig onderzoek waarin vrouwen tijdens en na de zwangerschap vragenlijsten invullen via internet en speeksel doneren. Ook voegden we de gegevens van een groot aantal reeds gepubliceerde buitenlandse onderzoeken samen in een zogenaamde Individuele Patiënten Data (IPD) meta-analyse.
Resultaten
De vragenlijsten gaven ons goede informatie over welke vrouwen meer kans lopen op het hebben of krijgen van (symptomen van) een depressie in de zwangerschap. Dit zijn onder andere vrouwen met een eerdere depressie of met ernstige misselijkheid en vrouwen die een stressvolle gebeurtenis meemaakten. Ook gaven de vrouwen ons veel goede gegevens over de geboorte van het kind en de relevante zwangerschapsuitkomsten, maar helaas niet over het gebruik van antidepressiva. In de speekselmonsters werd de hoeveelheid cortisol gemeten, maar dit bleek geen goede maat voor depressie. Wel vonden we dat de 25% vrouwen met de hoogste cortisolconcentraties vaker een kind kregen met een minder goede start (5-minuten Apgar score lager dan 7). Verdere onderzoeken worden uitgevoerd in 2019-2020, wanneer het aantal deelneemsters aan de PRIDE Study gestegen is tot boven de 10.000 Nederlandse vrouwen. De belangrijkste conclusie uit de IPD meta-analyse van buitenlandse onderzoeken is dat vrouwen met (symptomen van) een depressie tijdens de zwangerschap meer kans lopen op een te vroeg geboren kind of een kind met een lage Apgar score. Het wel of niet slikken van antidepressiva heeft daarop nauwelijks invloed. Er zijn geen duidelijke effecten gevonden op het geboortegewicht, maar over andere zwangerschapsuitkomsten kunnen we vooralsnog geen uitspraken doen.
Conclusie
Met de verkregen kennis kunnen artsen en zwangere vrouwen een op wetenschappelijke feiten gebaseerd oordeel vellen over de negatieve effecten van (symptomen van) een depressie voor het ongeboren kind versus de mogelijk positieve effecten van medicinale behandeling voor de moeder.
Depressie komt relatief vaak voor tijdens de zwangerschap, maar het is onduidelijk of antidepressiva schadelijk kunnen zijn voor het (ongeboren) kind. Daarom worden in dit project de effecten van (onbehandelde) depressie, depressieve symptomen en het gebruik van antidepressiva op veelvoorkomende zwangerschapsuitkomsten zoals vroeggeboorte en een laag geboortegewicht onderzocht. Dit doen we in de PRIDE (PRegnancy and Infant DEvelopment) Study, een grootschalig cohortonderzoek waarin vrouwen tijdens en na de zwangerschap vragenlijsten invullen via internet en een deel van hen ook bloed en speeksel doneert. De landelijke inclusie van zwangere vrouwen in de PRIDE Study is slechts langzaam op gang gekomen, maar vertoont nu een continue stijging. Eind 2016 verwachten we voldoende deelnemende vrouwen te hebben om duidelijke antwoorden te kunnen geven op (een groot deel van) de onderzoeksvragen. Intussen wordt hard gewerkt aan een meta-analyse over depressie en zwangerschap en is de waarde van cortisol in speeksel als maat voor stress en/of depressie onderzocht. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen artsen en zwangere vrouwen een op wetenschappelijke feiten gebaseerd oordeel vellen of de positieve effecten van medicinale behandeling van depressie opwegen tegen de mogelijk negatieve gevolgen voor het kind.
Samenvatting van de aanvraag
Depressie komt vaak voor tijdens de zwangerschap, maar het is onduidelijk wat de gevolgen zijn voor het (ongeboren) kind. Dit is onderzocht in de PRIDE (PRegnancy and Infant DEvelopment) Study, een groot onderzoek bij vrouwen die tijdens en na de zwangerschap vragenlijsten invullen via internet en speeksel doneren.
Resultaten
Hiermee zijn goede gegevens verkregen over het hebben van (symptomen van) een depressie in de zwangerschap (5-10% van de deelneemsters) en over welke vrouwen daar meer kans op lopen.
Ook gaven de vrouwen veel informatie over de geboorte van het kind, maar helaas niet over het gebruik van antidepressiva. Daarom zijn de gegevens van een groot aantal buitenlandse studies samengevoegd. De belangrijkste conclusie daaruit is dat vrouwen met (symptomen van) een depressie tijdens de zwangerschap meer kans lopen op een te vroeg geboren kind of een kind met een slechte start (lage Apgar score).
Het wel of niet slikken van antidepressiva heeft daarop nauwelijks invloed.
----
Aanleiding
Depressie komt relatief vaak voor tijdens de zwangerschap: 7 tot 12% van de zwangere vrouwen krijgt hiermee te maken. Een deel van deze vrouwen wordt behandeld met antidepressiva, maar het is nog onduidelijk of het gebruik van deze medicijnen schadelijk kan zijn voor het (ongeboren) kind.
Doel
In dit project zullen we de effecten van (onbehandelde) depressie, depressieve symptomen en het gebruik van antidepressiva op veelvoorkomende zwangerschapsuitkomsten onderzoeken.
Opzet
We gaan kijken naar het risico op vroeggeboorte, laag geboortegewicht en een lage Apgar score. Dit doen we in de PRIDE (PRegnancy and Infant DEvelopment) Study, een grootschalig onderzoek waarin vrouwen tijdens en na de zwangerschap vragenlijsten invullen via internet en bloed en speeksel doneren. Met de verkregen kennis kunnen artsen en zwangere vrouwen een op wetenschappelijke feiten gebaseerd oordeel vellen of de positieve effecten van behandeling opwegen tegen de mogelijk negatieve gevolgen voor het kind.