Quality of prescription of psychotropic drugs in nursing home patients with dementia: need for optimization
Projectomschrijving
Er is ten eerste onderzocht wat de kwaliteit van het voorschrijven was en wat daarbij belangrijke beïnvloedende factoren waren. Ten tweede is de effectiviteit van een gestructureerde medicatiebeoordeling (de PROPER-interventie) op deze kwaliteit van voorschrijven onderzocht. De PROPER-interventie werd uitgevoerd door de specialist ouderengeneeskunde, lokale apotheker en verzorgende. Resultaat
Het bleek dat factoren die in diepte-interviews door betrokken professionals werden genoemd als mogelijk relevant voor psychofarmacagebruik (zoals attitude, kennis en ervaring, communicatie van betrokken professionals) niet als zodanig uit statistische analyses naar voren kwamen.
Uit het effectonderzoek bleek dat de PROPER-interventie tot betere evaluatie en duur van psychofarmacagebruik leidde. De frequentie van het psychofarmacagebruik daalde niet. De betrokken professionals waren tevreden over deze manier van werken en de uitvoering verliep goed. De PROPER-interventie is vrij beschikbaar via de websites van het Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen en het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik.
Producten
Auteur: van der Spek K, Gerritsen DL, Smalbrugge M, Nelissen-Vrancken MH, Wetzels RB, Smeets CH, Zuidema SU, Koopmans RT. BMC Psychiatry. 2013
Magazine: BMC Psychiatry
Auteur: Smeets CHW, Smalbrugge M, Zuidema SU, Derksen EWV, De Vries E, Van der Spek K, Wetzels RB, Koopmans RTCM, Gerritsen DL.
Magazine: European Geriatric Medicine
Auteur: Van Der Spek K, Gerritsen DL, Zuidema SU, Nelissen-Vrancke MHJMG, Wetzels RB, Smeets CHW, et al.
Magazine: European Geriatric Medicine
Auteur: Claudia HW Smeets, Martin Smalbrugge, Debby L Gerritsen, Marjorie HJMG Nelissen-Vrancken, Roland B Wetzels, Klaas van der Spek, Sytse U Zuidema and Raymond TCM Koopmans
Auteur: Smeets CH, Smalbrugge M, Zuidema SU, Derksen E, de Vries E, van der Spek K, Koopmans RT, Gerritsen DL.
Magazine: JAMDA
Auteur: Smeets CH, Smalbrugge M, Gerritsen DL, Nelissen-Vrancken MH, Wetzels RB, van der Spek K, Zuidema SU, Koopmans RT.
Magazine: BMC Psychiatry
Auteur: van der Spek K, Gerritsen DL, Smalbrugge M, Nelissen-Vrancken MHJMG, Wetzels RB, Smeets CHW, Zuidema SU, Koopmans RTCM. J. Clin. Epidemiol. 2015;68(8):903-12.
Magazine: Journal of Clinical Epidemiology
Auteur: Klaas van der Spek, Debby L Gerritsen, Martin Smalbrugge, Marjorie HJMG Nelissen-Vrancken, Roland B Wetzels, Claudia HW Smeets, Sytse U Zuidema and Raymond TCM Koopmans
Auteur: Smeets, C. H.W, Spek, K., Wetzels, R., Gerritsen, D.L., Smalbrugge, M., Nelissen-Vrancken, M., Zuidema, S.U., & Koopmans, R.T.C.M.
Verslagen
Eindverslag
De ‘PRescription Optimization of Psychotropic drugs in Elderly nuRsing home patients with dementia-study’ bestaat uit twee delen: PROPER-I en PROPER-II.
PROPER-I was een onderzoek over het voorschrijfbeleid van psychofarmaca bij bewoners op psychogeriatrische afdelingen en het verband met bewoners- en omgevingsfactoren. Voor het project is een index ontwikkeld die het mogelijk maakt om een score te geven aan de kwaliteit van voorschrijven van verschillende groepen psychofarmaca voor probleemgedrag bij dementie, de APID index (Appropriate Psychotropic drug use for neuropsychiatric symptoms In Dementia index). Deze index richt zich op 7 domeinen: indicatie, evaluatie, dosis, interacties met andere medicijnen, contra-indicaties, duplicaties (twee geneesmiddelen uit dezelfde groep) en therapieduur. Er zijn bij 12 zorgorganisaties data verzameld op één moment. Van 559 bewoners is het psychofarmacagebruik beoordeeld, het probleemgedrag gescoord en zijn demografische gegevens verzameld. Door 112 verzorgenden zijn vragenlijsten over de werkomgeving, organisatiecultuur, werkdruk en werktevredenheid ingevuld. Ook zijn kenmerken zoals leeftijd en werkervaring verzameld van deze verzorgenden evenals van de 25 artsen die bij de deelnemende afdelingen betrokken zijn. Van 44 psychogeriatrische afdelingen zijn kenmerken verzameld, zoals aantallen bewoners, medewerkers, grootte en inrichting. Daarnaast zijn uitgebreide interviews met vijftien artsen en veertien verzorgenden uit deze 12 zorgorganisaties gebruikt om een conceptueel raamwerk van belangrijke factoren bij psychofarmacagebruik te ontwikkelen.
Van de drie afdelingen per organisatie die deelnamen aan PROPER-I, participeerden twee afdelingen ook aan PROPER-II. De helft van de organisaties is willekeurig toegewezen aan de interventiegroep, de andere organisaties bleven hun gebruikelijke zorg leveren. In de organisaties uit de interventiegroep is een training gegeven over gestructureerde medicatie beoordeling door het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) met het doel de kwaliteit van voorschrijven te verbeteren. De medicatiebeoordeling zelf werd uitgevoerd op de afdeling door de specialist ouderengeneeskunde, een verzorgende en de lokale apotheker. Daarnaast zijn er per afdeling twee bijeenkomsten geweest, geleid door het IVM, om de te implementeren medicatiebeoordelingen te evalueren. In alle 6 interventie-instellingen is de interventie succesvol uitgevoerd.
PROPER-II duurde 1,5 jaar, waarbij ieder half jaar een cyclus van meting – bijeenkomst – medicatiebeoordeling werd doorlopen. Daarbij is opnieuw de kwaliteit van het psychofarmacagebruik beoordeeld. Daarnaast zijn vragenlijsten ingevuld over gedragsproblemen, depressieve symptomen, kwaliteit van leven, sociale aspecten en functioneren van de bewoners. Ook zijn vragenlijsten over cognitief functioneren afgenomen, zijn ziekten en ziekenhuisopnamen gedocumenteerd en bijwerkingen van psychofarmaca beoordeeld. In een procesevaluatie zijn de mate en de kwaliteit van de uitvoering van de medicatiebeoordeling onderzocht, de relevantie en haalbaarheid volgens deelnemers evenals belemmerende en bevorderende factoren. Dit vond plaats aan de hand van analyse van notulen van evaluatiebijeenkomsten die onderdeel waren van de interventie, en via een vragenlijst voor betrokken artsen, apothekers en verzorgenden.
In Nederland gebruiken verpleeghuisbewoners met dementie vaker en langer psychofarmaca dan aanbevolen volgens de richtlijnen. Uit eigen onderzoek weten we dat bijna tweederde van de bewoners minstens één psychofarmacon krijgt voorgeschreven. Ook weten we dat de verschillen tussen (afdelingen van) instellingen groot zijn. Zo varieert het gebruik van antipsychotica tussen de 0 en 70% van de bewoners van afdelingen. Mede omdat psychofarmaca tal van ongewenste bijwerkingen hebben, is het wenselijk om het gebruik ervan te beperken. Het gebruik van psychofarmaca is dan ook een belangrijke kwaliteitsindicator binnen de verpleeghuiszorg. In samenwerking met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM), ActiZ en het VUmc heeft het UMC St Radboud de door ZonMw gefinancierde Proper-studie opgezet om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het voorschrijfbeleid van psychofarmaca en om dit beleid te optimaliseren. Het Proper-project bestaat uit drie delen: deel A, B en C.
Deel A betreft een observationele studie over het voorschrijfbeleid van psychofarmaca bij bewoners van 36 psychogeriatrische afdelingen van 12 verpleeghuisorganisaties en het verband met bewoners- en omgevingsfactoren. De kwaliteit van voorschrijfbeleid van psychofarmaca wordt in een eenmalige meting aan de hand van de medische dossiers van de bewoners beoordeeld door middel van een kwaliteitsindex, speciaal ontwikkeld voor de beoordeling van psychofarmacagebruik. Verder beantwoorden de specialisten ouderengeneeskunde en het verzorgend personeel internetvragenlijsten en worden geïnterviewd door één van de onderzoekers.
Van de drie afdelingen per organisatie die deelnemen aan A, participeren twee afdelingen ook aan deel B, de interventiestudie. De helft van de organisaties is gerandomiseerd tot de interventiegroep. Op de twee deelnemende afdelingen van die organisaties wordt een training over gestructureerde medicatie beoordeling gegeven door het IVM met het doel de kwaliteit van voorschrijven te verbeteren. De medicatiebeoordeling zelf wordt uitgevoerd op de afdeling door de specialist ouderengeneeskunde, verzorgende en lokale apotheker. Deel B duurt 1,5 jaar waarbij ieder half jaar gegevens verzameld worden.
Deel C betreft verspreiding en implementatie van de resultaten. Ook ontvangen de organisaties die in de controlegroep zijn ingedeeld de training van het IVM, om ook de methodiek van medicatiebeoordeling te kunnen implementeren.