UNO-UMCG in ontwikkeling; Versterking van de kennisinfrastructuur voor verpleeghuiszorg in Noord en Oost Nederland

Het UNO-UMCG is opgericht in 2014 voor de duur van drie jaar. Het netwerk is een samenwerkingsverband tussen de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde van het UMCG en 15 grote zorgorganisaties in Noord- en Oost-Nederland. Met de voorbereidingen van een nieuwe duurzame samenwerkingsovereenkomst per 1-1-2018 wordt de structuur en werkwijze van het netwerk herzien. Het doel is om wetenschap en praktijk beter aan elkaar te verbinden, en door kennisontwikkeling de kwaliteit van de langdurige zorg te verbeteren. De partners willen een cultuur bevorderen waarin onderzoeksactiviteiten en leren te verbeteren een normaal onderdeel vormen van de dagelijkse werkzaamheden. Ter versterking van de structuur van het netwerk zullen wij expertisegroepen opzetten. Een expertisegroep bestaat uit professionals uit de zorgpraktijk. Dat kan een arts, psycholoog, manager, beleidsmedewerker, of vertegenwoordiger van het verzorgend personeel zijn. Vanuit het UMCG nemen een onderzoeker en een veranderkundige deel. De expertisegroep bepaalt de inhoud van de projecten die nodig zijn om tot verbetering kwaliteit van zorg te komen. Daarnaast willen wij de stuurgroep een meer strategische, procesmatige rol geven. De stuurgroep bewaakt de voortgang in de expertisegroepen en stuurt daarin zo nodig. Iedere expertise groep zal werken aan één van de volgende vijf thema’s: probleemgedrag bij dementie, medicatieveiligheid, werken in de eerste lijn, pijn en comorbiditeit, en zorgrelaties. Bestaande initiatieven rond probleemgedrag, medicatieveiligheid en werken in de eerste lijn zullen worden gecontinueerd. In het komende jaar staat de ontwikkeling van een programma Pijn bij dementie centraal binnen het thema pijn en comorbiditeit. Dit programma bestaat uit een pijntraining/ e-learning, implementatie van pijnherkenning in de Minimum Dataset (MDS) van het netwerk, en verbeterde pijnbehandeling. Het nieuwe thema Zorgrelaties komt voort uit de ontwikkelingen in het denken over kwaliteit van zorg en de cliënt als vertrekpunt daarin. In het thema staat de relatie tussen enerzijds de cliënt en diens mantelzorger, naaste en/of wettelijk vertegenwoordiger en anderzijds de professional in het zorg- en behandelteam centraal. Als onderleggers voor de inhoudelijke thema’s zullen vier pijlers van ondersteunende activiteiten dienen. Dit zijn Wetenschappelijk onderzoek, de MDS, Leren te verbeteren en Cliëntparticipatie. Met de VWS impulssubsidie 2016 is een pilot met de MDS van start gegaan. Gegevens over de gezondheid en zorg voor cliënten met dementie worden daarin elke zes maanden vastgelegd. Medewerkers van zorgorganisaties zijn getraind in het gebruik van de meetinstrumenten. Een dashboard voor terugkoppeling van gegevens naar de zorgpraktijk is ontwikkeld. We gaan in het komend jaar door met de uitrol en borging van de Minimum Dataset (MDS) in de overige UNO-UMCG zorgorganisaties. Ook willen we zoveel mogelijk de MDS als database platform gaan gebruiken voor toekomstige wetenschappelijke projecten. Om de kennis die voortkomt uit UNO-UMCG projecten daadwerkelijk en optimaal te benutten ter verbetering van de kwaliteit van zorg is het belangrijk dat hulpverleners ‘Leren te verbeteren’. Dit willen we doen door veranderkundigen in te zetten in de expertisegroepen. De veranderkundigen zullen ook medewerkers in de zorgorganisaties opleiden om concrete projecten op te zetten en te trekken. Daarnaast wordt een scholingsprogramma ontwikkeld om zorgprofessionals te laten reflecteren op eigen handelen. Binnen het thema cliëntparticipatie gaan we voorbereidingen treffen om de inbreng van cliënt vertegenwoordigers te vergroten. De gevraagde € 400.000 wordt besteed aan (1) wetenschap en zorgprogramma Pijn bij dementie, (2) de MDS, en (3) Leren verbeteren. Wij willen aanstellen: (1) twee parttime postdocs, één op thema pijn en comorbiditeit, de ander op thema medicatieveiligheid - voor ondersteuning in de desbetreffende expertise groepen en het vergroten van het wervend vermogen; (2) een projectleider MDS en twee parttime psychodiagnostisch medewerkers; en (3) twee veranderkundigen, één met accent op implementatie in de praktijk en de ander met expertise in onderwijs. Ten slotte wordt geld gereserveerd voor het online trainingsprogramma binnen het zorgprogramma Pijn bij dementie, en de scholingsactiviteiten als deel van de pijler Leren te verbeteren.