Mobiele menu

VIMP Ontwikkeling en implementatie van een handreiking voor gemeenten over implementatie (na)scholing KM primair onderwijs en voor- en buitenschoolse voorzieningen

Projectomschrijving

Verslagen


Eindverslag

Handreiking helpt gemeenten bij het promoten en ondersteunen van aandachtsfunctionarissen

De Academische Werkplaats Kindermishandeling heeft samen met de Academische Werkplaats Jeugd in Twente (AWJTwente) geïnventariseerd hoe gemeenten de aandachtsfunctionaris kindermishandeling binnen onderwijs- en kinderopvangorganisaties promoten en ondersteunen.
Een aandachtsfunctionaris kindermishandeling ondersteunt collega’s die kindermishandeling vermoeden. Deze persoon kan ervoor zorgen dat de meldcode beter wordt toegepast. Op basis van verzamelde activiteiten en landelijke aanbod is een praktische handreiking ontwikkeld voor gemeenten.
De handreiking geeft concrete handvatten aan gemeenten: hoe kunnen zij het aanstellen van aandachtsfunctionarissen bevorderen en de deskundigheid van aandachtsfunctionarissen versterken? Ook gemeenten hebben belang bij professionals die de meldcode goed toepassen. Professionals die werken volgens de meldcode grijpen drie keer vaker in bij vermoedens van kindermishandeling. De inzet van een aandachtsfunctionaris is een strategie om de signalering en aanpak van kindermishandeling te versterken.
In de Digitale handreiking Aanpak Kindermishandeling wordt het samenbrengen en bijscholen van aandachtsfunctionarissen aan gemeenten aanbevolen. Gemeenten kunnen het aanstellen van aandachtsfunctionarissen actief (laten) promoten en ondersteunen. Deze aanjagende rol past bij de verantwoordelijkheden die gemeenten sinds 1 januari 2015 hebben om de preventie en aanpak van kindermishandeling lokaal goed te organiseren. In verschillende gemeenten is of wordt dit al gedaan, vaak met een aantal samenwerkingspartners op dit gebied, zoals GGD-en en Veilig Thuis-organisaties. Aandachtsfunctionarissen geven aan veel profijt te ervaren van ondersteunende activiteiten.
De handreiking is middels onderstaande link te openen:http://hetlock.nl/wp-content/uploads/2016/06/Handreiking-promoten-en-on…

De auteurs zijn Annemiek Konijnendijk en Margreet Timmer

Samenvatting van de aanvraag

Eén van de belangrijke factoren in het falen van de aanpak van kindermishandeling (KM) is de gebrekkige opleiding van professionals die met KM te maken krijgen. Verspreiding van kennis over scholing (handreiking) en/of ontwikkeling scholingsaanbod rond KM in het medische, onderwijs- en (jeugd)zorgveld is daarom onderwerp van dit VIMP voorstel. Het voorstel omvat twee VIMP projecten: •VIMP 1: Ontwikkeling en implementatie van een handreiking voor gemeenten. De handreiking richt zich op professionals, in het primair onderwijs en voor- en buitenschoolse voorzieningen (kinderopvang, peuterspeelzalen) en met name op beroepskrachten met kindermishandeling als aandachtsgebied (de aandachtsfunctionaris kindermishandeling); in samenwerking met de jeugdartsen, doktersassistenten en jeugdverpleegkundigen. •VIMP 2: Ontwikkeling en implementatie postacademisch nascholingsaanbod voor vier medische beroepsgroepen. Als eerste de jeugdarts, als tweede de huisarts, als derde de 350 spoedeisende hulp artsen en als laatste de psychiaters. De keuze van deze groepen is primair bepaald door de plaats die deze medische beroepsgroepen innemen in de zorg voor het kind en secundair door de omvang van de beroepsgroepen. In deze aanvraag wordt VIMP 1 beschreven. VIMP 2 wordt in een andere projectaanvraag uitgewerkt. Bij de implementatie van beide VIMP's worden de uitkomsten van de verschillende, op KM gerichte, projecten die binnen ZonMw lopen betrokken: •De ‘Kind-check’ zal een belangrijk onderdeel zijn van de scholing. •De JGZ-richtlijn ‘Kindermishandeling’ die momenteel herzien wordt. Uit onderzoek naar het werken met de JGZ-richtlijn KM door AWJTwente blijkt dat de stappen van de richtlijn nog niet altijd worden gezet. Ook blijkt uit ditzelfde onderzoek dat JGZ-professionals die beter op de hoogte zijn van de richtlijnen en zich beter in staat voelen om activiteiten uit de richtlijn uit te voeren, deze richtlijnen beter naleven (Konijnendijk, Boere-Boonekamp, Haasnoot en Need, artikel ingediend bij Child Abuse en Neglect) •De uitkomsten van Voorzorg en de Prenatale huisbezoeken JGZ zijn van groot belang voor de medische professionals en maken de noodzaak voor vroege interventie duidelijk. •De richtlijn ‘Blauwe plekken’ die door kinderartsen en KNMG gemaakt wordt en in september 2015 gereed zal zijn, zal breed geïmplementeerd moeten worden naar sectoren die onder de Wet Meldcode vallen. •De richtlijn ‘Signalering kindermishandeling in de spoedeisende medische zorg’ die september 2015 gereed is, vraagt om een implementatie in alle spoedzorg. •Een richtlijn ‘Medische diagnostiek bij vermoeden van seksueel misbruik bij kinderen’ zal artsen ondersteuning bieden bij de aanpak van een vermoeden van seksueel misbruik . •Waar het behandeling betreft zijn de principes van Signs of Safety (SoS) toepasbaar voor elke (zowel medische als niet medische) zorgprofessional. Deze principes zullen onderdeel moeten zijn van het curriculum en de nascholing. Dit bevordert ook het gezamenlijke taalgebruik en referentiekader m.b.t. veiligheidsdenken tussen de verschillende sectoren •Waar het gaat om de inhoud van de (na)scholing, zullen ‘evidence based methodieken’ en ‘best practices’ een grote rol spelen. VIMP 1 en 2 zullen met elkaar samenwerken. De koppeling zal bestaan uit de implementatie van een concrete richtlijn (blauwe plekken; in september 2015 gereed; gefinancierd uit SKMS gelden (Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten) voor alle (medische) beroepsgroepen die in dit project aandacht krijgen. Voor het VIMP 2 project betekent dit dat deze richtlijn geïmplementeerd gaat worden bij jeugdartsen en huisartsen en voor het VIMP 1 project implementatie op scholen, kinderdagverblijven en naschoolse opvang. De Jeugdartsen worden geschoold via VIMP 2 en ingezet in VIMP 1 (samen met doktersassistenten en jeugdverpleegkundigen) ter ondersteuning van scholen en kinderopvang. De eerder genoemde richtlijnen en de SOS-benadering zullen in alle scholingsmodules (accent van VIMP 2) en handreikingen (accent van VIMP 1) geïntegreerd worden en op maat gemaakt voor de doelgroep.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
15700095026
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2016
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. A.A.J. Konijnendijk MSc
Verantwoordelijke organisatie:
Jeugdriagg Noord Holland Zuid