Validiteit van de SDQ als signaleringinstrument in de JGZ voor 4, 5 en 6 jarigen in vergelijking met de LSPPK
Projectomschrijving
Verslagen
Eindverslag
Doel van dit project was om de validiteit en de toegevoegde waarde van de SDQ in vergelijking met die van de LSPPK als signaleringsinstrument voor kleuters vast te stellen. Ook zou worden nagegaan of informatie van leerkrachten (SDQ TF) de signalering zou kunnen verbeteren.
De werving van JGZ-instellingen bleek al snel problematisch. Met toestemming van ZonMw werd eind 2008 besloten om de periode van dataverzameling te verlengen en werd gestart met een hernieuwde werving van JGZ instellingen, in samenwerking met GGD Nederland (GGD NL) en het RIVM Centrum Jeugdgezondheid (R-CJG). Snel bleek dat de hernieuwde werving weinig resultaat zou boeken. Met de afdeling Onderwijs en Professie werd een plan gemaakt om de onderzoeksbereidheid in het veld te stimuleren met workshops over het werken met vragenlijsten bij de signalering. Overleg met het veld maakte echter duidelijk dat dit in hun perceptie niet zou werken omdat het de JGZ alleen maar meer tijd zou kosten. Na overleg met de vakgroep JGZ van GGD NL is een wijzigingsvoorstel gemaakt en besproken met het ZonMw programmasecretariaat. Op hun advies is dat 21 april 2009 schriftelijk ingediend. ZonMw concludeerde in het najaar van 2009 dat die aangepaste opzet te weinig meerwaarde zou bieden in vergelijking met ander lopend onderzoek en besloot om het onderzoek stop te zetten.
Het project bevindt in de voorbereidingsfase, waarin handleidingen, brieven en vragenlijsten worden gemaakt, toestemming van de METC wordt verworden en JGZ instellingen worden geworven ten behoeve van de dataverzameling.
De handleidingen, brieven en vragenlijsten zijn gereed. Daarmee kon de METC voorzien worden van alle door hen gevraagde documenten. Toestemming van de METC is aangevraagd. In principe is toestemming verkregen, onder voorbehoud van een aantal geringe wijzigingen. Het gewijzigde materiaal is opnieuw ingediend bij de METC.
Door de late ontvangst van de bevoorschottingsbrief en de lange JGZ-vakantieperiode kon de werving van JGZ-instellingen feitelijk pas in september van start gaan. Alle instellingen kregen een schriftelijk verzoek om aan het onderzoek mee te werken. Die werving werd ondersteund door GGD-Nederland (GGD-NL) en het RIVM Centrum Jeugdgezondheid (R-CJG). Na de brief volgde een intensieve telefonische campage. GGD-NL vroeg nogmaals om medewerking in een ledenbericht.
Desondanks verloopt de werving moeizaam. Pas 3 – van de benodigde 7 – JGZ instellingen hebben hun medewerking toegezegd. Daarom is aan ZonMw toestemming gevraagd voor verlenging van de periode van de dataverzameling, tot en met het volledige schooljaar 2009-2010.