Mobiele menu

The implementation of the peri-operative safety guidelines

Projectomschrijving

IMPROVE (‘IMPlementatie Richtlijnen Operatieve VEiligheid’) betreft de implementatie van richtlijnen voor het gehele operatieve traject. Doel van deze studie was inzicht te krijgen in de effecten, haalbaarheid en kosten van een evidence-based implementatiestrategie om de toepassing van deze richtlijnen te bevorderen. Negen ziekenhuizen participeerden in een cluster-gerandomiseerd
stepped-wedge trial design. Het project duurde 4 jaar en omvatte 1800 operatiepatiënten met vaat- of buikoperaties. De resultaten wijzen op een steeds betere toepassing van de richtlijnen. Met percentages variërend van 23%-96% is er nog wel veel ruimte voor verbetering. Het percentage postoperatieve wondinfecties daalde van 13,6% in de basismeting naar 2,6% in de laatste (vierde) meting. Het sterftepercentage bleef stabiel (1,8% in de laatste meting). Op deze gunstige ontwikkelingen bleek de implementatiestrategie van wisselende invloed. De haalbaarheid van de interventies was matig tot slecht; scholing en feedback o.b.v. de resultaten van de metingen werden het meest gebruikt,
patiëntveiligheidskaarten werden nauwelijks gebruikt.

Verslagen


Eindverslag

IMPROVE staat voor ‘IMPlementatie Richtlijnen Operatieve VEiligheid’. Het gaat om drie richtlijnen die aanbevelingen bevatten voor het preoperatieve, peroperatieve en het postoperatieve zorgtraject, respectievelijk gepubliceerd in 2010, 2011 en 2012. Aanleiding voor de ontwikkeling van deze multidisciplinaire evidence-based richtlijnen waren de bevindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), zie hun TOP 1, 2 en 3 rapporten (TOP: Toezicht Operatief Proces). De aanbevelingen in de richtlijnen betreffen het verloop van het perioperatieve traject van patiënten, en niet zozeer de inhoud van dit zorgproces. Deze perioperatieve richtlijnen dienden geïmplementeerd te worden in alle Nederlandse ziekenhuizen. De IGZ controleert hier op.
Centrale vraag in deze studie was: wat zijn de effecten, kosten en haalbaarheid van een evidence-based implementatiestrategie ten behoeve van de implementatie van de Nederlandse perioperatieve richtlijnen? Op basis van de beschikbare wetenschappelijke kennis en de te verwachten barrières in de perioperatieve setting werd een mix van implementatieactiviteiten geselecteerd. Verwacht werd dat deze implementatiestrategie de toepassing van de richtlijnen zou verbeteren en daarmee ook de veiligheid van de zorg. Binnen een cluster gerandomiseerd stepped-wedge trial design zijn in negen ziekenhuizen vier metingen uitgevoerd om de toepassing van de richtlijnen te meten (met behulp van kwaliteitsindicatoren) en patiëntveiligheid (in termen van patiëntenuitkomsten zoals reductie in mortaliteit en morbiditeit). Het project heeft 4 jaar geduurd en de studiepopulatie bestond in totaal uit 1800 operatiepatiënten met vaat- of buikoperaties.
De resultaten wijzen op een gunstige ontwikkeling wat betreft standaardisatie van het perioperatieve proces en de perioperatieve patiëntveiligheid. Alle kwaliteitsindicatoren lieten een significante stijging zien; m.a.w. bij steeds meer patiënten wordt de zorg uitgevoerd zoals aanbevolen in de richtlijnen. Met percentages die variëren van 23% (dit betreft de totale ‘stopbundel’, oftewel alle aanbevolen stopmomenten in het perioperatieve traject zijn uitgevoerd bij een operatiepatiënt) tot 96% (time out), is er nog steeds veel ruimte voor verbetering. Wat betreft de patiëntenuitkomsten, liet het percentage postoperatieve wondinfecties (binnen 30 dagen na de operatie) een significante daling zien, namelijk van 13,6% in de basismeting naar 2,6% in de laatste (vierde) meting. Het sterftepercentage (in-hospital) bleef stabiel (1,8% in de laatste meting). Op deze gunstige ontwikkelingen bleken verschillende factoren van invloed, met een wisselend beeld van het effect van de implementatiestrategie. De haalbaarheid van de implementatiestrategie in de participerende ziekenhuizen was laag tot matig met scores variërend van 0-6 (op een schaal van 0-11) voor de diverse implementatie interventies. Hierbij waren feedback o.b.v. de resultaten van de metingen en scholing de meest gebruikte interventies en werden patiëntgerelateerde interventies (m.b.v. patiëntveiligheidskaarten) niet of nauwelijks gebruikt.

IMPROVE staat voor ‘IMPlementatie Richtlijnen Operatieve VEiligheid’. Het gaat om drie nieuwe richtlijnen die aanbevelingen bevatten voor het preoperatieve, peroperatieve en het postoperatieve zorgtraject. Deze richtlijnen zijn achtereenvolgens in 2010, 2011 en 2012 gepubliceerd. De aanleiding voor de ontwikkeling van deze multidisciplinaire evidence-based richtlijnen waren de bevindingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in hun TOP 1, 2 en 3 rapporten (TOP: Toezicht Operatief Proces). De aanbevelingen in de richtlijnen betreffen het verloop van het perioperatieve proces, en niet zozeer de inhoud van dit zorgproces. Verantwoordelijkheden zijn belegd, de aanpak van overdrachten en risicomomenten is gestandaardiseerd en stopmomenten worden gebruikt om te controleren of de gemaakte afspraken zijn nagekomen. Deze perioperatieve richtlijnen dienen geïmplementeerd te worden in alle Nederlandse ziekenhuizen. De IGZ controleert hier op.
De vraag die centraal staat in deze studie is: wat zijn de effecten, kosten en haalbaarheid van een evidence-based implementatiestrategie ten behoeve van de implementatie van de Nederlandse perioperatieve richtlijnen? Op basis van de huidige wetenschappelijke kennis en de te verwachten barrières in de perioperatieve setting is een mix van implementatieactiviteiten geselecteerd. Verwacht wordt dat het beter volgen van de richtlijn de kans op vermijdbare fouten met alle gevolgen van dien verkleint.
Binnen een stepped wedge cluster randomized trial design worden in negen ziekenhuizen vier metingen uitgevoerd op het gebied van richtlijnadherentie (gemeten met behulp van kwaliteitsindicatoren), patiëntveiligheid (in termen van een reductie in perioperatieve morbiditeit en mortaliteit, opnameduur, ongeplande heroperaties en IC-opnames), teamklimaat en veiligheidscultuur.
Het project duurt 4 jaar en de studiepopulatie bestaat in totaal uit 1800 operatiepatiënten die een vaat- of buikoperatie ondergaan.

Samenvatting van de aanvraag

IMPROVE (‘IMPlementatie Richtlijnen Operatieve VEiligheid’) betreft de implementatie van richtlijnen voor het gehele operatieve traject. Doel van deze studie was inzicht te krijgen in de effecten, haalbaarheid en kosten van een evidence-based implementatiestrategie om de toepassing van deze richtlijnen te bevorderen. Negen ziekenhuizen participeerden in een cluster-gerandomiseerd
stepped-wedge trial design. Het project duurde 4 jaar en omvatte 1800 operatiepatiënten met vaat- of buikoperaties. De resultaten wijzen op een steeds betere toepassing van de richtlijnen. Met percentages variërend van 23%-96% is er nog wel veel ruimte voor verbetering. Het percentage postoperatieve wondinfecties daalde van 13,6% in de basismeting naar 2,6% in de laatste (vierde) meting. Het sterftepercentage bleef stabiel (1,8% in de laatste meting). Op deze gunstige ontwikkelingen bleek de implementatiestrategie van wisselende invloed. De haalbaarheid van de interventies was matig tot slecht; scholing en feedback o.b.v. de resultaten van de metingen werden het meest gebruikt,
patiëntveiligheidskaarten werden nauwelijks gebruikt.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
171103008
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. H.C.H. Wollersheim MD PhD
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc