Internet-based attentional bias modification training as add-on to regular treatment in alcohol or cannabis dependent outpatients.
Projectomschrijving
Het trainen van aandachtsprocessen bij verslaving
Patiënten met een verslaving richten hun aandacht automatisch op middel-gerelateerde informatie. Omdat dit de verslaving mogelijk in stand houdt is binnen deze studie onderzoek gedaan naar de effectiviteit van een nieuwe gecomputeriseerde interventie waarin patiënten met een alcohol- of cannabisverslaving leerden hun aandacht weg te richten van middel-gerelateerde plaatjes. De training leidde echter niet tot minder gebruik, minder trek of minder terugval één jaar na de reguliere behandeling. Een verklaring hiervoor is dat de training zich mogelijk niet richtte op het meest belangrijke aspect van aandacht; het kan ook zijn dat de automatische neiging om de aandacht naar de middelen te richten niet voldoende is veranderd. Misschien is het nodig om nog intensievere trainingsmethodes te gebruiken. Meer in het algemeen bleek de verslaving lastig te behandelen; meer dan de helft van de patiënten viel binnen 3 maanden terug. Daarom blijft het heel belangrijk om effectievere behandelingen te ontwikkelen in de verslavingszorg.
Richtlijn
Bekijk de bijbehorende richtlijn in de FMS Richtlijnendatabase
Producten
Auteur: Heitmann J., de Jong P.J.
Magazine: Frontiers in Psychology
Auteur: Janika Heitmann, Nienke C. Jonker, Peter J. de Jong
Magazine: Frontiers in Psychology
Auteur: Janika Heitmann ,Madelon E. van Hemel-Ruiter,Mark Huisman,Brian D. Ostafin,Reinout W. Wiers,Colin MacLeod,Laura DeFuentes-Merillas,Martine Fledderus,Wiebren Markus,Peter J. de Jong
Magazine: PLoS ONE
Verslagen
Eindverslag
Patiënten met een verslaving richten hun aandacht automatisch op middel-gerelateerde informatie. Omdat dit de verslaving mogelijk in stand houdt, onderzocht het huidig onderzoek de effectiviteit van een nieuwe gecomputeriseerde interventie waarin patiënten met een alcohol- of cannabisverslaving leerden hun aandacht weg te richten van middel-gerelateerde plaatjes. De training leidde echter niet tot minder gebruik, minder trek of minder terugval één jaar na de reguliere behandeling. Een verklaring hiervoor is dat de training zich mogelijk niet richtte op het meest belangrijke aspect van aandacht; het kan ook zijn dat de automatische neiging om de aandacht naar de middelen te richten niet voldoende is veranderd. Misschien is het nodig om nog intensievere trainingsmethodes te gebruiken. Meer in het algemeen bleek de verslaving lastig te behandelen; meer dan de helft van de patiënten viel binnen 3 maanden terug. Daarom blijft het heel belangrijk om effectievere behandelingen te ontwikkelen in de verslavingszorg.
De aandacht van mensen met een middelenverslaving (bv. alcohol, cannabis) wordt automatisch getrokken naar informatie die te maken heeft met (het gebruik van) dit middel. Onderzoek heeft laten zien dat het mogelijk is om deze ‘aandachtsbias’ te veranderen met behulp van gecomputeriseerde aandachtstraining. In het huidige project wordt een e-Health aandachtstraining toegevoegd aan de reguliere behandeling van drie verslavingszorginstellingen. De verwachting is dat dit een positief effect heeft op de behandeluitkomst en op terugval. Tevens wordt verwacht dat de extra kosten hiervan worden overtroffen door de gezondheidswinst.
In april 2016 is gestart met werven en includeren van cliënten met een alcohol- of cannabisafhankelijkheid. Deze cliënten volgen een reguliere ambulante Basis GGZ behandeling (voornamelijk Cognitieve Gedragstherapie) en doen daarnaast mee aan dit onderzoek. Deelnemers worden willekeurig toegewezen aan één van drie groepen: online aandachtsbias training (50%), online placebo aandachtstraining (25%) of geen extra training (25%) naast reguliere behandeling. Deelname in één van de twee trainingscondities betekent dat er in de eerste drie weken dagelijks getraind wordt (10 minuten), daarna drie weken drie keer per week en vervolgens 1x per week voor de resterende tijd van reguliere behandeling. Voordat deelnemers starten met hun behandeling doen ze mee aan een online assessment, en doen eenzelfde assessment na afloop van hun behandeling, en zes en twaalf maanden daarna. De verwachting is dat in juni 2017 213 patiënten hebben deelgenomen aan het onderzoek.