Mobiele menu

Cost-effectiveness of decision rules for the use of CT for minimal head injury

Projectomschrijving

Jaarlijks belanden zo’n 60.000 mensen in Nederland na een ongeluk (val, aanrijding etc.) op de Spoed Eisende Hulp met een licht schedel- of hersenletsel. Van deze mensen heeft ca. 10% kans op complicaties en een heel klein deel (0,5%) heeft een hersenletsel waarbij snel een hersenoperatie nodig is. Hét hulpmiddel bij het opsporen van die laatste groep patiënten is de CT-scan. Bij alle 60.000 patiënten met een licht schedel- of hersenletsel een CT-scan maken, betekent dat dit (achteraf) in de meeste gevallen niet nodig was. Om het aantal CT-scans te verminderen (en geld uit te sparen) zijn diverse ‘beslisregels’ ontwikkeld waarmee nagegaan kan worden bij welke patiënten een CT-scan zinvol is en bij welke niet. In Rotterdam is onderzocht wat de kosteneffectiviteit is van drie van die beslisregels. Hieruit blijkt dat op grond van de beschikbare gegevens momenteel geen van de drie met zekerheid kosteneffectief is. Alle patiënten scannen is voorlopig kosteneffectiever.

Producten

Titel: Cost effectiveness of using computed tomography (CT) for minor head injury compared with several other management strategies
Auteur: Marion Smits, Diederik W Dippel, M G Myriam Hunink
Magazine: Journal of Trauma
Link: https://oce.ovid.com/article/00005373-200705000-00046/PDF
Titel: CT in Head Injury Patients (CHIP): the CHIP prediction rule for Computed Tomography in patients with minor head injury.
Auteur: Smits M, Dippel DWJ, Steyerberg EW, De Haan GG, Nederkoorn PJ, Kool DR, Vos PE, Dekker HM, Twijnstra A, Hofman PAM, Tanghe HLJ, Hunink MGM.
Magazine: Annals of Internal Medicine
Titel: Predicting intracranial traumatic findings on computed tomography in patients with minor head injury: the CHIP prediction rule
Auteur: Marion Smits 1, Diederik W J Dippel, Ewout W Steyerberg, Gijs G de Haan, Helena M Dekker, Pieter E Vos, Digna R Kool, Paul J Nederkoorn, Paul A M Hofman, Albert Twijnstra, Hervé L J Tanghe, M G Myriam Hunink
Magazine: Annals of Internal Medicine
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/17371884/
Titel: Microstructural brain injury in post-concussion syndrome after minor head injury
Auteur: Marion Smits 1, Gavin C Houston, Diederik W J Dippel, Piotr A Wielopolski, Meike W Vernooij, Peter J Koudstaal, M G Myriam Hunink, Aad van der Lugt
Magazine: Neuroradiology
Link: https://link.springer.com/article/10.1007/s00234-010-0774-6
Titel: A history of loss of consciousness or post-traumatic amnesia in minor head injury: "conditio sine qua non" or one of the risk factors?
Auteur: M Smits 1, M G M Hunink, P J Nederkoorn, H M Dekker, P E Vos, D R Kool, P A M Hofman, A Twijnstra, G G de Haan, H L J Tanghe, D W J Dippel
Magazine: Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry
Link: https://jnnp.bmj.com/content/78/12/1359.long
Titel: Postconcussion syndrome after minor head injury: Brain activation of working memory and attention
Auteur: Marion Smits,1* Diederik W.J. Dippel,2 Gavin C. Houston,3 Piotr A. Wielopolski,1 Peter J. Koudstaal,2 M.G. Myriam Hunink,1,4,5 and Aad van der Lugt
Magazine: Human Brain Mapping
Link: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6871259/
Titel: Minor head injury: CT-based strategies for management--a cost-effectiveness analysis.
Auteur: Smits M, Dippel DW, Nederkoorn PJ, Dekker HM, Vos PE, Kool DR, van Rijssel DA, Hofman PA, Twijnstra A, Tanghe HL, Hunink MG.
Magazine: Radiology
Link: https://doi.org/10.1148/radiol.2452061509
Titel: Minor head injury: guidelines for the use of CT--a multicenter validation study
Auteur: Smits M, Dippel DW, de Haan GG, Dekker HM, Vos PE, Kool DR, Nederkoorn PJ, Hofman PA, Twijnstra A, Tanghe HL, Hunink MG
Magazine: Radiology
Link: https://pubs.rsna.org/doi/10.1148/radiol.2452061509
Titel: The Dutch prediction rule for the use of Computed Tomography (CT) in patients with minor head injury.
Titel: Outcome after complicated minor head injury.
Auteur: Smits M, Hunink MGM, Van Rijssel DA, Dekker HM, Vos PE, Kool DR, Nederkoorn PJ, Twijnstra A, Hofman PAM, Tanghe HLJ, Dippel DWJ.
Magazine: American Journal of Neuroradiology
Titel: Outcome after complicated minor head injury
Auteur: M Smits 1 , M G M Hunink, D A van Rijssel, H M Dekker, P E Vos, D R Kool, P J Nederkoorn, P A M Hofman, A Twijnstra, H L J Tanghe, D W J Dippel
Magazine: American Journal of Neuroradiology
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18065509/
Titel: Long-term outcome after complicated minor head injury.
Titel: Cost-effectiveness of CT scanning in minor head injury: Selective strategies versus scanning all patients.
Titel: External validation of the Canadian CT Head Rule and the New Orleans Criteria for CT scanning in patients with minor head injury
Auteur: Marion Smits 1, Diederik W J Dippel, Gijs G de Haan, Heleen M Dekker, Pieter E Vos, Digna R Kool, Paul J Nederkoorn, Paul A M Hofman, Albert Twijnstra, Hervé L J Tanghe, M G Myriam Hunink
Magazine: JAMA
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16189365/
Titel: Imaging in minor head injury. Early complications and late consequences.
Auteur: Marion Smits
Titel: Cost-effectiveness of the use of CT in minor head injury

Verslagen


Eindverslag

Het licht traumatisch schedel-/hersenletsel (LTSH) vormt een belangrijke belasting voor de Nederlandse gezondheidszorg. Jaarlijks presenteren zich in Nederland naar schatting 60.000 LTSH-patiënten op de Spoedeisende Hulp. Na LTSH is er een kleine doch klinisch zeer relevante kans op neurocraniale complicaties (10%), die zeldzaam neurochirurgische interventie behoeven (0,5%). Juist voor deze laatste patiënten is snelle en betrouwbare diagnose middels CT geïndiceerd. Predictieregels kunnen gebruikt worden als hulpmiddel bij de selectie van LTSH-patiënten voor CT op basis van de aan- of afwezigheid van risicofactoren, die hun implementatie in de kliniek vinden in de vorm van klinische richtlijnen.
De selectie van patiënten voor CT brengt echter het inherente risico met zich mee, dat patiënten met een neurocraniale complicatie, en met name diegene met een indicatie tot neurochirurgisch ingrijpen, niet geïdentificeerd worden. In een kosten-effectiviteitsanalyse vergeleken we selectieve scanstrategieën waarin deze onzekerheid van selectie mee in overweging werd genomen, met het scannen van alle patiënten met LTSH.
Ten behoeve van de kosten-effectiviteitsanalyse voerden we eerst een vervolgstudie uit van alle 312 patiënten uit onze CT in Head Injury Patients (CHIP) studie die een neurocraniale traumatische bevinding op CT hadden (Smits M et al. JAMA 2005;294:1519-1525). We vonden dat de meerderheid van de patiënten met gecompliceerd LTSH volledig herstelt, maar dat postcommotionele klachten, zoals hoofdpijn, vermoeidheid en cognitieve klachten zoals geheugen- en concentratiestoornissen, nog lange tijd tot na het trauma kunnen voortduren (Smits M et al. Am J Neuroradiol 2008;29:506-513).
In de kosten-effectiviteitsstudie vonden we dat selectief scannen op basis van de Canadian CT Head Rule (CCHR; Stiell IG et al. Lancet 2001;357:1391-1396) was de meest kosten-effectieve strategie en kan leiden tot een jaarlijkse kostenbesparing in Nederland van 5 miljoen euro. Deze bevinding is echter alleen valide onder de aanname dat deze predictieregel zeer sensitief is voor de identificatie van patiënten die neurochirurgische interventie behoeven. Bij een lagere sensitiviteit voor de identificatie van deze patiënten zijn de kostenbesparingen lager, en bij een sensitiviteit van minder dan 91-99% is het zelfs kosten-effectief om alle patiënten te scannen in plaats van patiënten te selecteren voor CT. Daarnaast bleek uit de Value of Information analyse dat ten gevolge van de onzekerheid ten aanzien van de functionele uitkomst van LTSH patiënten op lange termijn, nog geen zekere uitspraak gedaan kan worden over de vraag of selectief scannen kosten-effectiever is dan het scannen van alle LTSH patiënten, en dat meer onderzoek geïndiceerd is.
Met de CCHR kan het best een onderscheid gemaakt worden tussen patiënten met een laesie die neurochirurgische interventie behoeft, en diegenen met een niet-neurochirurgische laesie. Aangezien de identificatie van een niet-neurochirurgische laesie gepaard gaat met een hogere kosten zonder winst in effectiviteit, terwijl de tijdige identificatie van patiënten met een neurochirurgische laesie hoge kosten en verlies van (kwaliteit van) leven voorkomt, is het niet verwonderlijk dat met de CCHR de grootste potentiële kostenbesparing te verwachten valt.
Het selecteren van patiënten voor CT brengt echter het risico met zich mee, dat patiënten niet correct gediagnosticeerd en geïdentificeerd worden. Uit onze sensitiviteitsanalyses bleek, dat een strategie van selectief scannen slechts een kans van 51-64% had om kosten-effectief te zijn in vergelijking met het scannen van alle patiënten. Daarnaast bleek dat bij het verlagen van de sensitiviteit voor het identificeren van patiënten met een neurochirurgische indicatie tot onder de 91-99% het scannen van alle patiënten kosten-effectief werd. Met andere woorden, hoewel complicaties na LTSH die neurochirurgisch behandeld moeten worden zeer zeldzaam zijn, is het scannen van alle L

Patienten met een licht-schedel hersentrauma ondergaan meestal een CT scan om neurocranieel letsel, zoals bloedingen, te excluderen. Bij ongeveer 8% is neurocranieel letsel aantoonbaar en bij minder dan 1% is neurochirurgische interventie noodzakelijk. Gezien de lage kans op noodzaak tot neurochirurgische interventie rijst de vraag of het veelvuldig gebruik van CT bij deze indicatie wel gerechtvaardigd is. Uit publicaties blijkt dat een goede patiëntenselectie middels klinische beslisregels kan leiden tot een afname in het aantal verrichte CT’s.In een multicenter studie gesubsidieerd door CVZ-VAZ (de CT for Head Injury Patients (CHIP) studie) hebben wij data verzameld over de klinische karateristieken en CT schedel bevindingen in 3181 patienten om de gepubliceerde regels te valideren en aan te passen. Doel van het voorgestelde onderzoek is om de onderlinge kosten-effectiviteit van diverse klinische beslisregels te bepalen om zodanig tot een doelmatige selectie te komen voor het maken van CT scans bij patienten met een licht-schedel hersentrauma.Wij zullen gebruik maken van logistische regressie, bootstrap analyse, besliskundige analyse, beslisbomen en Markov modellen. De uitkomsten zullen worden uitgedrukt in de klinische uitkomst 6 maanden na het trauma, levensverwachting, kwaliteit-aangepaste levensverwachting, en net health benefit. Een kosten-effectiviteits analyse wordt uitgevoerd vanuit het maatschappelijk perspectief volgens de huidige richtlijnen voor dergelijke analyses.

Samenvatting van de aanvraag

Patients with minimal head injury generally undergo CT scanning to exclude neurocranial injury but only about 8% have neurocranial lesions and less than 1% require neurosurgical intervention. The low probability of abnormalities requiring urgent neurosurgical intervention have called into question whether the liberal use of CT scanning in minimal head trauma is justified. Published decision rules (Haydel NEJM 2000; Stiell Lancet 2001) demonstrated a potential reduction of 23%-46% in the use of head CT by applying a set of clinical criteria to decide whether CT is necessary. In a multicenter study funded by CVZ-VAZ (the CT for Head Injury Patients (CHIP) study) we collected data on clinical characteristics and head CT findings in 3181 patients in order to validate and adapt the published clinical decision rules for the use of head CT in minimal head injury. Both decision rules were analyzed as originally published and adapted to apply to the expanded patient population as observed in the Dutch setting. We found that the adapted Stiell decision rule has a lower sensitivity than the adapted Haydel rule for neurocranial traumatic findings, but would identify all cases requiring neurosurgical intervention, and that it has a much higher potential for reducing the number of CTs. Purpose of the proposed study is to determine the relative cost-effectiveness of various clinical decision rules which are used to decide whether CT is indicated in patients with minimal head injury. Specific goals are to estimate the clinical and economic impact of applying the validated and adapted decision rules from the CHIP study; to develop a prediction rule to determine the probability of neurocranial traumatic injury based on the CHIP dataset; to determine the optimal cutoff in applying the prediction rule for the use of head CT; and to determine whether the Stiell decision rule, the Haydel decision rule, the current Dutch guidelines, our own prediction rule or a combination is the most cost-effective to decide whether CT is indicated in patients with minimal head injury. Using the available CHIP dataset we will develop a prediction rule to predict neurocranial traumatic injury using logistic regression analysis and bootstrap analysis. We will develop a decision model to compare the strategies listed above. The probabilities and consequences of false positive (compared to true negative) and false negative (compared to true positive) results of the decision and prediction rules will be modeled. Immediate consequences will be modeled with a decision tree whereas long-term outcomes will be modeled with a Markov model. The outcomes will be expressed in clinical outcome at 6 months, life years, QALYs, (health care and non-health care) costs, incremental costs per QALY gained, and net health benefit. A cost-effectiveness analysis will be performed from the societal perspective according to recommendations in guidelines on cost-effectiveness analyses. Probabilistic sensitivity analysis will be performed to estimate the effect of uncertainty in the input parameters and value of information analysis will be performed to determine whether more research is necessary. NEDERLANDS SAMENVATTING Patienten met een licht-schedel hersentrauma ondergaan meestal een CT scan om neurocranieel letsel, zoals bloedingen, te excluderen. Bij ongeveer 8% is neurocranieel letsel aantoonbaar en bij minder dan 1% is neurochirurgische interventie noodzakelijk. Gezien de lage kans op noodzaak tot neurochirurgische interventie rijst de vraag of het veelvuldig gebruik van CT bij deze indicatie wel gerechtvaardigd is. Uit publicaties blijkt dat een goede patiëntenselectie middels klinische beslisregels kan leiden tot een afname in het aantal verrichte CTs.In een multicenter studie gesubsidieerd door CVZ-VAZ (de CT for Head Injury Patients (CHIP) studie) hebben wij data verzameld over de klinische karateristieken en CT schedel bevindingen in 3181 patienten om de gepubliceerde regels te valideren en aan te passen. Doel van het voorgestelde onderzoek is om de onderlinge kosten-effectiviteit van diverse klinische beslisregels te bepalen om zodanig tot een doelmatige selectie te komen voor het maken van CT scans bij patienten met een licht-schedel hersentrauma. Wij zullen gebruik maken van logistische regressie, bootstrap analyse, besliskundige analyse, beslisbomen en Markov modellen. De uitkomsten zullen worden uitgedrukt in de klinische uitkomst 6 maanden na het trauma, levensverwachting, kwaliteit-aangepaste levensverwachting, en net health benefit. Een kosten-effectiviteits analyse wordt uitgevoerd vanuit het maatschappelijk perspectief volgens de huidige richtlijnen voor dergelijke analyses. Een probabilistische sensitiviteits analyse zal worden uitgevoerd om het effect van de onzekerheden in de input parameters te schatten en een 'value of information' analyse zal worden uitgevoerd om te bepalen of verder onderzoek nodig is.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
94506309
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2005
2008
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.G.M. Hunink
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC