The functionality of route information for visually impaired and blind people

Het doel is om de bewegwijzering in openbare gebouwen en stations toegankelijk te maken voor slechtziende en blinde mensen. In dit onderzoek willen we vaststellen welke eisen gesteld moeten worden aan het ontwerp van aanwijsborden om een bepaald niveau van leesbaarheid door slechtzienden te bereiken en welk nut gesproken informatie heeft voor de oriëntatie en mobiliteit van slechtziende en blinde mensen in een gebouw. Het onderzoek wil antwoord geven op de volgende vragen: A.1. Hoe is de leesbaarheid van tekstborden afhankelijk van het contrast tussen letters, achtergrond en omgeving voor normaalziende en slechtziende mensen. A.2. Hebben de kleuren van letters en borden invloed op de zichtbaarheid in vergelijking met in zwart-wit uitgevoerde borden met gelijke contrastwaarden. B.1. Zijn gesproken route-informatie of locatie-informatie adequate hulpmiddelen om bestemmingen te vinden in een gebouw. B.2. Welke functionaliteit hebben respectievelijk het route-informatiesysteem en het locatie-informatiesysteem t.o.v. mondelinge informatie bij de ontvangstbalie. B.3. Vinden slechtziende en blinde mensen gesproken informatie een belangrijk hulpmiddel voor de toegankelijkheid van een gebouw. B.4. Kunnen deelnemers een cognitieve representatie opbouwen met behulp van de gesproken informatie. Het onderzoek wordt uitgevoerd in de publieksruimten van het AZG: de ontvangsthal, liften en gangen. Er zullen normaalziende, slechtziende en blinde mensen deelnemen. Deelnemers krijgen op verschillende manieren informatie over de route. In onderzoek A zal worden gemeten op welke afstanden tekstborden worden opgemerkt en leesbaar zijn in een normale omgeving. In onderzoek B wordt gemeten hoe snel de deelnemers op hun bestemming komen, hoe vaak ze verkeerd lopen en hoe vaak ze extra informatie nodig hebben. Achteraf zal worden afgeleid welke cognitieve representatie ze hebben opgebouwd tijdens het experiment.