Mobiele menu

Doorontwikkeling van het zorgprogramma psychotische stoornissen

Projectomschrijving

Ketenprogramma voor psychotische stoornissen
De zorg aan mensen met psychotische stoornissen schiet te kort. Fragmentatie maakt het bieden van optimale zorg onmogelijk. Een ketenprogramma moet uitkomst bieden. Het project start met de identificatie van belemmerende en bevorderende factoren bij de realisatie van effectieve ketenzorg. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het model van Fleuren ea (2002). De resultaten worden organisatorisch en inhoudelijk uitgewerkt door werkgroepen. Deze zijn een afspiegeling van de betrokken ketenpartners, inclusief vertegenwoordigers van cliëntenraden. Er is specifiek aandacht voor versterking van de schakels in de keten. De te ontwikkelen strategieën zijn vooral gericht op het optimaliseren van de behandeling in de eerste vijf jaar na herkenning van de stoornis.

Doelstelling
De in- en externe keten in de zorgorganisatie sluiten goed op elkaar aan. Organisatorische belemmeringen die adequate patiëntenzorg in de weg staan zijn opgeheven. Er is ook voor de behoefte van de patiënt en zijn netwerk.

Verslagen


Eindverslag

Doorontwikkeling van het zorgprogramma psychotische stoornissen.

Het doel van het project is om het zorgprogramma psychotische stoornissen te implementeren, zowel binnen de RvA groep als bij de betreffende ketenpartners. Dit zijn: Novadic Kentron, Ho-gescholen, Gemeente ’s Hertogenbosch en de familieverenigingen.

Doorontwikkeling van het zorgprogramma psychotische stoornissen.

Het doel van het project is om het zorgprogramma psychotische stoornissen te implementeren, zowel binnen de RvA groep als bij de betreffende ketenpartners. Dit zijn: Novadic Kentron, Hogescholen, Gemeente ’s Hertogenbosch en de familieverenigingen. De organisatorische belemmeringen die adequate patiëntenzorg in de weg staan worden opgeheven. De schakels in de keten worden versterkt.
Het project is georganiseerd in een programma met 5 deelprojecten te weten:
1.
Deelproject FACT (Functie Assertive Community Treatment) De bestaande teams te gaan inrichten als FACT teams in samenwerking met de ketenpartners. Deze organisatievorm is als ‘best practice’ opgenomen in de multidisciplinaire richtlijnen voor schizofrenie.
2.
Deelproject ROM: ( Routine Outcome Monitoring) Middels de Rom krijgen zowel de cliënt als de hulpverlener inzicht in de vooruitgang van de behandeling. Op zorgprogrammaniveau geeft ROM inzicht in de effectiviteit van de behandeling.
3.
Deelproject caarms/vroegsignalering. Doelstelling is om samen met scholen een toegesneden verwijsroute/zorgpad te ontwikkelen voor jongeren waarvan het vermoeden is dat zij ‘at risk’ zijn voor het krijgen van psychotische klachten. (een preventief aanbod)
4.
Deelproject Familiepaticipatie. Bij de behandeling van cliënten met een psychotische stoornis zullen familieleden een vaste deelnemer zijn binnen het hulpverleningstraject. (zorgteam) Tevens worden er cursussen aangeboden voor familieleden.
5.
Deelproject Signaleringsplannen. Binnen de instelling wordt met één uniform signaleringsplan gewerkt.

Samenvatting van de aanvraag

Het praktijkproject beoogt de zorg aan mensen met een psychotiche stoornis te optimaliseren; enerzijds door lacunes in het huidige aanbod te identificeren en op te vullen; anderzijds door de externe- en interne keten dusdanig te organiseren dat geconstateerde knelpunten in de samenwerking worden opgeheven en er een optimale doorstroom in de zorgketen bereikt wordt. Projectdoelstellingen worden gerealiseerd in nauwe samenwerking met de betrokken ketenpartners en clientenvertegenwoordiging. Startpunt vormt het identificeren van de belemmerende en bevorderende factoren in de implementatie van het ketenzorgprogramma, waarbij gebruik gmaakt wordt van het theoretisch model van Fleuren ea.(2002). Deze worden vervolgens uitgewerkt in twee deeltrajecten en werkgroepen: de werkgroep inhoud en de werkgroep zorgorganisatie. Een 0- meting en eindmeting zullen plaatsvinden om de resultaten van het praktijkproject te evalueren. Monitoring van de voortgang van het project gebeurt op drie niveau's: van de patient, de keteninstellingen en het zorgprogramma. Een keten-dbc zal ontwikkeld worden.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
300030019
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2012
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. F.G.J. van Mierlo
Verantwoordelijke organisatie:
Reinier van Arkel Groep