Prevention of depression and poor physical function in older persons with vitamin D supplementation
Projectomschrijving
Verslagen
Eindverslag
Depressieve symptomen komen vaak voor bij ouderen en zijn geassocieerd met verminderd fysiek functioneren en vitamine D-gebrek.Vitamine D heeft aangrijpingspunten in het centraal zenuwstelsel en in de spieren. Eerder onderzoek heeft nog geen uitsluitsel kunnen bieden over de vraag of vitamine D suppletie leidt tot een verbetering van depressieve symptomen en fysiek functioneren. Daarnaast was eerder onderzoek vooral gericht op gezonde mensen.
De D-Vitaal studie is een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek naar het effect van 1200 IE vitamine D3 per dag versus placebo op depressieve symptomen en het fysiek functioneren bij een kwetsbare groep 60-plussers. Het effect van vitamine D op angstsymptomen, cognitief functioneren en kwaliteit van leven werd ook onderzocht. Thuiswonende personen tussen de 60 en 80 jaar met lichte depressieve symptomen en ten minste één functionele beperking konden meedoen. Daarnaast hadden de deelnemers een lage vitamine D spiegel (serum 25-hydroxyvitamine D tussen de 15 en 50nmol/L in de winter en 15 en 70 nmol/l in de zomer). Mensen die reeds meer dan 400 IE vitamine D supplementen per dag innamen, antidepressiva gebruikten en/of een diagnose depressie hadden werden uitgesloten van het onderzoek. Depressieve symptomen werden gemeten met de “Center of Epidemiological Studies Depression Scale" (CES-D). Fysiek functioneren werd gemeten met de LASA Functional Limitations vragenlijst en 3 fysieke tests. Deelnemers werden geworven via huisartsenpraktijken en gemeenteregisters in de regio Amsterdam. Uiteindelijk werden 155 mensen geïncludeerd, waarvan 77 deelnemers dagelijks tabletten met 1200 IE vitamine D innamen, en 78 deelnemers placebotabletten kregen. De duur van de studie was 1 jaar. Tijdens dit jaar kregen de deelnemers drie keer een uitgebreid interview (aan het begin, na 6 maanden en na 12 maanden), waarin alle belangrijke variabelen van de studie werden gemeten. Tevens vond er drie keer een kort telefonisch interview plaats (na 2 weken, 3 maanden en 9 maanden), waarin gevraagd werd naar eventuele bijzonderheden wat betreft de gezondheid en de inname van de tabletten. In totaal werd twee keer bloed afgenomen om het vitamine D gehalte te bepalen: tijdens de screeningsfase en na 6 maanden. De spiegel van 25-hydroxyvitamine D steeg aanzienlijk in de vitamine D-groep in vergelijking met de placebogroep. De score op depressieve symptomen verminderde zowel in de vitamine D-groep als in de placebogroep en er was geen verschil tussen de groepen. Er was geen verschil in functionele beperkingen en in de lichamelijke conditie gemeten met drie fysieke testen. Er was ook geen effect van vitamine D op angstsymptomen, kwaliteit van leven en cognitief functioneren. De conclusie van de D-Vitaal studie is dat de toediening van 1200 IE vitamine D per dag depressieve symptomen en het lichamelijk functioneren niet verbetert bij ouderen met depressieve symptomen en verminderd lichamelijk functioneren.