Mobiele menu

Development and validation of intermediate endpoints for nutritional interventions aiming to increase fruit and vegetable consumption

Projectomschrijving

PredFV: beter voorspellen van effecten groente- en fruitbevordering

Vraagstuk

De uiteindelijke gezondheidseffecten van meer groente en fruit eten zijn pas op lange termijn meetbaar. Een daadwerkelijke verhoging van de groente- en fruitconsumptie is een indicator voor het succes van een interventie, maar zelfrapportage door gebruikers is niet betrouwbaar genoeg. Zijn er andere intermediaire factoren meetbaar om een goede voorspeling te doen van de (kosten)effectiviteit van een interventie?

Onderzoek

In dit project is een methode ontwikkeld om de consumptie te schatten via metingen van stoffen in het bloed (carotenoiden, vitamine C en foliumzuur), gecombineerd met geslacht, leeftijd en mate van overgewicht.

Uitkomst

De geschatte waarden voor inname van groente en fruit blijken in het ontwikkelde model goed samen te hangen met de werkelijke inname. Beter bijvoorbeeld dan maten als de som van alle geconsumeerde carotenoiden. Wel liet de studie zien dat het model de hoeveelheid gegeten groente en fruit duidelijk overschat, dus verfijning is nog nodig. De methode is geïmplementeerd in de softwareapplicatie predFV.

Verslagen


Eindverslag

In dit project is een model gemaakt waarmee te schatten is hoeveel groente- en fruit wordt gegeten. Deze schatting is gebaseerd op grond van metingen aan stoffen in het bloed (carotenoiden, vitamine C en foliumzuur) en een aantal algemene karakteristieken, zoals geslacht, leeftijd en mate van overgewicht. Uitgangspunt waren eerder verrichtte studies waarin proefpersonen al het te eten groente en fruit door de onderzoekers werden verschaft.
De geschatte waarden voor inname van groente en fruit uit dit model correleert beter met de werkelijke inname als elders gebruikte mate als de som van alle carotenoiden.
Nadere validatie liet echter zien het model de hoeveelheid gegeten groente en fruit duidelijk overschat. Hiervoor is verdere aanpassing nodig.

Samenvatting van de aanvraag

NEDERLANDS Lage consumptie van groente en fruit is geassocieerd met het optreden van chronische ziekten. Er zijn en worden diverse interventies ontwikkeld ter verhoging van de groente- en fruitconsumptie. Het bepalen van de (kosten-)effectiviteit van dergelijke interventies in termen van effect op ziekten vergt lange follow-up en grote aantallen personen in de interventie. Het is sneller en efficienter om de werkzaamheid van dergelijke interventies te bestuderen in termen van de bereikte verhoging van inname van groente en fruit, en de effecten op ziekten daaruit af te leiden met behulp van bestaande kennis over de relatie tussen de consumptie van groente en fruit en chronische ziekten. De verhoging van consumptie in zo'n interventie studie dient dan wel te worden gekwantificeerd op een andere manier dan door zelf-rapportage. In dit project zal een methode worden ontwikkeld om biomarker data, zoals te meten in bloed of urine, te vertalen in een hoeveelheid extra gegeten groente- en fruit. De methode is gebaseerd op voedingsexperimenten, waarmee een verband kan worden gelegd tussen inname van bepaalde micro-nutrienten in voeding en concentratie van de biomarkers in bloed, als mede op gegevens over de samenstelling van het voedingspatroon in Nederland. De methode zal worden ingebouwd in software zodat uitvoerders van interventie-studies de methode ook zonder te veel technische kennis kunnen toe passen. De methode zal focussen op carotenoiden in serum (beta-caroteen, alfa-caroteen, beta-cryptoxanthine, luteine, lycopeen, zeaxanthine). Daarnaast zal worden bezien of gebruik van vitamine C en foliumzuur in serum en mogelijk ook kalium in urine aanvullende waarde heeft. Het project zal de volgende producten opleveren: - een fysiologisch gefundeerde methode waarmee uit biomarker waarden de hoeveelheid gegeten groente en fruit is te schatten - computer software waarmee deze methode kan worden uitgevoerd - een artikel waarin de methode wordt beschreven, inclusief: a) een demonstratie van het belang van de methode door te laten zien hoe de zelf gerapporteerde inname verschilt van een objectieve schatting van de inname, en verschillen daarin vast te stellen tussen verschillende bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld naar sociaal economische klasse, of naar lichaamsgewicht) b) het beschrijven van de validiteit en c) aangeven van mogelijke uitbreidingen van de methode ENGLISH Insufficient fruit and vegetable consumption has been linked to the incidence of several chronic diseases, and many interventions have been and are being developed to increase consumption. Evaluating the (cost-)effectiveness of such interventions in terms of their effects on chronic diseases requires long follow-up and large study populations. It is more efficient to evaluate interventions in terms of their effect on consumption of vegetables and fruit, and derived the effects on chronic diseases from existing knowledge on the relation between vegetable and fruit consumption and chronic diseases. In such studies, the increase in consumption should be quantified in another way than by self-report. Here we propose to develop methods that quantifies fruit and vegetable consumption based on biomarkers in blood and possibly urine. The method is based on results from nutritional experiments, which make it possible to relate intake of particular micro-nutrients to the concentration of biomarkers in serum or urine, as well as on data on the food composition in the Netherlands. The method will be implemented in a software tool. The availability of that software tool will make it possible to easily apply the method. Focus will be on carotenoids in serum as biomarkers (beta-carotene, alpha-carotene, beta-cryptoxanthin, lutein, lycopene, zeaxanthin) but also ascorbic acid and folate in serum and possibly potassium in urine will be considered. Deliverables of the project are: - a physiology-based method that quantitatively predicts the intake of vegetables and fruits based on biomarker information - a software tool implementing the method. - a paper describing the method, including a demonstration the usefulness of this method by comparing the bias in self-reported intake of V&F (as assessed with this method) in different population subgroups (SES-groups, BMI-groups), validity checks and possible extentions

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200400014
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2012
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. H.C. Boshuizen
Verantwoordelijke organisatie:
Wageningen Universiteit