De interactie tussen omgevings- en individuele kenmerken van lichamelijke activiteit: naar gerichte ontwikkeling van effectieve interventies in lagere sociaal-economische groepen en ouderen
Projectomschrijving
verondersteld dat juist de combinatie van individuele en
omgevingskenmerken samen bepalen of mensen actief zijn of niet. Hier
bestaat echter weinig wetenschappelijke kennis over. In dit onderzoek is bestudeerd op welke wijze onze woonomgeving samen met individuele
afwegingen van mensen leidt tot bewegen. Een belangrijke conclusie is
dat kenmerken uit de omgeving en individuele afwegingen samen leiden tot bewegen en dat de invloed van deze factoren van elkaar afhankelijk kan zijn. Ondanks dat er enkele bewijzen werden gevonden voor het samenspel van omgevingsfactoren en individuele kenmerken, toont het onderzoek tegelijkertijd aan dat dit samenspel minder vanzelfsprekend lijkt te zijn dan soms wordt verondersteld. Bij de ontwikkeling van interventies moet rekening worden gehouden met het feit dat veranderingen in de omgeving meer effect hebben voor bepaalde groepen, en dat individuele interventies niet in elke omgeving even effectief zullen zijn."
Producten
Auteur: Mariëlle A Beenackers*, Carlijn BM Kamphuis, Alex Burdorf, Johan P Mackenbach and Frank J van Lenthe
Verslagen
Eindverslag
Wat bepaalt of mensen veel of weinig bewegen? Zijn het individuele afwegingen (zoals de verwachte voordelen voor de gezondheid) of speelt de omgeving waarin mensen wonen een rol (bv door de aan- of afwezigheid van sportvoorzieningen?) In de afgelopen jaren is hier veel onderzoek naar verricht. Hoewel het misschien voor de hand ligt, en ook steeds vaker wordt verondersteld dat juist de combinatie van individuele en omgevingskenmerken samen bepalen of mensen actief zijn of niet, bestaat er weinig wetenschappelijke kennis over de interactie tussen omgevings- en individuele kenmerken. In dit onderzoek is bestudeerd op welke wijze onze woonomgeving (de sociale omgeving, de veiligheid en de aantrekkelijkheid ervan) samen met individuele afwegingen van mensen leiden tot bewegen. Hiervoor is gebruik gemaakt van een grootschalig onderzoek in Eindhoven en omstreken (de GLOBE studie). Een belangrijke conclusie van dit onderzoek is dat kenmerken uit de omgeving en individuele afwegingen samen leiden tot bewegen en dat de invloed van deze factoren van elkaar afhankelijk kan zijn. Zo bleek bijvoorbeeld dat voor mensen die in een omgeving wonen die ze veilig vinden, de verwachte voordelen en nadelen van bewegen sterk van invloed zijn op of ze wel of niet sporten. Voor mensen die in een omgeving wonen die ze als onveilig ervaren, zijn deze verwachte voor- en nadelen minder van invloed en is het belangrijker dat mensen voldoende vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. Ondanks dat er dus enkele bewijzen werden gevonden voor het samenspel van omgevingsfactoren en individuele kenmerken, toont het onderzoek tegelijkertijd aan dat dit samenspel minder vanzelfsprekend lijkt te zijn dan soms wordt verondersteld; niet altijd werd een interactie gevonden. Bij de ontwikkeling van interventies moet meer rekening worden gehouden met het feit dat veranderingen in de omgeving meer effect hebben voor bepaalde groepen, en dat individuele interventies niet in elke omgeving even effectief zullen zijn.
In het algemeen kan worden gesteld dat verder onderzoek naar deze interacties belangrijke informatie kan opleveren voor de ontwikkeling van preventieve maatregelen In vervolgonderzoek is het noodzakelijk van tevoren een theoretische onderbouwing te geven van de bestudeerde interactie en/of de plausibiliteit van de bestudeerde interacties goed te beschrijven.
In het Nederlandse beleid ten aanzien van bewegen wordt zowel aan het individu als de omgeving een belangrijke rol toebedeeld. Veelal wordt hier gesproken over het ‘gemakkelijker maken van de gezonde keuze’. Dit veronderstelt een samenspel van individueel gemaakte afwegingen en omgevingskenmerken. Hoe deze afwegingen in combinatie met kenmerken uit de omgeving in relatie staan tot bewegen (interacteren) is vooralsnog onduidelijk.
In aansluiting op eerder opgedane kennis over omgevingskenmerken van bewegen wordt in dit vervolgproject bestudeerd of en hoe deze kenmerken in combinatie met cognities ten aanzien van bewegen beweeggedrag in de bevolking kunnen verklaren. In de voorgestelde studies wordt hiervoor zowel gebruik gemaakt van percepties van de omgeving, als van objectieve beoordelingen van omgevingskenmerken. De interactie tussen omgevingskenmerken en individuele cognities wordt met name bestudeerd in lagere sociaal-economische groepen en onder ouderen, vanwege het relatief grote belang van omgevingskenmerken voor bewegen in deze doelgroepen.
Doelstellingen in dit project zijn:
1) Het bestuderen van de wijze waarop de sociale omgeving, en de veiligheid en aantrekkelijkheid van de woonomgeving i.c.m. individuele afwegingen van mensen is geassocieerd met bewegen, m.n. onder ouderen en mensen in lagere sociaal-economische groepen.
2) Het terugkoppelen van de resultaten naar het, aan het onderzoek ten grondslag liggende, theoretische raamwerk.
3) Het opstellen van aanbevelingen t.a.v. beleid en interventies gericht op de bevordering van bewegen binnen de fysieke en sociale woonomgeving van mensen.