Mobiele menu

Regionale pilots Monitor personen met verward gedrag in Utrecht en West- Brabant

Projectomschrijving

Doel

In de regio’s Utrecht en West-Brabant wordt een monitor ‘Personen verward gedrag’ ontwikkeld. Deze regionale pilots zijn bedoeld ter ondersteuning van het regionaal en lokaal beleid met betrekking tot personen met verward gedrag.

Werkwijze

In de 2 pilotregio’s wordt op basis van verschillende regionale gegevensbronnen (o.a. politie, ambulance en GGD meldpunten) een beschrijving gegeven van (de omvang van) de groep personen met verward gedrag en de onderliggende problematiek. Deze beschrijvingen leveren samen met de leerervaringen van het ontwikkelingsproces van deze monitor handvatten en tools voor andere regio’s die de monitoring van personen met verward gedrag willen versterken ten behoeve van regionaal en lokaal beleid.

Samenwerking

De pilots worden uitgevoerd in een samenwerkingsverband tussen RIVM, het Trimbos-instituut, de Praktijk Index, GGD regio Utrecht en GGD West-Brabant.

Resultaten

De pilots hebben duidelijk gemaakt dat de groep mensen met verward gedrag heel divers is en vaak meerdere soorten problemen het gedrag kunnen veroorzaken. Ondersteuning en zorg moet dus aansluiten bij de diversiteit van de problematiek.

Verder blijkt dat het aantal registraties hoger is dan het aantal geregistreerde personen. Het aantal personen met verward gedrag wordt dus overschat als alleen naar het aantal registraties wordt gekeken, bijvoorbeeld omdat personen meerdere keren in dezelfde bron geregistreerd staan.

In de pilots is ook gekeken wat de informatie voor gebruikers, zoals beleidsmakers, oplevert. Het is belangrijk gebruikers te betrekken bij de opzet van de monitor, omdat blijkt dat gebruikers soms andere doelen en verwachtingen hebben van een dergelijke ‘monitor’. Zo is de ene gebruiker geïnteresseerd in de omvang van de doelgroep in de regio, terwijl een andere gebruiker geïnteresseerd is in het proces van de hele keten van zorgverlening.

Hetzelfde geldt voor ervaringsdeskundigen, omdat zij vanuit het perspectief van de cliënt kunnen helpen de cijfers en informatie afkomstig van de gegevensbronnen beter te begrijpen. Het blijkt lastig om de informatie uit deze bronnen te analyseren, onder andere vanwege privacywetgeving. Het is niet mogelijk om de cijfers uit de verschillende bronnen bij elkaar op te tellen of met elkaar te vergelijken. Naast elkaar geven de cijfers een genuanceerde indruk van de situatie in de regio. Een analyse van de teksten levert waardevolle aanvullende informatie over de problematiek achter de registraties en aanvragen.

Verslagen


Eindverslag

In Nederland bieden verschillende bronnen informatie over mensen met verward gedrag, bijvoorbeeld bronnen van de politie, GGD meldpunten,en regionaal ambulancevervoer. Op basis van een aantal van deze bronnen is in pilots in de GGD-regio’s Utrecht en West-Brabant geprobeerd om regionaal de groep personen met verward gedrag en de onderliggende problematiek in beeld te brengen.

De pilots hebben duidelijk gemaakt dat ‘de’ persoon met verward gedrag niet bestaat. De groep mensen met verward gedrag is heel divers en vaak kunnen meerdere soorten problemen het gedrag veroorzaken. Dit betekent dat ondersteuning en zorg moet aansluiten bij de diversiteit
van de problematiek. Verder blijkt dat het aantal registraties hoger is dan het aantal geregistreerde personen. Het aantal personen met verward gedrag wordt dus overschat als alleen naar het aantal registraties wordt gekeken, bijvoorbeeld omdat personen meerdere keren in dezelfde bron geregistreerd staan.

In de pilots is ook gekeken wat de informatie voor gebruikers, bijvoorbeeld beleidsmakers, oplevert. Zij blijken soms andere doelen en verwachtingen te hebben van een dergelijke ‘monitor’. Zo wil de ene gebruiker de omvang van de groep verwarde personen in de regio weten, en de andere wat er met de personen gebeurt in de hele keten
van zorgverlening. Het is daarom belangrijk gebruikers te betrekken bij de opzet van de monitor. Hetzelfde geldt voor ervaringsdeskundigen, omdat zij vanuit het perspectief van de cliënt kunnen helpen de cijfers en informatie afkomstig van de gegevensbronnen beter te begrijpen.

Het blijkt lastig om de informatie (cijfers en beschrijvingen) uit deze bronnen te ontsluiten en te analyseren, onder andere vanwege privacywetgeving. Het is niet mogelijk om de cijfers uit de verschillende bronnen bij elkaar op te tellen of met elkaar te vergelijken. Naast elkaar geven de cijfers een genuanceerde indruk van de situatie in de regio. Een analyse van de teksten levert waardevolle aanvullende informatie over de problematiek achter de registraties en aanvragen.

De regionale pilots zijn in opdracht van ZonMw uitgevoerd door het RIVM, het Trimbos-instituut, de Praktijk Index, GGD regio Utrecht en GGD West-Brabant. De bedoeling van de pilots is de verdere ontwikkeling van gemeentelijk of regionaal beleid met cijfers en informatie te ondersteunen.

Samenvatting van de aanvraag

Sinds begin 2018 werkt het RIVM in opdracht van het Schakelteam en ZonMw aan de ontwikkeling van een kwantitatieve monitor personen met verward gedrag (‘Kwantitatieve Monitor Verward Gedrag Deel II: pilot jaar 2018’, projectnummer 638050212). De oorspronkelijke monitor bestaat uit een landelijk en een regionaal deel (pilot regio’s GGD-regio Utrecht en GGD West-Brabant), waarbij 2018 het pilot-jaar is. Het RIVM werkt hieraan in een consortium van RIVM, De Praktijk Index, Trimbos-instituut, GGD-regio Utrecht en GGD West-Brabant. Het doel van de pilot van de monitor is een beeld te schetsen van de omvang en kenmerken van de groep personen met verward gedrag en op die manier de opzet van de pilot te toetsen op haalbaarheid en uitvoerbaarheid. In april 2018 heeft het consortium een factsheet en een infographic opgeleverd met de resultaten van de analyse van de landelijke politiecijfers (E33 en E14 meldingen) van 2015 en 2016. Tijdens het eerste half jaar van het project is het consortium ondanks haar inspanningen geconfronteerd met grote problemen rondom privacy, toegang tot en bewerking van een deel van de beoogde data. Voor een deel zijn daarvoor oplossingen gevonden, voor een deel bleken deze problemen onoverkomelijk. Hierdoor konden de aantal vraagstellingen van het landelijk deel van het project niet beantwoord worden binnen de looptijd van het Schakelteam (voor eind september 2018). Het landelijke deel wordt daarom stopgezet, voor de voortzetting en afronding van het regionale deel ‘Regionale pilots Monitor personen met verward gedrag in Utrecht en West-Brabant’ heeft ZonMw het consortium gevraagd een nieuwe aanvraag in te dienen. Deze huidige aanvraag beschrijft de methoden en het plan van aanpak voor deze regionale pilots Monitor personen met verward gedrag. Regionale pilots Monitor personen met verward gedrag in Utrecht en West- Brabant in het kort Het doel van de regionale pilots in Utrecht en West-Brabant is het ontwikkelen van een monitor ‘Personen verward gedrag’, ter ondersteuning van het regionaal en lokaal beleid met betrekking tot (personen met) manifestaties van verward gedrag. Hiertoe worden bij wijze van proef in twee regio’s de aard en omvang van (personen met) manifestaties van verward gedrag gekwantificeerd op basis van bestaande bronnen en vervolgens worden deze cijfers geduid in relatie tot ontwikkelingen in zorg en beleid. Op basis hiervan worden handvatten en tools beschikbaar gesteld aan de regio’s voor de monitoring van (personen met) manifestaties van verward gedrag. In de tweede helft van 2018 worden vraagstellingen beantwoord over de ontwikkeling van een monitor en over de omvang van de groep personen met verward gedrag in de twee pilot regio’s. Voor het beantwoorden van deze vragen ontsluiten we per regio verschillende bronnen. De analyses voor de monitor worden voor een belangrijk deel uitgevoerd op bestaande gegevensbestanden met privacygevoelige informatie. Deze analyses kunnen slechts na expliciete en rechtmatige toestemming van de bronhouders en conform vigerende wet- en regelgeving uitgevoerd worden, met name de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet Politiegegevens en de Wet Geneeskundige behandelovereenkomst. Voor de meerderheid van de beoogde bronnen is deze toestemming reeds verkregen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
638050213
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2019
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. A.M.W. Spijkerman PhD
Verantwoordelijke organisatie:
RIVM

Contactgegevens projectleider

E-mail: annemieke.spijkerman@rivm.nl 
Telefoon: 030 274 35 11