Mobiele menu

Invoering Ketenveldnorm levensloopfunctie in Noord-Nederland Regio 1

Projectomschrijving

Doel

Het FiNNN (Forensisch innovatienetwerk Noord-Nederland) is een samenwerkingsverband tussen de 6 grootste ggz- en vg-instellingen in het noorden van Nederland. Het doel van FiNNN is het ontwikkelen van een regionaal overkoepelend systeem met betrekking tot langdurige forensische zorg voor mensen die zonder deze zorg een gevaar voor zichzelf of anderen kunnen zijn.

Werkwijze

De zorgbehoefte kan sterk verschillen in omvang en tijd. De intensiteit en de omgeving moeten daarom snel kunnen worden aangepast aan de actuele situatie. Zo is de kans op incidenten het meest gering en wordt de patiënt niet meer dan noodzakelijk in zeggenschap en autonomie beperkt.  Samenwerking met patiënt en diens naasten staat daarom voorop.

Sinds 2019 vindt er structureel overleg plaats tussen Zorg- en Veiligheidshuizen en managers van FiNNN-organisaties over de voortgang en deelprojecten. De verschillende partners uit het maatschappelijk domein overleggen per provincie met zorginstellingen over aanmelding, triage en opname in de levensloopzorg. In 2020 wordt gestart met een kleine groep patiënten. Hieruit zal een ‘best practice’ samenhangende aanpak ontstaan, zowel provinciaal als regionaal.

Beweging in kwetsbaarheid

Van januari tot en met juni 2021 besteedden we onder de noemer Beweging in kwetsbaarheid aandacht aan verschillende thema’s die bijdragen aan een meer inclusieve samenleving voor (psychisch) kwetsbare mensen. Met een maandelijkse talkshow, podcasts en publicaties.

Afbeelding

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Subsidieaanvraag Ketenveldnorm levensloopfunctie Samenvatting Regio 1 Noord Nederland. Algemeen De subsidieaanvraag is bedoeld voor de implementatie van de ketenveldnorm voor de levensloopfunctie. Continuïteit van zorg voor kwetsbare, potentieel gevaarlijke personen is belangrijk. Voor deze mensen zelf, voor hun verwanten en voor de maatschappij. Het gaat om de inrichting van het zorgstelsel waar de schotten en drempels zijn verwijderd én de geboden zorg soepel aan de actuele situatie kan worden aangepast. Het realiseren van de deze persoonsgerichte zorg vereist nauwe samenwerking tussen het openbaar bestuur (provincie en gemeenten), de zorginkopers (justitie, gemeenten en zorgverzekeraars) en de (forensische) ggz- en vg-instellingen. Context in Regio 1 Noord-Nederland Groningen, Drenthe en Friesland zijn ingedeeld in regio 1. Door de specifieke geografische eigenschappen van Noord-Nederland ontstaat een situatie waarin moet worden samengewerkt met een groot aantal verschillende partners en zijn de reisafstanden relatief groot. Er zijn daardoor uitdagingen op logistiek terrein, maar ook op het niveau van het realiseren en behouden van samenhang en congruentie. Een gedeelde ambitie vanuit een sterke onderlinge verbondenheid en overtuiging moet het fundament bieden voor het organiseren van deze uitdagingen. Plan van aanpak In 2018 heeft Noord-Nederland (regio 1) zich aangemeld voor de proeftuinperiode. Nadat de keuze op andere regio’s was gevallen, besloten de bestuurders van de FiNNN-organisaties dat de ontwikkelingen niet zou worden stopgezet. De gezamenlijke opdracht werd om voor te sorteren op de implementatie in 2020/2021 en daarom was er contact met proeftuinregio’s en de landelijke projectorganisatie (mevrouw Marloes van Es). Er zijn in 2019 diverse overleggen georganiseerd waarbij de partners van de drie subketens aanwezig waren. Doel was de voorbereiding op de implementatie, maar ook het realiseren van draagvlak en een gezamenlijke ambitie. Er zijn nu provinciale werkgroepen en structureel overleg met de Veiligheidshuizen, projectleiders aanpak verward gedrag, de plaatsingscoördinatoren, inhoudsdeskundigen en de managers ambulante zorg die gezamenlijk onderzoeken hoe de levensloopfunctie doelmatig georganiseerd kan worden. Helaas is, net als in de proeftuinen, de financiering van deze zorg nog een fors probleem. In 2020 zullen we ons richten op twee onderwerpen: 1. Het door middel van bijeenkomsten en ontmoetingen verder versterken van het draagvlak, de ketengedachte en de gezamenlijke ambitie. 2. Het organiseren van de logistiek van de zorg en medewerkers en partners toerusten voor de uitvoering van de levensloopzorg. Resultaten Maart 2021 willen we: - de logistiek van de ketenzorg georganiseerd de deskundigheid toereikend en de taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden hebben belegd; - onze eerste ervaringen met de levensloopzorg kunnen delen; - een evaluatie uitzetten bij de deelnemers en hun verwanten. Op deze wijze zal de kennis over deze doelgroep zijn toegenomen en de samenwerking tussen ketenpartners is dan stevig verankerd. Zo kunnen we deze mensen beter helpen en op die manier een bijdrage leveren aan de maatschappelijke veiligheid. Samenwerkingsverband De mensen die in aanmerking komen voor de levensloopfunctie hebben doorgaans met verschillende (zorg)instanties te maken. Door het verbinden van deze verschillende instellingen ontstaat een integrale, persoongerichte aanpak. Het accent ligt op het samen met patiënten en verwanten organiseren van maatwerk. Die is gericht op preventie, ambulante (woon)begeleiding en indien nodig ook (beveiligde) intensieve zorg. Bij de invoering van de ketenveldnorm zijn per provincie in elk geval de volgende partijen betrokken: - De zorg en Veiligheidshuizen - De wijkteams, OM en politie - Gemeentelijke overheden - Woningcorporaties - (Verslavings)reclassering - Zorgfinanciers - Ervaringsdeskundigen en cliëntenraden - Patiënten en hun verwanten - ggz- en vg-instellingen, lid van FiNNN Zij vormen samen, allemaal vanuit een eigen rol, verantwoordelijkheid en expertise het fundament voor deze complexe zorg. Als een ketenpartner verzaakt – zoals op dit moment geldt voor de zorginkopers – zal het beoogde effect niet gerealiseerd worden. Monitoring en evaluatie Met behulp van evidence-based onderzoeksmethoden bewaken we de voortgang op twee aspecten: 1. De tevredenheid en waardering van deelnemende patiënten, hun verwanten en professionals. 2. De doelmatigheid van de onderlinge samenwerking en werkafspraken. Subsidie De maximaal beschikbare subsidie zal voor de ambitie en de energie die er ingestoken wordt niet voldoende zijn, maar is wel een bron van motivatie en een extra stimulans en daarmee een belangrijk onderdeel van ons proces. In de daarvoor bestemde bijlage is de begroting toegevoegd.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
638014055
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2023
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
J. Hofman
Verantwoordelijke organisatie:
GGZ Drenthe