Mobiele menu

Traumagerichte interventies (EMDR en KIDNET) voor vluchtelingenkinderen: een gerandomiseerd multi-site onderzoek (KIEM)

Projectomschrijving

Vluchtelingenkinderen die nog niet lang in Nederland verblijven, worden slechts beperkt doorverwezen voor specialistische behandeling. Dit terwijl meer kinderen gebaat zijn bij therapie in geval van traumatische stress.

Posttraumatische stress

Hoewel de meeste kinderen die traumatische gebeurtenissen meemaken geen posttraumatische stress (PTSS) klachten ontwikkelen, is de situatie van vluchtelingenkinderen vaak extra complex. Er kan sprake zijn van ingrijpende gebeurtenissen in het land van herkomst en tijdens de vlucht, maar ook de aankomst en het verblijf in Nederland kunnen zeer stressvol zijn. Van kinderen wordt nogal eens gedacht dat zij de ingrijpende gebeurtenissen wel vanzelf zullen vergeten. Uit onderzoek blijkt echter dat trauma-klachten, indien onbehandeld, op langere termijn tot een scala aan klachten kan leiden die van invloed zijn op de (persoonlijkheids-)ontwikkeling van het kind.

Doel

De huidige studie is een gezamenlijke inspanning van meerdere experts en instellingen om de effecten van 2 traumagerichte therapieën (EMDR en KIDNET) ten opzichte van elkaar te bestuderen, wanneer aangeboden aan vluchtelingenkinderen met PTSS.

Onderzoeks- en praktijkprojecten

Veel vluchtelingen in Nederland ervaren psychische problemen en/of hebben een trauma opgelopen. Daarom financieren de Stichting tot Steun VCVGZ en ZonMw gezamenlijk 4 onderzoeksprojecten en 8 praktijkprojecten gericht op het verbeteren van psychosociale zorg en ondersteuning aan statushouders.

Afbeelding

Verslagen


Eindverslag

De randomized clinical trial (RCT) KIEM die de traumagerichte interventies EMDR en KIDNET vergelijkt met een wachtlijstconditie bij vluchtelingenkinderen (8-18 jaar), is in samenwerking met Ipsy volop van start. Er zijn 22 jeugdigen geïncludeerd en er zijn meerdere aangemeld, van verschillende landen van herkomst, en therapeuten krijgen supervisie over beide condities. Over het algemeen is veel positieve feedback op het aanbod (dichtbij huis, al dan niet met tolk) en worden ook ouders bij de behandeling betrokken (in hun ondersteunende rol). Zodra mogelijk (na Corona uitbraak en maatregelen) wordt de studie in volle vaart voortgezet.

Samenvatting van de aanvraag

Getraumatiseerde vluchtelingenkinderen laten een complex scala aan symptomen zien. Velen van hen zijn blootgesteld aan meerdere stressvolle ervaringen zoals geweld, verlies en migratie, en worden geconfronteerd met veranderende en moeilijke leefomstandigheden. Er zijn maar weinig effectstudies met betrekking tot psychologische behandelingen voor deze kwetsbare groep kinderen beschikbaar; tegelijkertijd zijn de wel beschikbare studies veelal van een beperkte methodologische kwaliteit (Henley & Robinson, 2011, Nocon, Eberle-Sejari, Unterhitzenberger & Rosner, 2017). Het bewijs voor de psychotherapeutische interventiemethode EMDR is weliswaar voorhanden voor Nederlandse kinderen, maar staat voor toepassing bij vluchtelingenkinderen nog in de kinderschoenen (Oras, De Ezpeleta & Ahmad, 2004) en is beperkt als het gaat om KIDNET (Catani et al., 2009; Onyut et al., 2005; Ruf et al., 2010). Beide therapieën worden als veelbelovend beschouwd; EMDR wordt in Nederland op grote schaal toegepast bij kinderen met psychotrauma klachten, met bewezen effectiviteit (de Roos et al., 2017). KID NET is een methode die specifiek ontwikkeld is voor vluchtelingenkinderen, maar wordt in Nederland nog beperkt aangeboden. Bovendien zijn er geen gerandomiseerde gecontroleerde studies bekend waar deze methoden ten opzichte van elkaar worden onderzocht (Fazel, 2018). Op basis van meta-analytische resultaten wordt aanbevolen om de effectiviteit van traumagerichte therapieën voor specifiek vluchtelingenkinderen met PTSS verder te onderzoeken (Henley & Robinson, 2011, Nocon et al., 2017). Doelstellingen: Dit project is een gezamenlijke inspanning om de effecten van EMDR en KID NET te bestuderen als traumagerichte therapieën voor vluchtelingenkinderen met PTSS in een RCT (primaire doelstelling). Onderzoeksvragen zijn: 1) Is EMDR effectief bij het verminderen van symptomen van PTSS bij getraumatiseerde vluchtelingenkinderen en -jongeren, die momenteel in Nederland wonen ?; 2) Is KIDNET effectief in het verminderen van de symptomen van PTSS bij getraumatiseerde vluchtelingenkinderen en -jongeren, die momenteel in Nederland wonen ?; 3) Is er een verschil in effectiviteit tussen EMDR en KID NET, met betrekking tot symptomen van PTSS, sociaal-emotionele problemen of kwaliteit van leven?; 4) Welke factoren voorspellen de behandeluitkomst (geslacht, leeftijd, type traumatische ervaring, status van het asielverzoek, bezorgdheid van de verzorger en hun opvattingen over therapie)?, En 5) Wat is de perceptie van vluchtelingenkinderen van traumagerichte therapie, en is er een verschil tussen EMDR en KID NET? Opzet: De opzet van het onderzoek is een gerandomiseerde gecontroleerde studie, uitgevoerd door meerdere instellingen op meerdere locaties, met behulp van gestandaardiseerde vragenlijsten, (semi-)gestructureerde interviews en prestatiegegevens (kwaliteit van leven). Gestandaardiseerde instrumenten worden gebruikt voor en na de behandeling, wekelijks tijdens therapie of wachtlijstperiode, en na 3 maanden follow-up. Onderzoekspopulatie: vluchtelingenkinderen tussen 8 en 18 jaar worden blind toegewezen aan EMDR of KID NET (beide traumagerichte interventies) of een wachtlijstcontrole conditie (N = 42-42-42).

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
636601003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2019
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. G.T.M. Mooren
Verantwoordelijke organisatie:
Centrum '45