Mobiele menu

The phenomenon of online game addiction, a longitudinal perspective utilizing the Monitor Study Internet and Youth

Projectomschrijving

Inzicht in de risicofactoren van gameverslaving bij jongeren
Sinds 2006 volgen Rotterdamse onderzoekers het internetgebruik van 3500-4500 jongeren in het voortgezet onderwijs. Dit onderzoek is sinds 2009 uitgebreid met vragen over computerspelletjes. Daarbij wordt onderzocht hoeveel jongeren games spelen en hoe vaak er sprake is van gewoon en dwangmatig gebruik: gameverslaving. Er is nog maar weinig bekend over gameverslaving en er zijn zeker geen meerjarige onderzoeken naar gedaan. Ook zijn er geen gestandaardiseerde vragenlijsten waarmee onderzoekers gameverslaving kunnen vaststellen.

Doel
Het doel van dit project is inzicht krijgen in gameverslaving en de mogelijke risicofactoren daarvoor. Het project legt de basis voor een beter begrip van het fenomeen gameverslaving. Daarbij ligt de nadruk op de meest verslavende variant: sociale online spellen. Het onderzoek laat zien of jongeren met bepaalde karakteristieken verslaafd raken en of dat een jaar later nog zo is.

Doelgroep
Preventiewerkers jeugdzorg en verslavingszorg

Producten

Titel: Online video game addiction
Auteur: Van Rooij, Antonius J.
Link: http://repub.eur.nl/res/pub/23381/
Titel: Online video game addiction
Auteur: Antonius J. van Rooij
Titel: Compulsive Internet use: the role of online gaming and other internet applications.
Auteur: Van Rooij, Antonius J. Schoenmakers, Tim M. Van den Eijnden, Regina J. J. M. van De Mheen, Dike
Magazine: Journal of Adolescent Health
Titel: Online video game addiction
Auteur: Van Rooij, Antonius J Schoenmakers, Tim M Vermulst, Ad A. Van den Eijnden, Regina J. J. M Van de Mheen, Dike
Magazine: Addiction

Verslagen


Eindverslag

Steeds vaker spelen Nederlandse jongeren samen met anderen videogames over het internet. Dit is niet altijd zonder risico’s: drie procent van de online gamers kan namelijk gezien worden als ‘gameverslaafd’. Ze kunnen er moeilijk mee stoppen, spelen meer dan ze van plan waren, slapen te weinig door het gamen, denken dat ze eigenlijk minder zouden moeten gamen en hun huiswerk lijdt eronder. Vertaald naar alle jongeren gaat het om anderhalf procent van alle Nederlandse adolescenten tussen de 13 tot en met 16 jaar, of 12.000 jongeren. Op basis van deze bevindingen werd een nieuwe vragenlijst ontwikkeld voor het meten van gameverslaving, de Video game Addiction Test (VAT). De VAT omvat de elementen controleverlies, conflicten, overmatige aandacht, stemmingsbeïnvloeding, en onthoudingsverschijnselen. Videogameverslaving hangt samen met verschillende negatieve verschijnselen zoals depressie, eenzaamheid, sociale angst, en een meer negatief zelfbeeld. Maar het lijkt er ook op dat het hebben van goede vriendschappen – zowel online als in het echt – een beschermende werking heeft. Vanuit de praktijk is er behoefte aan kennis, maar ook aan behandelingsprotocollen rondom internet- en gameverslaving. Een behandeling gebaseerd op bestaande technieken zoals Motivationeel interviewen en Cognitieve gedragstherapie (“Leefstijltraining”) lijkt in een kleinschalige verkennende studie goed toepasbaar op de problematiek van internetverslaving.

Op basis van recente bevindingen wordt er door wetenschappers overwogen om internetgerelateerde gedragingen – zoals online gamen, seks, en chatten – in de volgende DSM (V) op te nemen als niet middelgebonden verslaving. Het huidige project richt zich met name op gamen. Steeds meer adolescenten zijn betrokken bij virtuele online gemeenschappen (stammen, ‘guilds’, of andere groepen) en gamen met anderen die ze nog nooit in het ‘echte’ leven gezien hebben op een dagelijkse basis. Recente resultaten van de ‘American Medical Association’ lieten zien dat online game verslaving zeer serieus genomen moet worden, maar ook dat verder onderzoek noodzakelijk is. De longitudinale monitor studie Internet en Jeugd van het IVO loopt al vanaf 2006 en biedt een unieke kans om dit kennisgat te dichten. Door middel van het huidige ZonMW onderzoek werd de studie verlengd met twee jaar, kon er extra aandacht gegeven worden aan gaming, en kwam er meer ruimte voor wetenschappelijke disseminatie van resultaten. De resulterende dataset overspant vijf jaar en is wereldwijd uniek. Resultaten tot nu toe laten zien dat internetverslaving onder adolescenten het sterkst samehangt met online gamen, en demonstreert het bestaan van een kleine groep online gamers (3%, van de gamers, 1,5% van alle jongeren) die veel symptomen van verslaving laat zien.

Samenvatting van de aanvraag

Online video games have addictive properties. Suggestions have recently even been made for inclusion of a concept of game, sex, and chat addiction in the next Diagnostic and Psychiatric Manual (DSM-IV). Adolescents are getting involved with online virtual communities (tribes, guilds, groups) and play games together with people they have never seen in ‘real’ life on a daily basis. This has not been possible up until very recently, and has fundamentally changed the way that adolescents grow up. Recent results from the American Medical Association (CSPH) indicate that online game addiction is indeed to be taken very serious and further research is needed. The currently running longitudinal Monitor Study Internet and Youth (2006-2008) provides a unique chance to address this gap in knowledge. We propose to extend the Monitor Study by two additional measurements, and focus these heavily on online gaming. The resulting dataset will be unique because the Monitor Study Internet and Youth is the only study worldwide that tracks the development of the negative aspects of internet and game use in a longitudinal design. Finally, because the proposed study extends a currently running program, it is a very cost effective way of obtaining the required knowledge – infrastructure, project team, and contact networks are already in place.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
31160208
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2011
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. D. van de Mheen
Verantwoordelijke organisatie:
IVO