Mobiele menu

Voedselwijs?

Projectomschrijving

In dit onderzoek is het Amsterdamse schooltuin- en voedseleducatieprogramma Voedselwijs onderzocht. In totaal hebben er 462 Amsterdamse kinderen uit groep 5 en 6 meegedaan. De kinderen hadden elk hun eigen groente tuintje, kregen daar 25 tuinlessen, plus verschillende kooklessen en gingen optioneel nog naar de boerderij of de Hortus. Uit vragenlijsten blijkt dat de kinderen zeer positief zijn over het programma. We zagen in de vragenlijsten geen verschil wat betreft attitude (houding) ten opzichte van groente eten, een daadwerkelijke hogere groente inname of het aantal groenten dat kinderen kenden.   In verdiepend onderzoek zien we enkele positieve ontwikkelingen betreffende groenteconsumptie. Kinderen geven aan heel graag hun eigen groente te willen opeten en namen wekelijks veel oogst mee naar huis. Hierdoor was  er een goede verbinding met de thuisomgeving Concluderend kan gezegd worden dat het Amsterdamse schooltuin- en voedseleducatie programma een veelbelovend en goed georganiseerd programma is.

Verslagen


Eindverslag

In dit onderzoek is het Amsterdamse schooltuin- en voedseleducatieprogramma Voedselwijs onderzocht. In totaal hebben er 462 Amsterdamse kinderen uit groep 5 en 6 meegedaan. De kinderen hadden elk hun eigen groente tuintje, kregen daar 25 tuinlessen, plus verschillende kooklessen en gingen optioneel nog naar de boerderij of de Hortus.

Uit vragenlijsten blijkt dat de kinderen zeer positief zijn over het programma. Het zelf doen, zelf ervaren en een eigen tuintje hebben was een nieuwe ervaring voor ze. Ook zagen we dat kinderen die meegedaan hebben meer soorten groente lekker vinden, vaker helpen met koken thuis, thuis vaker zeggen welke groente ze willen eten en door hun ouders vaker aangemoedigd worden om groente te eten. We zagen in de vragenlijsten geen verschil wat betreft attitude (houding) ten opzichte van groente eten, een daadwerkelijke hogere groente inname of het aantal groenten dat kinderen kenden.

In verdiepend onderzoek zien we enkele positieve ontwikkelingen betreffende groenteconsumptie. Kinderen geven aan heel graag hun eigen groente te willen opeten. Ze zijn nieuwsgierig om het te proeven, zijn trots en nemen wekelijks veel oogst mee naar huis. Hierdoor heeft het programma een groter bereik dan alleen de kinderen, maar ook de ouders, broers, en zussen komen in aanraking met de geoogste groente.

Concluderend kan gezegd worden dat het Amsterdamse schooltuin- en voedseleducatie programma een veelbelovend en goed georganiseerd programma is. De laatste gegevens worden momenteel geanalyseerd. Deze zullen zo snel mogelijk gepubliceerd worden.

Een jaar na het starten zijn bij 564 kinderen in Amsterdam Zuidoost, Nieuw West en Noord 2 vragenlijsten afgenomen. Een lijst voorafgaand aan het schooltuinprogramma en een na afloop van het programma. Deze gegevens worden momenteel geanalyseerd. Daarnaast hebben 2 onderzoekers het hele schooltuinprogramma geobserveerd. Elke week gingen ze naar de tuin om mee te tuinieren met de kinderen, of om mee te gaan naar de boerderij. Hier voerden ze gesprekjes over onder andere gezond eten en groente. Alle data die verzameld is wordt momenteel ingevoerd en geanalyseerd. Op de planning staan nog een aantal focusgroepen en de organisatie van een afsluitend tuinfeest waar de resultaten en aanbevelingen van het onderzoek gepresenteerd worden.

Samenvatting van de aanvraag

Slechts 1% van de Nederlandse kinderen eet voldoende groente. Kinderen die niet voldoende groente eten hebben een hoger risico op overgewicht en obesitas en op latere leeftijd een hoger risico op voedingsgerelateerde chronische ziektes. Kinderen in achterstandswijken eten zelfs nog minder groente. In deze achterstandswijken groeit 1 van de 4 kinderen op in armoede. Dit heeft serieuze consequenties voor de beschikbaarheid en het aanbod van een gezonde voeding rijk aan groente. Er bestaan vele interventies en voorlichtingscampagnes voor kinderen die een gezond voedingspatroon stimuleren. Deze interventies hebben echter moeite met het bereiken van lage SEP groepen. Veelbelovend zijn omgevingsinterventies, die juist groepen bereiken die met voorlichtingscampagnes niet bereikt worden. Schooltuinprogramma’s zijn hiervan een goed voorbeeld, zij vinden plaats in een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag. In deze programma’s krijgen de kinderen een stukje grond, verbouwen ze hun eigen groenten en zien ze hoe het groeit. Vaak wordt dit gecombineerd met boerderij educatie en kooklessen. Deze werkvorm spreekt andere leerprincipes aan dan reguliere voedingseducatie in de klas. Er is echter in Nederland nog weinig bekend over de mate van succes van deze programma’s. Daarom willen wij via deze aanvraag 3 projecten uitvoeren waarin we het Amsterdamse schooltuinprogramma Voedselwijs onder de loep nemen. Eerst zal er een vragenlijst studie gedaan worden. Hierin onderzoeken we de mate van succes en variatie in de inname van groente voor en na het schooltuinprogramma. Via kwalitatief en participatief onderzoek zal getracht worden de bevindingen uit de vragenlijst studie te verklaren. Hiervoor vragen we hulp van de kinderen. Tenslotte zullen we een procesevaluatie uitvoeren.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
531005007
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Ir. S.C. Dijkstra
Verantwoordelijke organisatie:
Vrije Universiteit Amsterdam