Het doel van deze studie was een verhalende interventie te ontwerpen die op een gepersonaliseerde wijze bijdraagt aan persoonlijk en maatschappelijk herstel. De doelgroep waren mensen met persoonlijkheidsstoornissen die behandeling volgen in de derdelijns geestelijke gezondheidszorg.
Er werd een participatieve ontwerpstudie uitgevoerd met ervaringsdeskundigen en behandelaren. Meerdere ronden met interviews en focusgroepen resulteerden in consensus over het ontwerp van de interventie.
Daarna volgde een haalbaarheidsstudie. Deelnemers verbeterden significant in herstel. Hun levensboeken vertoonden verhaalkenmerken die gerelateerd zijn aan herstel. Deelnemers en begeleiders waardeerden de interventie zeer. Op basis van de ervaringen werd de interventie verder verbeterd.
Er is een implementatietoolkit beschikbaar bestaande uit een handleiding en training voor behandelaren en een werkboek en digitale tool voor deelnemers.
Het project werd uitgevoerd door Scelta (expertisecentrum voor persoonlijkheidsproblematiek van GGNet), de Levensstudio (praktijk voor levensverhalen) en het StoryLab van de Universiteit Twente.
De ontwerpstudie liet zien dat er een breed draagvlak is onder mensen persoonlijkheidsstoornissen en onder behandelaren voor een verhalende groepsinterventie gericht op sociaal en persoonlijk herstel. Ook was er consensus over de structuur van de interventie.
De afstemming van de interventie op bestaande behandeling, de intensiteit van de interventie, de eigen regie van deelnemers, de rol van anderen (behandelaren, andere deelnemers en het sociale netwerk) en de vormgeving van de interventie werden in overleg met ervaringsdeskundigen en behandelaren bepaald.
De interventie die in de ontwerpstudie ontwikkeld was werd vervolgens in een haalbaarheidsstudie geëvalueerd. Deze studie liet zien dat herstel tijdens de interventie significant toenam met sterke effectgroottes na afloop van de interventie. De levensverhalen die deelnemers schreven voldeden grotendeels aan de kenmerken die volgens de wetenschappelijke literatuur bijdragen aan herstel. Deelnemers en behandelaren waardeerden de interventie positief. Op basis van de evaluatie werd de interventie verder aangescherpt. De haalbaarheid wordt positief beoordeeld, mits er voldoende aandacht is voor commitment, emotionele reacties en mogelijke uitval.
Persoonlijkheidsstoornissen veroorzaken veel individueel leed en hoge maatschappelijke kosten. In de behandeling is het van belang mensen te sterken in hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke integratie. Scelta (GGNet) en het Story Lab (Universiteit Twente) onderzoeken of een verhalende aanpak mensen kan ondersteunen in hun herstelporoces. Wetenschappelijke inzichten, de expertise van behandelaren en de ervaringsdeskundigheid van clienten worden gebruikt om een verhalende interventie te ontwikkelen: een drieluik waarin mensen het beste uit hun verleden meenemen, hun eigen kracht in een keerpunt beschrijven en een verhaal voor nu en de toekomst ontwikkelen. In een eerste fase wordt de interventie ontworpen in een participatief proces. In een tweede fase wordt de interventie uitgeprobeerd en met clienten en behandelaren geevalueerd. Het uiteindelijke doel van dit project is om de benadering ook beschikbaar te maken voor andere behandelcentra voor persoonlijkheidsstoornissen.
In de eerste fase is op basis van wetenschappelijke kennis, professionele expertise en ervaringsdeskundigheid de interventie ontworpen. Voor de eerste studie zijn negen interviews afgenomen met cliënten en negen met behandelaren en een manager, daarna vond met beide groepen een focusgroep plaats. De resultaten hiervan resulteerden in een instructietekst voor de interventie alsmede een design van het materiaal, hetgeen in twee maal negen member checks aan de deelnemers werd voorgelegd. Op dit moment vindt uitwerking van het definitieve ontwerp plaats. In de tweede fase wordt een procesevaluatie gedaan naar de haalbaarheid van de interventie.
Persoonlijkheidsstoornissen zijn psychische aandoeningen met een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens, en gedragingen die veel individueel lijden en hoge maatschappelijke kosten veroorzaken. Er is evidentie dat psychotherapie bijdraagt aan klinisch en functioneel herstel van persoonlijkheidsstoornissen, ook in de derdelijns geestelijke gezondheidszorg. Dit impliceert echter nog niet dat er ook sprake is van persoonlijk en maatschappelijk herstel. Een verhalende benadering biedt mogelijkheden om op een gepersonaliseerde wijze te werken aan persoonlijk en maatschappelijk herstel. De benadering maakt een duidelijk onderscheid tussen de persoon en de stoornis, laat zien dat verhalen bijdragen aan relaties, richting en betekenis in het leven en gaat in op het unieke verhaal van personen. Een ‘sterk’ verhaal kan de kans op terugval verminderen en het persoonlijk en maatschappelijk herstel duurzaam versterken.
Dit praktijkonderzoek komt voort uit een vraag van Scelta, het expertisecentrum van GGNet voor mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Scelta heeft een manier van werken die goed aansluit bij persoonlijk en maatschappelijk herstel: aandacht voor acceptatie van leed maakt het mogelijk om te werken aan een persoonlijk en maatschappelijk betekenisvol leven. Scelta wil deze werkwijze verder versterken door het huidige gebruik van levensverhalen in de behandeling te professionaliseren. Eerste bevindingen wijzen erop dat verhalen een versterkende werking kunnen hebben voor mensen die in behandeling zijn, mits deze op een gestructureerde en ondersteunende wijze ondersteund worden in het maken van hun verhaal. In dit project wordt daarom een verhalende interventie ontwikkeld die bijdraagt aan het persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen. De unieke samenwerking tussen Scelta en het Story Lab van de Universiteit Twente maakt het mogelijk om bijzonder innovatief te zijn, aangezien levensverhalen en herstel in behandeling en onderzoek van persoonlijkheidsstoornissen pas recent onder de aandacht zijn gebracht.
Een evidence-based psychologische interventie vraagt om een afstemming van de beste wetenschappelijke kennis met de klinische expertise van professionals en waarden en voorkeuren van patiënten. Daarom wordt er in dit project van begin af aan rekening gehouden met deze drie componenten. Het gebruik van de beste wetenschappelijke kennis draagt bij aan een goede onderbouwing van de interventie. Door behandelaren in het proces te betrekken wordt de klinische expertise geëxpliciteerd en door ervaringsdeskundigen een stem te geven kan de interventie afgestemd worden op hun persoonlijke waarden en voorkeuren.
Het eerste subdoel is het ontwerp van de interventie. Op basis van de beste wetenschappelijke kennis wordt een prototype ontwikkeld in de vorm van een drieluik: het eerste verhaal is gericht op de positieve ervaringen uit het verleden die mensen mee willen nemen in hun herstelreis; het tweede verhaal is gericht op de eigen bijdrage aan een keerpunt in het herstelproces; het derde verhaal biedt concrete aanknopingspunten om het persoonlijk en maatschappelijk herstel nu en in de toekomst te bevorderen. Het verhaal wordt gedrukt via een ICT applicatie. De overkoepelende ontwerpvraag is hoe het ontwerp te personaliseren zodat ruimte ontstaat voor het eigen herstelverhaal. Er wordt gebruik gemaakt van eens participatief onderzoeksdesign waarin zes behandelaren en acht ervaringsdeskundigen middels interviews en focusgroepen betrokken worden als co-ontwerpers.
Het tweede subdoel is de evaluatie van de interventie. De interventie wordt ingezet bij 10-12 mensen die bij Scelta in behandeling zijn en voor deze nieuwe module kiezen. De overkoepelende evaluatievraag betreft hoe het therapieveranderingsproces al dan niet bijdraagt aan herstel. Er wordt gebruik gemaakt van een multimethod onderzoek, waarin behandelaren en mensen die in behandeling zijn betrokken worden als co-onderzoekers. De mate van herstel gedurende de interventie wordt onderzocht met de Mental Health Recovery Measure. Kenmerken van verhalen die al dan niet bijdragen aan herstel worden onderzocht aan de hand van de verhalen die in gesprekken en producten uitgewisseld worden. Tot slot worden de ervaringen die al dan niet bijdragen aan herstel bestudeerd aan de hand van wekelijkse open vragen met het Helpful Aspects of Therapy Form.
Het overkoepelende doel van dit project is het maken van een implementatietoolkit voor een verhalende interventie die op een gepersonaliseerde manier bijdraagt aan persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met persoonlijkheidsstoornissen in de derdelijns geestelijke gezondheidszorg. Behandelaren en ervaringsdeskundigen worden hierin betrokken als coauteur. De implementatietoolkit maakt het mogelijk om de interventie ook in andere instellingen te implementeren. Voor de verdere implementatie zal worden samengewerkt met het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen.