Verslagen

Eindverslag

Samenvatting
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Uit het project “Regionaal informatie- en coördinatiepunt voor mensen met verward gedrag en gevaarsrisico Midden-Nederland” bleek een breed draagvlak en behoefte aan zo’n “Schakelpunt”. Dit draagt bij aan een sluitende aanpak in het complexe netwerk van (medische) zorg, straf, hulp en ondersteuning.

De belangrijkste functies van het Schakelpunt zijn:

1. Bemiddelen en coördineren bij de meest passende plaatsing en financiering;

2. Bevorderen van warme overdrachten tussen GGz c.q. strafrechtelijke instellingen en

ambulante zorg/ gemeentelijk sociaal domein en v.v.;

3. Expertise leveren en escaleren bij onmogelijkheden bij plaatsing en overdrachten.

 

Continuïteit van passende, tijdige zorg èn het voorkomen en beperken van overlast en gevaar staan centraal. Het Schakelpunt ondersteunt primair de professionals van partners met expertise

bij vragen of situaties met niet-sluitende ketens en gevaarsrisico van een persoon. Het Schakelpunt adviseert, escaleert, signaleert en verbindt. Het Schakelpunt schakelt goed met Veiligheidshuizen, ZSM, meldpunten acuut en niet-acuut en alle partners.

 

Resultaten
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Wij hebben onze primaire doelstellingen behaald. We wilden:

o (a) bestuurlijk draagvlak en financiële middelen genereren voor een te ontwikkelen en in te richten structureel regionaal informatie- en coördinatiepunt Midden-Nederland voor die inwoners die door verward gedrag zorgen voor agressie, (potentiële) dreiging, risico en/of gevaar voor de omgeving.

o (b) een implementatieplan om een dergelijke voorziening in te richten en in uitvoering te brengen, waarbij goede aansluiting wordt gezocht bij regionale en landelijke plannen en activiteiten.

o (c) daarbij alle relevante partijen actief te betrekken en activeren, zoals onder meer de Regionale GGZ-instellingen, instellingen voor mensen met verstandelijke beperking, de GGD-en, het OM, het NIFP, de politie, de reclasseringsorganisaties, de DJI , de familie- en cliëntenberaden en de Veiligheidshuizen in Midden Nederland.

Dat is gelukt. Het hele ‘concept’ van het gewenste Schakelpunt in M-N is in het project ontwikkeld: dát we met alle partners een Schakelpunt voor personen met verward gedrag en gevaarsrisico willen en nodig hebben en ook wát dat Schakelpunt dan gaat doen (de functies, voor en met welke doelgroep en de precieze doelstellingen per functie). Dit Schakelpunt gaat bijdragen aan het oplossen van de knelpunten die worden geconstateerd rond passende en tijdige plaatsing, warme overdrachten en financiering.

 

Er is ook een onderdeel nog niet gelukt. Zo is het onderdeel informatie-uitwisseling (privacy en evt. ICT) nog onvoldoende uitgewerkt. Het heeft veel tijd gekost om een breed draagvlak en commitment van alle belangrijke spelers te verkrijgen en gezamenlijk de contouren van de inrichting van het Schakelpunt vast te stellen. Met elkaar is vastgesteld dat dit onderdeel past in het vervolgtraject. Nu de belangrijkste functies en werkzaamheden van het Schakelpunt concreet/concreter zijn, komt de vraag op welke wijze dit privacytechnisch precies kan worden vorm gegeven. De werkprocessen kunnen dan worden getoetst aan en in overeenstemming worden gebracht met de privacywetgeving. Bij de vervolgpilot is dat één van de eerste zaken die moeten worden uitgewerkt. Een eerste aanvang is al wel gemaakt.

 

Samenvatting van de aanvraag

Samenvatting
Dit item is dichtgeklapt
Dit item is opengeklapt

Casus: Een verwarde man uit de regio Utrecht wordt geplaatst in een PPC in Den Haag en vervolgens in een FPK in Amsterdam. Het blijkt erg lastig om de informatie-uitwisseling over de voortgang steeds actueel inzichtelijk te houden. Bovendien was het eerst niet helder of betrokkene de beste zorg zou krijgen via een BOPZ- maatregel of via een strafrechtelijke plaatsing. De kans is groot dat betrokkene na afloop van de art. 37-maatregel terugkeert naar Utrecht. De vraag is dan hoe de lokale zorg goed kan aansluiten op het uitgevoerde intramurale zorgtraject.

 

Voor de doelgroep ‘personen met verward gedrag èn gevaarsrisico’ waar naast GGZ-instellingen en gemeenten in veel gevallen ook OM, politie, Reclassering en NIFP bij betrokken zijn, ontbreekt een samenhangende aanpak/ coördinatie van:

• Plaatsing op de juiste titel in de juiste instelling

• Een warme overdracht vanuit de residentiële GGZ-setting of Justitiële Instelling naar ambulante zorg in de lokale setting

• Een informatieknooppunt waar partijen uit zowel zorg als strafrecht in elk geval kunnen raadplegen wie/ welke partijen betrokken zijn bij de desbetreffende persoon met verward gedrag (dat-informatie)

• De financiering. Het huidig financieringsstelsel is hierin eerder belemmerend dan helpend. Immers als iemand met een justitiële titel wordt geplaatst, moet die geplaatst worden op een door justitie ingekocht bed via een zogenaamde Diagnose beveiliging behandelcombinatie (DBBC). Heeft de persoon die niet, dan is soms plaatsing op een plek met hoog beveiligingsniveau niet mogelijk of moet fors worden bijbetaald. Doorstroming naar lichtere vormen van zorg wordt eveneens vaak belemmerd doordat alleen geoormerkte instellingen op een DBBC zorg mogen leveren.

 

Deze subsidieaanvraag betreft dan ook het aanstellen van een projectleider voor het ontwikkelen en in uitvoering brengen van een regionaal informatie- en coördinatiepunt. De activiteiten in dit informatie- en coördinatiepunt zijn:

 

(a) Bemiddelen bij plaatsing van de betrokken casus in de meest passende instelling met het meest passende beveiligingsniveau (vrijwillig of BOPZ). Regelmatig komt het voor dat een persoon met verward gedrag niet geplaatst wordt bij de meest passende instelling. Dit geeft vaak problemen bij de instelling, met niet zelden het resultaat dat de betrokken persoon voortijdig de instelling verlaat, terwijl behandeling nog steeds een noodzaak is. Daarnaast is een vervolgplaatsing na zijn detentie regelmatig nodig, maar lastig te organiseren, enerzijds omdat DJI niet volledig op de hoogte is van de behandelmodaliteiten en beveiligingsniveaus van de GGZ/zorginstellingen in de regio en anderzijds omdat het soms gewoonweg niet lukt de plaatsing (aansluitend aan detentie) te realiseren.

(b) (Warme) overdracht bij uitstroom vanuit de residentiële zorginstelling of Justitiële instelling naar het lokale veld. Als een persoon met verward gedrag en gevaarsrisico terugkomt in diens woonomgeving en de direct betrokkenen naast de directe familie (zoals wijkagent, woningcorporatie of wijkteam van de gemeente) zijn hiervan niet op de hoogte, dan kan de betrokken persoon onvoldoende goed worden begeleid bij diens re-integratie in de samenleving. Daarmee wordt de overgang van een (veilige) klinische setting of justitiële setting naar een (onveilige) persoonlijke woonomgeving nogal eens te groot. We willen de veiligheid van de omgeving en de cliëntzorg goed waarborgen.

(c) Gedeelde en/of te raadplegen informatie over de groep personen met verward gedrag en gevaarsrisico (knooppunt). Als een persoon met verward gedrag verhuist, is het voor de effectiviteit van hulpverlening en kwaliteit van zorg van belang dat informatie over eerder betrokken partijen en instellingen aan de nieuwe partijen kan worden doorgegeven om de continuïteit van de aanpak te borgen. Dit om dubbel werk bij hulp- en zorgverleners te voorkomen en de veiligheid voor de omgeving zo goed mogelijk te waarborgen.

(d) Financiering niet leidend laten zijn, maar de patiënt en zijn behandel- en beveiligingsbehoefte faciliteren in meest passende plaatsing.

 

De subsidieaanvraag betreft dus:

- aanstellen projectleider voor 6 maanden die de opdracht krijgt om voor de bouwstenen Passende ondersteuning, zorg en straf alsmede Informatievoorziening:

o (a) bestuurlijke draagvlak en financiële middelen te genereren voor een structureel regionaal informatie- en coördinatiepunt M-N voor de aanpak van die inwoners die door verward gedrag zorgen voor agressie, (potentiële) dreiging, risico en/of gevaar voor de omgeving.

o (b) een implementatieplan te schrijven, waarbij goede aansluiting wordt gezocht bij plannen en activiteiten bij de overige bouwstenen, m.n. Melding, Beoordeling en risicotaxatie en Toeleiding.

o (c) daarbij alle relevante partijen actief te betrekken, zoals regionale GGZ-instellingen, instellingen voor mensen met verstandelijke beperking, GGD-en, OM, NIFP, politie, 3RO, DJI, Veiligheidshuizen in Midden Nederland alsmede familie- en cliëntenberaden.

Naar boven
Direct naar: InhoudDirect naar: NavigatieDirect naar: Onderkant website