Mobiele menu

Meerjarenprogramma Mensen met een psychische kwetsbaarheid of handicap

Projectomschrijving

Doel

Het Meerjarenprogramma (MJP) bevat projecten die bijdragen aan preventie op primair niveau (voorkomen van) en secundair niveau (voorkomen en verminderen van terugval) en gaat daarbij uit van het cliënt- of burgerperspectief. Het MJP is opgesteld door:

  • (Vertegenwoordigers van) cliënten
  • Politie Noord Nederland
  • Menzis
  • (Zorg)instellingen VNN en Lentis
  • De Groninger gemeenten.

Werkwijze

De projecten hebben sterke raakvlakken met andere programma’s, zoals:

  • De Keten Acute Psychiatrie
  • Het programma Beschermd Wonen en Opvang
  • Mensen met verward gedrag en de Wet verplichte ggz
  • Het programma Transformatie Jeugdhulp Regio Groningen.

Programma-activiteiten kunnen dus zowel een bijdrage leveren aan gestelde doelen binnen het MJP, als daarbuiten. Er is een onderzoek gestart om de effecten van de geleverde inspanningen op de individuen, cliënten en hun vertegenwoordigers en de samenleving te meten. Daarbij wordt gekeken naar de geldstromen, de samenwerking en de effectiviteit van werkwijzen en interventies.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Het Meerjarenprogramma Mensen met een psychische kwetsbaarheid of handicap (hierna: MJP) maakt onderdeel uit van de Regionale werkagenda van de Groninger gemeenten en zorgverzekeraar Menzis. Het is opgesteld met en door (vertegenwoordigers van) clienten, de politie, Menzis, (zorg)instellingen zoals VNN en Lentis en de Groninger gemeenten. Het programma omvat een aantal projecten en pilots die deels al lopen en deels nog moeten worden uitgewerkt en opgestart. De hoofddoelen van dit programma zijn het voorkomen van psychische problemen (preventie), het verminderen van de kans op herhaling van psychische problemen, meer sociale inclusie van mensen met een psychische kwetsbaarheid en versterking van samenwerking tussen betrokken partners en effectieve interventies. Het uitgangspunt is daarbij de leefwereld van mensen en niet de systeemwereld. De samenwerking vanuit de WMO en de Zorgverzekeringswet is belangrijk omdat zorg en ondersteuning op elkaar aan dient te sluiten. Dit sluit ook bij het gedachtegoed van het GGZ Hoofdlijnenakkoord waarin sociaal domein en medisch domein verbetermogelijkheden voor aansluiting en samenwerking dienen te verkennen en vorm te geven. We beogen tevens dat zorg en ondersteuning domeinoverschrijdend zijn (inclusief de 24/7 bereikbaarheid en beschikbaarheid). Daarvoor moeten we onze samenwerking verbeteren en de juiste ondersteuning en zorg op de juiste plek laten plaatsvinden.Daarom gaan we in ons beleid en projecten altijd uit van onderstaande volgorde: 1. betrokken burgers in hun leefomgeving 2. uitvoerende werkers 3. managers, onderzoekers en planners 4. organisaties 5. politiek/overheid/financiers/ wet- en regelgeving. Daarnaast is het belangrijk om het verschil in perspectief en belangen te onderscheiden en dit ook scherp te houden: • burger-/patiëntperspectief • perspectief van 'belangrijke anderen' en de leefomgeving • hulpverlenersperspectief (uitvoerende werkers) • uitvoerende organisaties • verzekeraars, gemeenten en andere financieel verantwoordelijke organisaties. Door middel van projecten/pilots en onderzoek willen we kennis en informatie ontsluiten en zien wat goed werkt en wat daarvoor nodig is. De samenwerking binnen dit programma wordt bepaald door "Gedeeld probleem, gedeeld belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een gedeelde oplossing met burgers / patiënten, organisaties en financiers van zorg en ondersteuning = effectiever". De (verbetering van de) samenwerking is een doel op zich, en we willen hiermee juist de zorg en ondersteuning voor deze kwetsbare groep burgers verbeteren. De professional werkt aan het verbeteren van de gezondheid, de ervaren kwaliteit en daardoor ook aan het verlagen van de kosten. De professional denkt na over de acties en hulpbronnen die het meest nodig zijn en renderen en is dienstbaar aan de sociale structuren van de betreffende burgers. De problemen worden niet groter gemaakt dan ze zijn en worden benaderd vanuit een gedeeld probleem, gedeeld belang en een gedeelde oplossing. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op activiteiten die al gebeuren en die goed werken. We moeten vroegtijdig weten van betrokken burgers en hun leefomgeving, uitvoerende werkers, managers, onderzoekers en planners en uitvoerende organisaties welke knelpunten er zijn en wat er juist goed werkt zodat beleidsmakers en financiers (Menzis en gemeenten) hun verantwoordelijkheid in beleid en inkoop kunnen nemen. Menzis en gemeenten streven ernaar alle activiteiten en initiatieven binnen bestaande budgetten te realiseren. Een programmamanager is aangesteld om samen met een projectteam en projectleiders hier vorm en inhoud te geven. We weten nog weinig over de effectiviteit van interventies en dus of ook onze projecten hier duurzaam aan bijdragen. Om daadwerkelijk te weten of het MJP effect sorteert willen we door middel van monitoring bezien wat de effecten zijn en eventueel ook kunnen bijsturen. We willen een onderzoek laten met de volgende vraagstellingen: (1) Het samenbrengen van de onderzoeksresultaten van de afzonderlijke projecten;(2) Het ontsluiten van al beschikbare data en waar mogelijk een benchmark met een vergelijkbare regio; (3) Inzetten van focusgroepen en interviews om belemmeringen en blokkades in de samenwerking te achterhalen en (4)Lerend en/of responsieve evalueren als onderbouwing van de projecten. Hiervoor zijn we een samenwerking aangegaan met het Rob Giel Onderzoekcentrum (onderzoeksinstituut voor de GGZ binnen het UMCG) en de Aletta Jacobs School of Health. Beide instituten doen al onderzoek naar verbetermogelijkheden voor samenwerking tussen (positieve) gezondheidszorg en maatschappelijke instellingen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
638075029
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2023
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
O.H. Buitendam
Verantwoordelijke organisatie:
Gemeente Groningen