Mobiele menu

Lipodystrofie bij HIV-geïnfecteerde patiënten : effecten van PPAR-g agonisten en metformine op de vetstofwisseling en insulinegevoeligheid

Projectomschrijving

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Achtergrond: Lipodystrofie (LD) is een groot gezondheidsprobleem bij HIV-geïnfecteerde patiënten, die behandeld worden met &8220;highly active anti-retroviral therapy&8221; (HAART); de prevalentie is ongeveer 25 tot 50%. LD wordt gekenmerkt door een herverdeling van vetweefsel, bestaande uit perifeer vetverlies (m.n. in aangezicht en extremiteiten) en centrale vetophoping (m.n. intra-abdominaal). LD gaat vaak gepaard met cardiovasculaire risicofactoren, zoals insulineresistentie, diabetes mellitus, hyperlipidemie en een gestoorde endotheelfunctie. Omdat HAART voor een dramatische reductie van HIV-gerelateerde morbiditeit en mortaliteit heeft gezorgd, lijken de metabole en vasculaire complicaties van deze therapie het toekomstbeeld te gaan bepalen. Perifeer vetverlies speelt mogelijk een centrale rol bij het ontstaan van LD. Protease remmers (PI) remmen de differentiatie van perifere vetcellen door de expressie van genen die betrokken zijn bij de vetcel differentiatie te remmen. Daarnaast induceren zowel PI als reverse transcriptase remmers (RTI) in verhoogde mate apoptose van perifere vetcellen. Een verminderde capaciteit tot opslag van triglyceriden in perifere vetcellen leidt mogelijk tot een verhoogde flux van vrije vetzuren naar de lever, VLDL-overproductie en centrale vetaccumulatie. Thiazolidinedionen (TZD) zijn synthetische liganden voor activatie van de kernreceptor &8216;peroxisome proliferator-activated receptor type gamma&8217; (PPAR-g). Deze reguleert de transcriptie van genen die betrokken zijn bij de differentiatie en proliferatie van perifere (en niet van intra-abdominale) vetcellen en stimuleert de insuline gevoeligheid. Hypothese: Onze hypothese is dat TZD de perifere vetcel differentiatie stimuleren door de expressie van genen die betrokken zijn bij de vetcel differentiatie te moduleren. Dit leidt tot een verbetering van de insuline gevoeligheid, hepatische vetzuur flux, vetverdeling en uiteindelijk het cardiovasculaire risicoprofiel. Andere insuline-sensitizers, zoals metformine, zullen de vetcel differentiatie en vetverdeling waarschijnlijk niet verbeteren.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
92003279
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2003
2008
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. A.I.M. Hoepelman
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht