Serologic surveillance of SARS-CoV-2 during the 2020 pandemic in exposed and unexposed healthcare workers in a tertiary care hospital in Amsterdam (S3 study)
Projectomschrijving
Binnen ons project hebben we ongeveer 800 ziekenhuismedewerkers vervolgd tijdens de COVID-19 pandemie via vragenlijsten en bloedafnames. Hierbij zagen we dat medewerkers die met COVID-19 patiënten werkten, vaker zelf besmet raakten met SARS-CoV-2. Middels genetische analyse van het virus werd gezien dat besmetting vaker plaats vindt van medewerker-naarmedewerker dan van patiënt-naar-medewerker. Daarnaast tonen onze resultaten dat er een zekere kruisbescherming lijkt te bestaan tegen SARS-CoV-2 dankzij eerder verkregen antistoffen tegen een ander coronavirus welke doorgaans verkoudheid veroorzaakt (OC43). Onderzoek van de immuunrespons na vaccinatie toont dat medewerkers die reeds een infectie met SARS-CoV-2 hebben doorgemaakt een vergelijkbare tot zelfs betere antistofrespons vertoonden na 1 vaccinatie met BNT162b2 (Pfizer) in vergelijking met medewerkers die niet eerder geïnfecteerd zijn geweest na 2 vaccinaties. De resultaten van dit onderzoek zijn van belang op het gebied van infectiepreventie, vaccinontwikkeling en het vaccinatiebeleid.
Resultaten:
- Artikel over SARS-CoV-2 infecties in de verschillende groepen ziekenhuismedewerkers
- Artikel over het uitstellen van de tweede mRNA vaccinatie in eerder met SARS-CoV-2 besmette mensen
- Artikel over eenmalige mRA vaccinatie na eerdere besmetting met SARS-CoV-2
- Artikel over het effect van natuurlijke infectie en vaccinatie tegen drie variants of concern (VOCs)
Interview
Verslagen
Eindverslag
Binnen ons project hebben we ongeveer 800 ziekenhuismedewerkers vervolgd tijdens de COVID-19 pandemie via vragenlijsten en bloedafnames. Hierbij zagen we dat medewerkers die met COVID-19 patiënten werkten, vaker zelf besmet raakten met SARS-CoV-2. Middels genetische analyse van het virus werd gezien dat besmetting vaker plaats vindt van medewerker-naar-medewerker dan van patiënt-naar-medewerker. Daarnaast tonen onze resultaten dat er een zekere kruisbescherming lijkt te bestaan tegen SARS-CoV-2 dankzij eerder verkregen antistoffen tegen een ander coronavirus welke doorgaans verkoudheid veroorzaakt (OC43). Onderzoek van de immuunrespons na vaccinatie toont dat medewerkers die reeds een infectie met SARS-CoV-2 hebben doorgemaakt een vergelijkbare tot zelfs betere antistofrespons vertoonden na 1 vaccinatie met BNT162b2 (Pfizer) in vergelijking met medewerkers die niet eerder geïnfecteerd zijn geweest na 2 vaccinaties. De resultaten van dit onderzoek zijn van belang op het gebied van infectiepreventie, vaccinontwikkeling en het vaccinatiebeleid.
In de S3 studie vervolgen we 3 groepen ziekenhuismedewerkers binnen Amsterdam UMC (artsen en verpleegkundigen op de COVID-afdelingen; artsen en verpleegkundigen op de niet-COVID afdelingen en medewerkers zónder direct patiëntencontact) sinds het begin van de pandemie (maart 2020). Wij kijken regelmatig of deze medewerkers antistoffen hebben gemaakt tegen SARS-CoV-2 en inventariseren middels vragenlijsten o.a. blootstelling aan SARS-CoV-2 en COVID-19 gerelateerde klachten. Hiermee onderzoeken we of (en hoe) zorgmedewerkers vaker geïnfecteerd raken om infectiepreventiemaatregelen te kunnen optimaliseren. Hiernaast onderzoeken we o.a. of het hebben van antistoffen tegen ándere coronavirussen die in Nederland frequent een 'gewone' verkoudheid veroorzaken, invloed heeft op het oplopen van SARS-CoV-2 en ziektebeloop (klachten, antistofrespons etc.). Ook onderzoeken we de immuunrespons na vaccinatie en de werkzaamheid van de vaccins tegen de verschillende varianten van het virus. Tot slot inventariseren we psychische klachten onder zorgpersoneel.