Mobiele menu

Postconditioning: A new component of nature's defense against myocardial ischemia-reperfusion injury

Projectomschrijving

Vaak ontstaat na een hartinfarct op de lange termijn schade aan het hart door hartfalen. Zuurstofarme omstandigheden kunnen hartspiercellen beschermen tegen latere perioden van zuurstoftekort. Bij ratten is onderzocht of de schade na een hartinfarct kan worden beperkt door een geleidelijke of ‘stotterende’ manier van het herstel van de doorbloeding, de zogenoemde ‘postconditionering’ (POC). Dit blijkt inderdaad het geval. De mate van bescherming hangt af van de duur van het eerdere zuurstoftekort, maar niet van de manier waarop de bloedtoevoer wordt hersteld. Het mechanisme van bescherming tegen beschadiging en celdood is bij POC vergelijkbaar met andere reeds bekende cellulaire beschermingsmechanismen. POC lijkt minder effectief als ook andere (medicamenteuze) manieren van bescherming worden toegepast. POC zou voor patiënten met een zich ontwikkelend hartinfarct een beloftevolle therapie zijn en mogelijk beschermen tegen hartfalen.

Producten

Titel: Cardiac effects of postconditioning depend critically on the duration of index ischemia.
Auteur: Manintveld OC, Te Lintel Hekkert M, van den Bos EJ, Suurenbroek GM, Dekkers DH, Verdouw PD, Lamers JM, Duncker DJ.
Magazine: American Journal of Physiology - Heart and Circulatory Physiology
Titel: Ischemic preconditioning inhibits mitochondrial respiration, irrespective of the employed signal transduction pathway
Auteur: Liem DA, Manintveld OC, Schoonderwoerd K, McFalls EO, Heinen A, Verdouw PD, Sluiter W, Duncker DJ.
Magazine: Translational Research
Titel: Involvement of reperfusion injury salvage kinases in preconditioning depends critically on the duration of the preconditioning stimulus
Auteur: Manintveld OC, SLuiter W, Dekkers DH, te Lintel Hekkert M, Lamers JM, Verdouw PD, Duncker DJ
Magazine: Experimental Biology and Medicine
Titel: The RISK of ROCK.
Auteur: Manintveld OC, Verdouw PD, Duncker DJ.
Magazine: American Journal of Physiology - Heart and Circulatory Physiology
Titel: Postconditioning against ischaemia-reperfusion injury: ready for wide application in patients?
Auteur: Yetgin T, Manintveld OC, Duncker DJ, van der Giessen WJ
Magazine: Netherlands Heart Journal
Titel: Interaction between pre- and postconditioning in the in vivo rat heart.
Auteur: Manintveld OC, Hekkert ML, van der Ploeg NT, Verdouw PD, Duncker DJ.
Titel: Interaction between pre- and postconditioning in the in vivo rat heart.
Auteur: Manintveld OC, Te Lintel Hekkert M, van der Ploeg N, Verdouw PD, Duncker DJ.
Magazine: Experimental Biology and Medicine
Titel: Protection Against Myocardial Ischemia and Reperfusion
Auteur: Olivier Manintveld

Verslagen


Eindverslag

Achtergrond: In de afgelopen 20-30 jaar is de incidentie en prevalentie van hartfalen sterk toegenomen. Dit is vooral het gevolg van verminderde peri-infarctmortaliteit a.g.v. een verbeterde behandeling van het acute myocardinfarct, waardoor het aantal mensen dat uiteindelijk hartfalen zal ontwikkelen is gestegen. Ons onderzoek richtte zich op nieuwe strategieen om de infarctgrootte a.g.v. ischemie/reperfusie schade te beperken om zo de uiteindelijke kans op hartfalen verminderen. Ischemische preconditionering is het fenomeen dat korte perioden van zuurstoftekort het hart beschermen tegen een langduriger periode van ischemie. Klinisch is dit bij een patiënt met een myocard infarct echter niet toe te passen aangezien deze zich altijd zal presenteren nadat de klachten zijn begonnen. Bij een acuut myocardinfarct blijkt “reperfusie” (herstellen van de bloedvoorziening) nog altijd de meest effectieve therapie om de infarctgrootte te beperken. Echter plotse reperfusie kan deels leiden tot ongunstige effecten mogelijk a.g.v. productie van zuurstofradicalen en calciumoverbelasting. Er is namelijk gebleken dat door geleidelijk of "stotterend" de reperfusie te herstellen de infarctgrootte verder beperkt kan worden. Dit kan d.m.v. mechanische modulatie gebeuren en heet “postconditionering” (POC). Juist dit heeft wel een potentieel grote klinische toepasbaarheid, aangezien bij een dotterprocedure in het kader van een acuut myocardinfarct dit goed toegepast kan worden door geleidelijk de reperfusie te herstellen. Vraagstelling: In dit project zijn een aantal aspecten van POC onderzocht: 1. Het optimale algoritme van POC: verschillende algoritmes zijn reeds getest, maar het optimale algoritme zou ook wel eens afhankelijk kunnen zijn van de duur van de langdurige kransslagaderafsluiting (index ischemie). Voor preconditionering is het immers bekend dat indien de index ischemie te lang duurt, preconditionering niet langer effectief is. Voor POC was dit nog niet bekend. Derhalve hebben we gekeken naar het effect van POC bij verschillende duren van index ischemie. 2. Mechanisme van POC: bij preconditinering is het reeds bekend dat de bescherming via verschillende signaaltransductiepaden loopt, waaronder het Reperfusie Injury Salvage Kinase (RISK) pad. Bij POC was dit op het moment van aanvang van deze studie nog niet goed bekend. In deze studie hebben we dan ook met name gekeken we naar de rol van het RISK pad. 3. Interactie van POC met andere cardioprotective stratgieen: Patienten met een dreigend myocardinfarct kunnen gepreconditioneerd zijn door pre-infarct angina of zelfs tolerant worden voor de beschermende werking van preconditionering wanneer deze te vaak achter elkaar wordt toegepast. Het is echter nog onduidelijk of POC effectief is in reeds gepreconditioneerde harten, hetgeen af zou kunnen hangen van de aard van de preconditioneringsprikkels. In deze studie onderzochten wij 3 verschillende preconditioneringsstimuli, welke alle een ander signaaltransductiepad bleken te activeren, en hun interactie met POC. Methoden: Het onderzoek werd verricht in het in vivo rattenhart. Hierbij werden de harten in vivo gepre- en gepostconditioneerd in vivo, waarna weefsel analyses ex vivo werden verricht. Weefsel analyse bestond uit het bepalen van de infarctgrootte, radicaal productie, mitochondriale koppeling en verschillende eiwitten betrokken bij ischemie/reperfusie schade. Resultaten: 1: POC van het in vivo rattenhart hing sterk af van de duur van de kransslagader-afsluiting, maar was onafhankelijk van het POC-algoritme (Manintveld et al, Am J Physiol 2007). 2: De bescherming door POC na een 60-min durende kransslagader-afsluiting was het gevolg van activatie van het RISK-pad (PI3K-Akt-NO). De toename in infarct grootte door POC na een 15-min durende kranslagader-afsluiting bleek het gevolg van een toename in superoxide productie (Manintveld et al, Am J Physiol 2007). 3: Allereerst vonden we aan dat er adenosine-onafhankelijke en -afhankelijke sign

Samenvatting van de aanvraag

BACKGROUND Ischemic heart disease, in particular myocardial infarction, is the main cause of heart failure in western societies. Myocardial infarct size is an important predictor of the development of heart failure. Hence, developing novel research strategies to reduce the irreversible damage produced by myocardial ischemia-reperfusion remains an important therapeutic goal. Ischemic preconditioning by brief episodes of ischemia, preceding a sustained period of ischemia, limits myocardial infarct size and represents the strongest endogenous cardioprotective mechanism known to date. From a clinical standpoint, preconditioning has a limitation that pharmacological mimicry of this cardioprotective phenomenon requires application prior to infarction. Since it is difficult to predict which patients will encounter a myocardial infarction, the single most effective therapy to date remains early reperfusion of the jeopardized ischemic myocardium. However, despite its merits, the process of reperfusion can itself result in some lethal injury, thereby attenuating its benefit. Indeed it was recently shown that intermittent reperfusion (called 'postconditioning') following a prolonged period of ischemia could limit infarct size, thereby further optimizing the benefits of early reperfusion. This observation is particularly important since, in contrast to preconditioning, postconditioning can be applied at the onset of reperfusion. Hence gradual or intermittent reperfusion would be applicable in all patients with a pending myocardial infarction that undergo primary coronary intervention for reperfusion therapy. OBJECTIVES The present research proposal will focus on 'postconditioning' as a novel approach to limit the irreversible myocardial damage produced by ischemia-reperfusion, and aims to answer the following research questions: 1. What is the optimal algorithm of postconditioning to achieve maximal cardioprotection, and how does this protection depend on the duration of the preceding (infarct-producing) episode of 'index' ischemia? 2. What are the molecular mechanisms underlying the cardioprotective effects of postconditioning? 3. What are the interactions between the two known cardioprotective interventions, i.e. can postconditioning still afford (additional) cardioprotection when hearts are preconditioned, or when hearts have become tolerant to ischemic preconditioning? METHODS These research questions will be addressed in an in vivo rat model of acute myocardial infarction. Myocardial infarction is assessed using standard histochemical techniques, while histological and proteomic analysis will be employed to study the effects of postconditioning on reperfusion-induced oxidative stress directly at the level of mitochondrial proteins, and pharmacological tools and immunoblot analysis will be employed to examine the involved upstream signal transduction pathways. EXPECTED RESULTS The results of these studies will increase our understanding of the novel phenomenon of limitation of infarct size by postconditioning, and will enhance our insight into its molecular mechanisms. Assessment of the most optimal algorithm of postconditioning, its interactions with ischemic preconditioning and its molecular basis will also be essential to translate the phenomenon succesfully into novel cardioprotective strategies in the clinical setting.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
92003385
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2005
2009
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. D.J.G.M. Duncker
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC