Neoplasie bij inflammatoire darmziekten: naar een geïndividualiseerde surveillance strategie

Patiënten met colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn hebben een grotere kans op het ontwikkelen van colorectaal carcinomen (CRC). Voor de grootte van dit risico wordt vaak verwezen naar meta-analyses (voor colitis ulcerosa uit 2001 en voor de ziekte van Crohn voor 2005. Met name de veel geciteerde meta-analyse uit 2001 kent echter belangrijke beperkingen die vertaling van de gepubliceerde gegevens naar de praktijk beperken. In het kader van vooronderzoek hebben wij een nieuwe meta-analyse verricht om tot een realistische schatting te komen van het risico op colitis-geassocieerd CRC. Hiervoor werd de methodiek van de Cochrane Collaboration gevolgd. Wij kwamen tot de conclusie dat het risico op CRC duidelijk verhoogd is voor patiënten met Colitis Ulcerosa en Crohnse colitis, maar minder groot dan voorheen werd aangenomen. De grootte van het risico blijkt afhankelijk te zijn van het IBD-fenotype en is dus niet voor alle IBD patienten gelijk. Met behulp van het huidige, in dit voorstel beschreven, onderzoek beogen wij te komen tot een nieuwe “evidence-based” en kosten-effectieve surveillance richtlijn voor patiënten met colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Hierbij zal in een regionaal en internationaal samenwerkingsverband de volgende vragen beantwoord moeten worden: 1)Kan tot een risicostratificatie bij IBD patiënten worden gekomen, gebruikmakend van klinische parameters? 2)Wat is de potentiële toename van de levensverwachting door surveillance strategieën en wat zijn de kosten per gewonnen levensjaar? Aan de hand van resultaten uit de voorgenomen studies (werkelijke risico’s van colitis-geassocieerd CRC, risicostratificatie en kosten-effectiviteit per IBD-fenotype) zal de huidige richtlijn gemodificeerd worden. Hierna volgt het sluitstuk: 3)Prospectief testen van het aangepaste surveillance regime in een adequaat cohort.