Mobiele menu

Anatomie en etiologie van radius dysplasie

Projectomschrijving

Producten

Titel: TEN YEARS RECORDING COMMON ORAL CLEFTS WITH A NEW DESCRIPTIVE SYSTEM.
Auteur: Luijsterburg AJ, Vermeij-Keers C
Magazine: Cleft Palate Craniofacial Journal
Titel: Validation of the NVSCA Registry for Common Oral Clefts: Study Design and First Results.
Auteur: Rozendaal AM, Luijsterburg AJ, Mohangoo AD, Ongkosuwito EM, Anthony S, Vermeij-Keers C.
Magazine: Cleft Palate Craniofacial Journal
Titel: Validation of the Dutch Registry of Common Oral Clefts: quality of recording specific oral cleft features.
Auteur: Rozendaal A, Luijsterburg AJ, Mohangoo A, Ongkosuwito E, De Vries E, Vermeij-Keers C.
Magazine: Cleft Palate Craniofacial Journal
Titel: Recording congenital differences of the upper limb
Auteur: A.J.M. Luijsterburg, G.J. Sonneveld, Chr. Vermeij-Keers, S.E.R. Hovius
Magazine: Journal of Hand Surgery: British and European Volume
Titel: Distraction in radial dysplasia at wrist level
Auteur: A.J.M. Luijsterburg, S.E.R. Hovius
Magazine: Journal of Hand Surgery: British and European Volume
Titel: Decreasing prevalence of oral cleft live births in the Netherlands, 1997-2006
Auteur: Rozendaal AM, Luijsterburg AJ, Ongkosuwito EM, de Vries E, Vermeij-Keers C
Magazine: Archives of Disease in Childhood - Fetal and Neonatal Edition
Titel: Analysis of peripheral nerve injuries of the upper limb
Auteur: J-B. Jaquet, A.J.M. Luijsterburg, P.D.L. Kuypers, S.E.R. Hovius
Magazine: Journal of Trauma
Titel: ). Congenital anomalies of the upper limb and clinical genetics. International Federation for Societies of Surgery of the Hand Guidelines.
Titel: NVSCA-registratie: schisis. Jaarverslag 2000 van de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen
Titel: Prevalentie van schisis in Nederland en Noord-Nederland
Titel: NVSCA-registratie: schisis. Jaarverslag 2001 van de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen
Titel: NVSCA-registratie: schisis. Jaarverslag 1999 van de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen
Titel: Congenital anomalies of the upper limb and clinical genetics. International Federation for Societies of Surgery of the Hand Guidelines
Titel: The pediatric upper limb
Auteur: S.E.R. Hovius, A.J.M. Luijsterburg
Titel: The pediatric upper limb
Auteur: A.J.M. Luijsterburg, Chr. Vermeij-Keers, S.E.R. Hovius

Verslagen


Eindverslag

Aangeboren afwijkingen van de bovenste extremiteit dan wel van het hoofd/halsgebied hebben een enorme impact op het leven van een kind en zijn ouders omdat deze afwijkingen zichtbaar zijn. Ongeveer 700 kinderen worden jaarlijks geboren met een aangeboren afwijking van de bovenste extremiteit dan wel van de lip, kaak en/of gehemelte, i.e. schisis. In beide gevallen worden kinderen meestal doorverwezen naar een gespecialiseerd multidisciplinair team dat zich specifiek met deze aangeboren afwijkingen bezighoudt. ´Waarom gebeurt dit ons´, ´hebben we iets fout gedaan´, ´is het onze schuld´, ´wat kan er aan gedaan worden´ vragen ouders zich vaak af. Deze vragen trachten de behandelende specialisten zo goed mogelijk te beantwoorden. Tevens wordt gekeken of het een geisoleerde afwijking betreft of onderdeel is van een syndroom en wordt zo mogelijk onderzoek verricht naar de oorzaak. Aangeboren afwijkingen ontstaan tijdens de embryonale periode en alleen de uiterlijke veranderingen zijn na de geboorte zichtbaar en niet de oorzaak hiervan. De ontwikkelingsstoornissen waardoor deze afwijkingen ontstaan zijn dus in feite interpretaties die in het algemeen zijn gebaseerd op de diagnose van de afwijkingen, waarna groepering volgt, i.e. de classificatie. Verschillende classificatiesystemen zijn gepubliceerd met betrekking tot anatomisch verschijnen en interpretaties van gestoorde embryonale ontwikkeling. Hiermee kunnen frequent voorkomende variaties worden beschreven echter minder frequent voorkomende afwijkingen kunnen vaak niet worden ondergebracht in gangbare classificaties.
De kennis over het ontstaan van aangeboren afwijkingen is in de afgelopen jaren enorm uitgebreid waardoor interpretaties veranderen. Dit is niet bevorderlijk voor de consistentie van de bestaande classificaties die juist gebaseerd zijn op interpretaties van aangeboren afwijkingen. De ideale classificatie is simpel en beschrijft de afwijking volledig. Om dit te bereiken is het noodzakelijk een systeem te ontwerpen dat voldoende details van de afwijking kan beschrijven, zonder deze details te interpreteren. Daarom hebben we besloten de individuele details te beschrijven gebaseerd op morfologie, embryologie en topografie. Beschrijving van deze details zijn vormgegeven in een formulier, dat snel en makkelijk is in te vullen en digitaal verwerkt kan worden. Het eerste deel bevat algemene informatie zoals geslacht en geboortedatum. Het tweede deel omvat de details van de afwijkingen. Het laatste deel betreft informatie over aangeboren afwijkingen van andere orgaansystemen, zoals cardiovasculaire of urogenitale afwijkingen. Het registratiesysteem voor aangeboren afwijkingen van de bovenste extremiteit is sinds 2000 nationaal geimplementeerd via de Nederlandse Vereniging voor Hand Chirurgie, en het systeem voor aangeboren afwijkingen van het hoofd/halsgebied sinds 1997 via de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen. Na prospectief onderzoek is gebleken dat de registratiesystemen uitstekend werken om alle variaties van de afwijkingen met voldoende details te registreren. Deze systemen gecombineerd met kennis betreffende normale en abnormale processen tijdens de embryogenese, zouden in het overgrote deel een verklaring kunnen geven hoe een bepaalde afwijking is ontstaan. In de toekomst zal additionele informatie verkrijgbaar zijn door de snel toenemende kennis over genetische aspecten van de ontwikkeling. Ook intracenter en nationale en internationale intercenter studies eisen consistente beschrijvingen van de details van de afwijkingen, om zo frequenties, behandelingen en surveillance te kunnen vergelijken. Na registratie van de details, kan elke afwijking worden gecategoriseerd volgens iedere classificatie. Als bijvoorbeeld diagnosen veranderen door nieuwe gegevens betreffende de pathogenese, kunnen dezelfde details worden gebruikt om deze veranderingen te implementeren zonder dat deze details van simpele als ook complexe afwijkingen verloren gaan. W

Samenvatting van de aanvraag

In Nederland worden elk jaar ongeveer 450 kinderen geboren met een aangeboren afwijking van de bovenste extremiteit. Per jaar worden 70 nieuwe patiënten met zo'n afwijking naar de afdeling Plastische en Reconstructieve Chirurgie van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam verwezen, waarvan 10 patiënten een radius dysplasie hebben. De gehele radiale zijde is daarbij afwijkend: de radius, de duim, spieren, bloedvaten en zenuwen zijn ernstig aangedaan of zelfs afwezig. Deze afwijkingen komen zeer variabel voor, alsook andere afwijkingen van dezelfde extremiteit en of afwijkingen van andere orgaansystemen. Omdat de hand niet ondersteund wordt door de radius en radiale carpalia en de ulna gebogen is is de hand frequent naar radiaal gedevieerd. De functionele gevolgen van deze aandoening alsmede van de vaak geassocieerde afwijkingen zijn groot. Een multidisciplinaire benadering is derhalve vereist vanwege de gespecialiseerde hand therapie, spalken, chirurgie, genetisch advies, kindergeneeskundig ingrijpen of psychosociale therapie. Behandeling van radius dysplasie is een uitdaging voor de reconstructief plastisch chirurg. De timing en keuze tussen de verschillende procedures zijn complex, vooral in een groeiend kind. Studies van de behandeling van radius dysplasie indiceren dat radiale deviatie van de hand frequent recidiveert. Daarom dient de behandeling verfijnd te worden. De basis van verfijning ligt in de kennis van de variabele anatomie en de etiologie. In dit project zal de variabele anatomie bestudeerd worden in een klinische setting, en de etiologie in een experimentele studie. i) Klinische studie: Op onze afdeling is gestart met een retrospectieve studie naar de resultaten van de behandeling van radius dysplasie en tevens wordt momenteel een prospectieve studie uitgevoerd naar de lange termijn resultaten. Primair doel bij de prospectieve studie is het evalueren van de anatomische, functionele en esthetische uitkomsten van een nieuwe behandelstrategie. De kandidaat-onderzoeker zal zich bezig houden met het bestuderen van de variabele anatomie. Additionele informatie zal worden verkregen van acht post-mortem embryo's/foetussen. ii) Experimentele studie: Gezien de sterke evolutionaire conservering van humaan en dierlijk erfelijk materiaal is een muizenmodel bij uitstek geschikt om humane afwijkingen te bestuderen. In families met preaxiale (radiale/tibiale) polydactylie, radius dysplasie en tibia dysplasie is het verantwoordelijk gen zeer recent bekend geworden (saph 1). Een defect in hetzelfde gen is ook verantwoordelijk voor het fenotype van de muizenstam Hemimelia extra toe (Hx). Deze muizen hebben preaxiale polydactylie als heterozygoten en tevens tibia dysplasie (analoog aan radius dysplasie) als homozygoten. De preaxiale polydactylie wordt veroorzaakt door een extra zone van polariserende activiteit (ZPA) aan de preaxiale zijde. De ZPA is tijdens de normale embryonale ontwikkeling alleen gelokaliseerd in de postaxiale (ulnaire/fibulaire) extremiteit en reguleert de antero-posterieure patroonvorming (duim/grote teen - pink/kleine teen). Als belangrijkste eiwit scheiden deze ZPA cellen Sonic Hedgehog (shh) uit, welke op zijn beurt andere factoren activeert. Waarom ook een tibia dysplasie ontstaat in homozygoten is momenteel onbekend. In dit project zal de oorzaak van tibia dysplasie bestudeerd worden. De hypothese is, dat de tibia dysplasie veroorzaakt wordt door vergroting van de extra ZPA. en dit zal als volgt getest worden: a) De verschillen tussen heterozygoten en homozygote muizenmutanten wat betreft de grootte van de extra ZPA zullen worden bestudeerd op verschillende embryonale leeftijden, alsmede de verschillende factoren die een rol spelen bij het tot stand komen van de extra ZPA. b) Tibia dysplasie wordt geïnduceerd in normale muizenembryo's door proximaal in de extremiteit groeifactoren in te brengen die een rol spelen bij het tot stand komen van de extra ZPA (slow release met behulp van microsferen). c) Tibia dysplasie wordt geneutraliseerd in mutante muizenembryo's door antilichamen tegen deze groeifactoren in te brengen in de proximale extremiteit (slow release via microsferen).

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
92003172
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2001
2008
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Dr. C. Vermeij-Keers
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC