De Preconceptie Indicatieijst (PIL) beschrijft op hoofdlijnen de inhoud van preconceptiezorg en is een opzet voor de benodigde multidisciplinaire samenwerkingsafspraken. Deze voorziet de professional van handvatten voor het tijdig signaleren en inschatten van risicofactoren en aandoeningen, die voor paren van belang zijn voor gezond zwanger worden Hierbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt is van bestaande richtlijnen. De PIL is er niet alleen voor de geboortezorg professionals, maar voor alle zorgverleners dus ook voor bijvoorbeeld de internist, bedrijfsarts of diëtist. Ook zij hebben de verantwoordelijkheid om mensen in de vruchtbare leeftijd goed te informeren over bijvoorbeeld mogelijke risico’s van een aandoening of het effect van medicatie op een toekomstige zwangerschap. Door een mogelijke kinderwens tijdig bespreekbaar te maken kan elke zorgprofessional bijdragen aan de beste start voor moeder en kind. Met behulp van de PIL moet preconceptiezorg de komende jaren verankerd worden in het (beroepsmatig) handelen van alle beroepsbeoefenaren, via zorgstandaarden en overige relevante richtlijnen en protocollen. Ook zal de PIL worden opgenomen in de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg (ZIG)
Afgeleide producten van de PIL zijn: een implementatieplan en een cliëntenversie die wordt ontwikkeld in de vorm van een update van de website zwangerwijzer.
De Preconceptie Indicatielijst beschrijft verschillende risicofactoren en de inhoud van zorg conform de geldende richtlijnen en geeft vervolgens aan door wie deze zorg geboden wordt. Preconceptiezorg is een zeer multidisciplinaire vorm van zorg, die vele echelons beslaat. Dit geldt ook voor het individuele specialistische preconceptieconsult. Samenwerking tussen de echelons is van essentieel belang. Derhalve heeft de ontwikkeling van de PIL meer tijd gevergd dan voorzien en is tevens ook meer afstemming benodigd geweest met veel verschillende disciplines buiten de werkgroep (medisch specialisten en (patiënten)organisaties). Deze afstemming zorgt vanzelfsprekend voor discussie en het bereiken van consensus in samenwerkingsafspraken heeft derhalve veel meer tijd gevergd dan van tevoren ingeschat.
De inhoud van de preconceptiezorg van de PIL is gebaseerd op de vigerende Nederlandse richtlijnen, zoals beschreven. De vigerende richtlijnen rondom preconceptie zijn veelal verouderd en zeker vanwege het feit dat buitenlandse richtlijnen van goede kwaliteit tegenstrijdige aanbevelingen gaven, leidde dit vanwege nieuwe/huidige inzichten tot discussies in de werkgroep. Het verdient derhalve aanbeveling de huidige richtlijnen rondom preconceptiezorg te updaten.
Nederland kent een relatief hoge perinatale sterfte in vergelijking met andere Europese landen. De belangrijkste oorzaken van deze sterfte zijn vroeggeboorte, laag geboortegewicht, aangeboren afwijkingen en asfyxie (zuurstoftekort bij de geboorte). Om het risico op deze uitkomsten te verminderen kunnen preventieve maatregelen genomen worden waarvoor adviezen bij voorkeur voor de conceptie gegeven worden: de zogenaamde preconceptiezorg.
Hoewel preconceptiezorg al enige jaren de aandacht heeft van betrokken beroepsgroepen, en over meerdere echelons gaat, is het individuele preconceptieconsult nog steeds een relatief nieuwe vorm van zorg waarvoor tot op heden geen formele ketenafspraken zijn gemaakt. Afspraken over de inhoud van preconceptieconsulten met bijbehorende vervolgstappen en omschrijving van de geïndiceerde zorg zijn essentieel voor een goede samenwerking. Dergelijke afspraken worden verankerd in de te ontwikkelen multidisciplinaire richtlijn preconceptiezorg of beter gezegd; de Preconceptie Indicatie Lijst (PIL).
Het eindproduct is een landelijke multidisciplinaire richtlijn(PIL), die professionals voorziet van handvatten voor het tijdig signaleren en inschatten van risicofactoren en aandoeningen die voor paren van belang zijn voor gezond zwanger worden en het maken van reproductieve keuzes. De PIL voorziet in minimale organisatorische randvoorwaarden zoals verwijsindicaties naar andere (medische) disciplines en/of organisaties voor het goed doen verlopen van het preconceptieconsult als onderdeel van de geboortezorg.