Het ACTion-project heeft zich gericht op de verbetering van implementatievaardigheden van professionals werkzaam in de geboortezorg in Noord Nederland. Hierdoor zijn de 11 Verloskundige Samenwerkings Verbanden (VSV’s) in staat gesteld om verbeterpunten, voortkomend uit de perinatale audits, beter door te voeren. Het project bestond uit training en follow-up bijeenkomsten waarin toename van kennis en vaardigheden vormgegeven is door kennisoverdracht, bespreken van actuele dilemma’s, motiverende coaching en advisering.
Het ACTion-project is geëvalueerd op proces en effecten met behulp van zowel vragenlijsten m.b.t. motivatie, implementatiekennis en -vaardigheden en evaluatie van de training, als ook procesverslagen, observaties en interviews. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de gebruikte onderzoeksmethoden in de verschillende fasen van het project. De data uit de vragenlijsten zijn verwerkt in SPSS en geanalyseerd met behulp van een multiple regressieanalyse. De getranscribeerde interviewverslagen en procesverslagen zijn gecodeerd door 2 onderzoekers en geanalyseerd per VSV met behulp van het in kaart brengen van causale netwerken en patronen (Miles en Huberman, 1994 ). Op deze wijze zijn de factoren van invloed op de effectiviteit van het ACTion-project in kaart gebracht alsmede hoeveel verbetervoorstellen er succesvol door de getrainde teams zijn geimplementeerd, en onder welke voorwaarden.
• Alle 11 VSV’s in Noord Nederland hebben actief deelgenomen aan het ACTion-project. In totaal hebben 89 deelnemers aan (een deel van) de basistraining deelgenomen en in totaal 93 deelnemers aan de follow-up bijeenkomsten. Bij de follow-up bijeenkomsten waren deels andere mensen betrokken dan bij de basistraining.
• In de periode volgend op de trainingen zijn in de 11 VSV’s in 3 jaar tijd 84 gedocumenteerde verbeterpunten opgepakt in het implementatieproces. In onderstaande tabel zijn het totaal aantal verbeterpunten waaraan gewerkt is opgenomen, met een vermelding van de fase van implementatie (gekoppeld aan de fasen van een implementatieproces, zie bijlage 2) waarin de verbeterpunten bij einde van de ACTion-projectperiode waren aanbeland.
Fase1&2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Fase 6 Fase 7 On hold TOTAAL
14 17 6 15 11 34 1 98
• Het is gebleken dat op een aantal onderwerpen in verschillende VSV’s verbeterpunten werden geformuleerd en opgepakt. De top 10 onderwerpen zijn:
1. CTG uitleg: gebruik en beoordeling van het CTG bij foetale bewaking (8x)
2. Communicatie in de keten (6x)
3. Maternale hartactie controle (5x)
4. Consult/aanwezigheid/overdracht kinderarts (5x)
5. Placenta bewaren (4x)
6. Tijdsbewaking (4x)
7. Belinstructies (3x)
8. Documentatie (3x)
9. Groeivertraging (3x)
10. Minder Leven (3x)
Effectiviteit basistraining en relatie met motivatie, resultaten op basis van de vragenlijsten
• Implementatiekennis en -vaardigheden van de deelnemers zijn na de basistraining significant hoger dan voor de training (paired samples T-test; p<.001, grote effectsize: r=.90).
• Intrinsieke motivatie van de deelnemers beïnvloedt het leerresultaat van de ACTion-training positief (Multiple regressieanalyse; p<0.003).
• De ervaren relevantie (noodzaak) van implementatie van verbeterpunten uit de perinatale audits is positief van invloed op intrinsieke motivatie om deel te nemen aan de training (Multiple regressieanalyse; p<.001).
Factoren die de effectiviteit van de training en follow-up bijeenkomsten beïnvloeden, resultaten op basis van procesverlsagen, observaties en interviews
• Het geven van de training en follow-up bijeenkomsten op een locatie in de regio werd als positief ervaren.
• De tijdsduur (4-6 weken) tussen de bijeenkomsten van de basistraining vond men vaak te lang.
• De follow-up bijeenkomsten waren nodig als aanvulling op de basistraining om zowel kennis en vaardigheden op gebied van implementatie en veranderkunde verder te brengen als ook om voortgang op de implementatie van verbeterpunten te realiseren.
• Een proactieve kartrekker bleek een belangrijke bevorderende factor in het zorgen voor voortgang en continuiteit van implementatie van verbeterpunten.
• De door deelnemers gevoelde noodzaak om een verbeterpunt door te voeren was van invloed op hun motivatie om te werken aan de implementatie van verbeterpunten.
• Door bijna alle deelnemers werd de hoeveelheid veranderingen in de geboortezorg genoemd als belemmerend voor de motivatie om mee te doen aan het ACTion-project en/of verbeterpunten op te pakken.
• Het stappenplan van ACTion (zie bijlage 2) helpt de methodiek inzichtelijk te maken en fungeert als een hulpmiddel bij het toepassen en verspreiden van de methodiek.
• Monitoring en vieren van successen beïnvloeden de voortgang positief.
• De inbedding van de ACTion-aanpak in de perinatale audits is een goed werkende manier voor het verspreiden en toepassen van de implementatiekennis en -vaardigheden en zorgt mede voor borging van implementatie van verbeterpunten.
Neveneffecten
• Het gezamenlijk werken aan verbeterpunten volgens de ACTion methodiek bevordert de samenwerking en betrokkenheid van de verschillende disciplines (verloskundige, gynaecologen, huisartsen, kinderartsen, verpleegkundigen, (kraam)managers)
• Het bespreken van fase 3 van het implementatieproces laat zien dat men meer begrip krijgt voor elkaars vaak verschillende standpunten, werkt verbindend.
De volgende activiteiten hebben plaatsgehad in de tweede helft van 2016:
• Oktober 2016: workshop en presentatie in regio Eindhoven: Implementatie verbeterpunten audits conform ACTion-methodiek
• November 2016: mede-organiseren van het jaarlijkse Symposium van het Consortium (ZonMw project ProKind). Ontwikkelen van en adviseren over twee workshops. Voorzitterschap van het symposium verzorgd door de projectcoördinator ACTion.
• Presentatie over ACTion-methodiek VSV Martini, 7 november 2016
• Voordracht CPZ-congres over toepassing ACTion-methodiek op Zorgstandaard, 11 november 2016
Voor overige extra activiteiten ivm ACTion, zie eerdere ZonMw-verslagen.
Bijlagen:
1. Overzicht dataverzameling incl. gebruikte methode en timing
2. ACTion-methodiek kaartje (pdf)
3. Factsheet ACTion, uitgereikt tijdens symposium op 4 november 2016 (pdf)
4. Link presentatie resultaten Consortium Zwangerschap en Geboorte Noord Nederland
5. Drie artikelen geschreven over ACTion in NTOG en TvV
6. Presentatie tbv CPZ-congres (pdf)
Perinatal audit is a valuable instrument to improve the quality of perinatal care, provided that audit results and suggestions for improvement are translated into actions. Currently, suggestions for care improvement are only sporadically implemented into daily practice. The aim of this project is to examine whether training of local professionals in designing their own “tailored” implementation strategy will aid them to really implement improvements. In addition, these teams should become independent of support for future implementations. The intervention is the use of specific training and of the FINER-MT model for the implementation of health care improvements. The “tailoring” will be in the use of knowledge on unit-specific impeding and facilitating factors. The intervention will be directed to 12 perinatal cooperation units in the northern part of the Netherlands which will be offered training and follow-up sessions. Primary outcome measure will be the number of completed implementations in their practices. These will be compared with similar outcomes during the previous IMPACT project, in which implementation of the suggested care improvements was not specifically supported. A process and effect evaluation will report on process parameters and on the efforts needed to reach effects. This project will not only achieve the implementation of perinatal care improvements, but will also add to the knowledge and evidence on how to introduce the implementation methodology to teams.