Pharmacotherapy counselling groups using quality circles: a cost-effective strategy to improve guideline adherence in nursing homes?
Projectomschrijving
Kwaliteitsverbetering farmacotherapieoverleg (FTO) verpleeghuizen
In het farmacotherapieoverleg (FTO) bespreken artsen en apotheker(s) het voorschrijven van geneesmiddelen. Dit project onderzocht of artsen die in verpleeghuizen werken en in hun FTO de kwaliteitscirkel gebruiken, beter de richtlijnen volgen dan artsen die dit niet doen. Twee geneesmiddelengroepen zijn gevolgd: slaapmiddelen (hypnotica) en middelen tegen onrust (antipsychotica). Doel was het gebruik te verminderen en de kosteneffectiviteit te onderzoeken.
De FTO-groepen werden verdeeld in een interventie- en een controlegroep. De FTO-groepen in de interventiegroep werden geholpen om via de kwaliteitscirkel te werken. De FTO-groepen in de controlegroep gebruikten hun gewone werkwijze.
Resultaat
In beide onderzoeksgroepen verminderde het gebruik van hypnotica en antipsychotica. Er was geen verschil in afname tussen de onderzoeksgroepen. Wel schreven de artsen in de interventiegroep minder vaak antipsychotica voor en ook minder antipsychotica waarvan de richtlijn aangeeft dat ze beter niet gebruikt kunnen worden. FTO volgens de kwaliteitscirkel bleek voor hypnotica en antipsychotica geen effect op de kosten te hebben.
Producten
Auteur: Paul Geels, Marietta Eimers, Rob Essink, Martin Smalbrugge
Magazine: Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde (TvO)
Verslagen
Eindverslag
In het farmacotherapieoverleg (FTO) bespreken artsen en apotheker(s) het voorschrijven van geneesmiddelen. FTO waarin de deelnemers werken volgens de kwaliteitscirkel (PDCA-cirkel) is bij huisartsen al jarenlang een succesvolle werkwijze. Dit project onderzocht of in verpleeghuizen FTO volgens de kwaliteitscirkel zorgt dat de specialisten ouderengeneeskunde meer volgens de richtlijn gaan voorschrijven. Daarvoor zijn twee groepen geneesmiddelen gevolgd: antipsychotica en hypnotica. Specialisten ouderengeneeskunde passen namelijk over het algemeen deze middelen vaker en langer toe dan geadviseerd door de richtlijnen. Het hoofddoel was, te onderzoeken of FTO volgens de kwaliteitscirkel zorgt dat het aantal gebruikers van antipsychotica en hypnotica meer daalt dan FTO volgens de gebruikelijke werkwijze. Daarnaast is gekeken of er verschillen waren ten aanzien van onder andere het gebruik van zo nodig antipsychotica, de keuze van middelen en de duur van het gebruik van antipsychotica en hypnotica.
Omdat deze middelen ernstige bijwerkingen kunnen geven zoals vervroegd overlijden (antipsychotica), longontstekingen waarvoor soms een ziekenhuisopname nodig is (antipsychotica) en vallen (hypnotica) is gekeken of er een samenhang was tussen de verandering van het aantal gebruikers van antipsychotica/hypnotica en de kans op overlijden, een ziekenhuisopname of een valincident.
Andere effecten waarnaar gekeken is, zijn:
- of het werken volgens de kwaliteitscirkel van invloed was op de werkdruk van de FTO-groepsleden
- of verandering van het gebruik van antipsychotica en hypnotica van invloed was op de werkdruk en -tevredenheid van het verzorgend personeel
- of de het werken volgens de kwaliteitscirkel in het FTO leidde tot een verschil in waardering van het FTO controlearm
Hiernaast is een procesevaluatie gedaan. De contactpersonen van de FTO-groepen en betrokken apothekers vulden hiervoor een online vragenlijst in. Daarnaast werden semigestructureerde interviews gehouden met leden van een aantal van de deelnemende FTO-groepen.
Ook de kosteneffectiviteit is onderzocht. Onder andere de kosten voor psychofarmaca werden bepaald net als de kosten voor ziekenhuisopnames alsook de kosten ten gevolge van heupfracturen.
In het farmacotherapieoverleg (FTO) bespreken artsen en apotheker(s) het voorschrijven van geneesmiddelen. Dit project onderzoekt of het voorschrijfgedrag van artsen in verpleeghuizen verbetert door het toepassen in het farmacotherapieoverleg van een werkwijze die al veel toegepast wordt in FTO-groepen van huisartsen en apothekers. Twee geneesmiddelengroepen staan centraal: slaapmiddelen en antipsychotica. De werkwijze houdt in dat de deelnemers zich eerst verdiepen in de richtlijn voor het gebruik van deze geneesmiddelen. Daarna vergelijken ze de adviezen uit de richtlijn met hun eigen voorschrijfgedrag en beantwoorden vragen zoals: Waar liggen de verschillen? Zijn er onderlinge verschillen? Waarom wijken we af van de richtlijn? Vervolgens maken ze afspraken ter verbetering van hun voorschrijfgedrag. In de vervolgbijeenkomsten bekijken ze telkens opnieuw hun voorschrijfgedrag en stellen ze – indien nodig – de afspraken bij. Het onderzoek vergelijkt groepen die volgens deze werkwijze werken met groepen die het op hun eigen wijze doen. De kosten worden in kaart gebracht en een economische evaluatie zal plaatsvinden.