Improving the efficiency and quality of follow-up after curative treatment for breast cancer
Projectomschrijving
De nazorg van een behandeling wegens borstkanker bestaat standaard uit een aantal bezoeken aan de specialist in het ziekenhuis. Doel hiervan is met name het tijdig ontdekken van het terugkeren van de tumor. Deze nazorg vormt een grote belasting voor de specialist en de patiënt en brengt hoge kosten met zich mee.
In dit onderzoek zijn alternatieve vormen van nazorg onderzocht. Hieruit blijkt dat één bezoek per jaar aan de medisch specialist (met mammografie) gecombineerd met tussentijdse telefonische gesprekken met een gespecialiseerd verpleegkundige en extra voorlichting in de vorm van een groepsbijeenkomst de meest (kosten)effectieve vorm van nazorg is. De aanbeveling is om in de landelijke richtlijnen op te nemen dat één bezoek per jaar aan de medisch specialist (met mammografie) voldoende is, maar dat de arts en patiënt overleggen over de nazorg in het eerste jaar. De eerste keus daarbij is telefonische controle en deelname aan de groepsbijeenkomst.
Producten
Auteur: Kimman ML, Voogd AC, Dirksen CD, Falger P, Hupperets P, Keymeulen K, Hebly M, Dehing C, Lambin Ph, Boersma LJ.
Magazine: BMC Cancer
Auteur: Kimman ML, Dirksen CD, Lambin P, Boersma LJ.
Magazine: Health and Quality of Life Outcomes
Auteur: ML Kimman & LJ Boersma
Magazine: Oncologica
Auteur: Kimman ML, Voogd AC, Dirksen CD, Falger P, Hupperets P, Keymeulen K, Hebly M, Dehing C, Lambin Ph, Boersma LJ.
Magazine: European Journal of Cancer
Link: http://Psychology & Health p 46-47, Vol 21, Suppl 1, 2006.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
. AIM: To investigate the cost-effectiveness (C-E) of different follow-up (f-up) strategies in curatively treated breast cancer patients (BCPs). RESEARCH QUESTIONS in this patient group: 1) Can regular physical f-up partly be replaced by nurse-led telephone f-up (T-f-up), with similar quality of life (QoL)? 2) Does an informative/ educational group intervention (Info-Care-Programme (ICP)) improve QoL? 3) Which f-up strategy is the most cost-effective? STUDY DESIGN: A randomised multicentre trial, with a 2x2 factorial design, 4 arms:1) f-up as usual;2) f-up once a year in combination with T-f-up;3) arm 1 combined with an ICP;4) arm 2 combined with an ICP. STUDY POPULATION: BCPs treated with curative intent. INTERVENTION: The ICP consists of 2 sessions in the first 3 months after treatment, and is led by two nurse-practitioners (NPs). At this ICP, BCPs and their partners will be informed about the psychosocial and physical consequences of the disease and its treatment, and where to present any problems. This is aimed at stimulating the perceived behavioural control (PBC), thereby improving QoL. Partly replacing the physical f-up by T-f-up is expected to reduce health care costs. OUTCOME MEASURES: Cancer-specific QoL (primary endpoint), QoL, anxiety, PBC, patients' satisfaction, costs, determined at randomisation, 3, 6, 12, and 18 months after inclusion. POWER ANALYSIS: 320 BCPs will be included, to show with a power of 0.8 and a significance level of 0.05, that the cancer-specific (CS) QoL of T-f-up, measured at 12 months, is not more than 5 points less than after usual f-up. This will also allow detection of a difference of 10 points in CS QoL at 12 months between BCPs treated with or without the ICP, with a power of 0.95 and a significance level smaller than 0.01. ECONOMIC EVALUATION will be performed from a societal perspective. Costs will consist of health care costs and costs outside health care. The incremental C-E ratios will be expressed as costs per quality adjusted life expectancy. The time perspective of the C-E analysis will be 5 years. Sensitivity analyses will be performed. Costs and effects occurring after 1 year will be discounted. Bootstrap analyses will be performed in order to quantify the uncertainty surrounding the C-E data. TIME SCHEDULE: month 1: training of NPs, months 1-19: inclusion of patients; months 19-31: f-up; months 31-36: data-analysis. . DOEL: Onderzoeken van de kosteneffectiviteit van verschillende follow-up (f-up) strategieën, bij curatief behandelde borstkankerpatiënten (BKP). VRAAGSTELLINGEN voor deze patiënten groep: 1) Kan de poliklinische f-up gedeeltelijk vervangen worden door telefonische (T-f-up) f-up door een nurse-practitioner (NP), met handhaven van tenminste dezelfde kwaliteit van leven (QoL)? 2) Verbetert het toevoegen van een informatief/educatief groepsprogramma (Info-Care-Programma (ICP)) de QoL? Welke f-up strategie is het meest kosteneffectief? STUDIE-OPZET: Gerandomiseerde multicenter studie, volgens een 2x2 factorial design, met 4 armen:1) standaard f-up;2) f-up 1 x per jaar, gecombineerd met T-f-up;3) arm 1 met daarbij een groepsinterventie gericht op voorlichting (ICP);4) arm 2 met daarbij een ICP. STUDIEPOPULATIE: Curatief behandelde BKP. INTERVENTIE: Het ICP bestaat uit 2 bijeenkomsten in de eerste 3 maanden na de behandeling, en wordt geleid door 2 NP's. Op dit ICP zullen de patiënten en hun partners geïnformeerd worden over de mogelijke psychosociale en lichamelijke gevolgen van de ziekte en de behandeling, en waar ze met eventuele problemen terecht kunnen. Dit is gericht op het bevorderen van de ervaren gedragscontrole (zelfredzaamheid), met een gunstig effect op QoL. De T-f-up is gericht op het verminderen van de medische kosten. UITKOMSTMATEN: Kankerspecifieke (KS) QoL (primaire eindpunt), QoL, angst, verlies van controle, patiënten tevredenheid, kosten. Deze parameters zullen gemeten worden bij randomisatie, en na 3, 6, 12 en 18 maanden. POWER ANALYSE: 320 patiënten zullen geïncludeerd worden om met een power van 0.8 en een significantie niveau van 0.05 aan te tonen dat de KS QoL bij T-f-up niet meer dan 5 punten lager is dan bij de standaard f-up. Met dit aantal patiënten kan een verschil in KS QoL gevonden worden tussen f-up zonder en met ICP van 10 punten, met een power van 0.95 en een significantie niveau kleiner dan 0.01. ECONOMISCHE EVALUATIE wordt uitgevoerd vanuit een maatschappelijk perspectief. Kosten zowel binnen als buiten de gezondheidszorg worden meegenomen. De kosten-effectiviteitsratio's worden uitgedrukt in incrementele kosten per voor kwaliteit gecorrigeerde levensjaren. Het tijdsperspectief van de kosten-effectiviteitanalyse is 5 jaar. Sensitiviteitsanalyses zullen worden uitgevoerd. Kosten en effecten die optreden na 1 jaar zullen worden verdisconteerd. De onzekerheid rondom de kosteneffectiviteit gegevens zal worden gekwantificeerd met behulp van bootstrap analyses. TIJDPLANNING: maand 0-1: training van de NP's; maand 1-19: inclusie van patiënten; maand 19-31: follow-up; maand 31-36: data-analyse.