Implementation of the WIP guideline 'Prevention of infections due to urethral bladder catheterization'
Projectomschrijving
Bij sommige ziekenhuispatiënten is het nodig de urine uit de blaas te verwijderen met behulp van een slangetje dat via de plasbuis in de blaas wordt gebracht (blaaskatheter). Aanwezigheid van een blaaskatheter verhoogt het risico op een urineweginfectie. Een landelijke richtlijn beveelt daarom aan zo terughoudend mogelijk te zijn met het plaatsen van blaaskatheters. Vanuit Leiden is in 10 ziekenhuizen onderzocht in hoeverre het invoeren van deze richtlijn in ziekenhuizen daadwerkelijk het aantal patiënten met een katheter (en de duur van de katheterisatie) vermindert. Elk ziekenhuis ontwierp (met steun van een implementatiedeskundige) hiervoor een eigen implementatieplan. De invoering van de richtlijn leidde gemiddeld niet tot een significante afname van het percentage patiënten met een blaaskatheter. Wel daalde de gemiddelde duur van de katheterisatie en steeg het percentage patiënten dat een katheter op terechte gronden kreeg aangelegd. Gemiddeld werd €500,-- bespaard per 100 opgenomen patiënten.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
The WIP guideline 'Prevention of infections due to urethral bladder catheterization' contains over fifty recommendations. The expectation is that by targeting the implementation on the nine recommendations that are directly causally linked to the emergence of infection and, therefore, have the highest impact on prevention, efficient use of the guideline in clinical practice is made. These recommendations concern limitation of the use of urethral catheters and of the duration of catheterization. Adherence to these measures is known to be insufficient, leaving room for improvement. In a randomized and controlled set-up the cost-effectiveness of the targeted implementation of the guideline is evaluated. Impeding and promoting factors for implementation are traced. A final implementation plan for national use is formulated. De WIP-richtlijn 'Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra' bevat meer dan vijftig aanbevelingen. De verwachting is dat een doelmatig gebruik van de richtlijn in de dagelijkse praktijk wordt bereikt door de implementatie te richten op de negen aanbevelingen die een directe causale relatie hebben met het ontstaan van urineweginfectie en daarom het grootste preventieve effect zullen hebben. Deze aanbevelingen betreffen de beperking van het gebruik van urethrale katheters en van de duur van katheterisatie. In een gerandomiseerd, gecontroleerd onderzoek wordt de kosteneffectiviteit van een gerichte implementatie geëvalueerd. Belemmerende en bevorderende factoren worden opgespoord. Een definitief implementatieplan voor landelijke gebruik wordt opgesteld.