Implementation of evidence-based guidelines for appropriate use of ultrasonography in diagnostic breast imaging: the MAMMOED-2 study.
Projectomschrijving
Bij patiënten met een verdenking op borstkanker bestaat het routineonderzoek uit mammografie indien nodig aangevuld met echografie. Richtlijnen schrijven voor bij welke vrouwen het echoonderzoek wel en bij welke vrouwen juist niet moet worden uitgevoerd.
In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre radiologen zich in de dagelijkse klinische praktijk houden aan deze richtlijnen. Het blijkt dat de richtlijnen goed worden opgevolgd wat betreft het maken van een echo bij vrouwen die hiervoor in aanmerking komen. Het niet uitvoeren van de echo op basis van de richtlijn verloopt minder goed. Dit heeft onder andere te maken met de angst van de radioloog een tumor te missen en dat vrouwen gerustgesteld willen worden. De kosten van deze overdiagnostiek zijn minimaal.
Over het algemeen zijn de richtlijnen goed uitvoerbaar en bruikbaar in de dagelijkse klinische praktijk. Op grond hiervan concluderen de onderzoekers dat een geld en tijdsinvestering om de richtlijnen verder te implementeren niet kosteneffectief is.
Producten
Magazine: International Journal Cancer
Magazine: Qual Saf Health Care
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Bij patiënten met een verdenking op borstkanker bestaat het routineonderzoek uit mammografie indien nodig aangevuld met echografie. Richtlijnen schrijven voor bij welke vrouwen het echoonderzoek wel en bij welke vrouwen juist niet moet worden uitgevoerd.
In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre radiologen zich in de dagelijkse klinische praktijk houden aan deze richtlijnen. Het blijkt dat de richtlijnen goed worden opgevolgd wat betreft het maken van een echo bij vrouwen die hiervoor in aanmerking komen. Het niet uitvoeren van de echo op basis van de richtlijn verloopt minder goed. Dit heeft onder andere te maken met de angst van de radioloog een tumor te missen en dat vrouwen gerustgesteld willen worden. De kosten van deze overdiagnostiek zijn minimaal.
Over het algemeen zijn de richtlijnen goed uitvoerbaar en bruikbaar in de dagelijkse klinische praktijk. Op grond hiervan concluderen de onderzoekers dat een geld en tijdsinvestering om de richtlijnen verder te implementeren niet kosteneffectief is.