De frequentie en werkingsmechanismen van psychotherapie voor depressie
Een recente meta-analyse heeft een sterk verband gevonden tussen de frequentie van therapiesessies voor depressie en behandeluitkomst. Echter, het is onduidelijk of de frequentie van sessies ook echt verantwoordelijk is voor het psychotherapie-effect, en welke onderliggende werkingsmechanismen in dat geval een rol spelen. In deze studie worden 200 patiënten in de leeftijd van 18-65 met een depressieve stoornis geworven bij verschillende Nederlandse tweedelijns GGZ instellingen. Patiënten zullen cognitieve therapie of interpersoonlijke therapie krijgen in een frequentie van 1 of 2 sessies per week, met een maximum van 20 sessies voor alle groepen. Uitkomstmaten betreffen de economische lasten verbonden aan de depressie, kwaliteit van leven en depressieve symptomen. Om de werkingsmechanismen in kaart te kunnen brengen zullen specifieke (zoals cognitieve vaardigheden) en niet-specifieke (zoals de relatie tussen patiënt en therapeut) processen tijdens de behandeling worden gemeten. Daarnaast zal de rol van enkele biologische processen bij het ontstaan, voortduren en verbeteren van een depressie worden onderzocht.
Bekijk de bijbehorende richtlijn in de FMS Richtlijnendatabase