Cost-effectiveness of recurrence risk-guided care of pregnant women with preeclampsia in the previous pregnancy
Projectomschrijving
Producten
Auteur: Delahaije DH, van Kuijk SM, Dirksen CD, Sep SJ, Peeters LL, Spaanderman ME, Bruinse HW, de Wit-Zuurendonk LD, van der Post JA, Duvekot JJ, van Eyck J, van Pampus MG, van der Hoeven MA, Smits LJ.
Auteur: Denise HJ Delahaije1,2*, Sander MJ van Kuijk2,3, Carmen D Dirksen1, Simone JS Sep2,3, Louis L Peeters2, Marc E Spaanderman4, Hein W Bruinse5, Laura D de Wit-Zuurendonk6, Joris AM van der Post7, Johannes J Duvekot8, Jim van Eyck9, Mariëlle G van Pampus10, Mark ABHM van der Hoeven11, Luc J Smits3
Magazine: BMC Pregnancy and Childbirth
Verslagen
Eindverslag
Hoewel pre-eclampsie (PE) en HELLP soms worden gezien als aandoeningen van de eerste zwangerschap, hebben vrouwen met een eerdere PE of HELLP een verhoogd risico gedurende eventuele volgende zwangerschappen. Er zijn in Nederland geen richtlijnen voor de zwangerschapsbegeleiding voor zwangere vrouwen met een dergelijke complicatie in de voorgeschiedenis. Veelal krijgen deze vrouwen zeer intensieve en kostbare zorg, terwijl dat in de meeste gevallen misschien niet nodig is. Vrouwen met een laag risico zouden misschien reguliere zorg kunnen krijgen, terwijl voor vrouwen met een hoog risico wel een dergelijke intensieve zorg wel te rechtvaardigen is. In de PreCare studie is nagegaan of het kosten-effectief is om het zorgschema bij vrouwen met een eerdere preeclampsie of HELLP af te stemmen op de individuele herhalingskans. Het onderzoek is gestart in 2008. Bij het onderzoek waren 12 ziekenhuizen betrokken, waarvan 6 academische. In juni 2012 werd de laatste patiënt in het PreCare onderzoek opgenomen. In totaal werden 311 vrouwen geïncludeerd. Al deze vrouwen waren opnieuw zwanger geworden na een eerdere zwangerschap te hebben doorgemaakt met een ernstige vorm van pre-eclampsie of het HELLP-syndroom. Honderdnegenenvijftig van hen kregen standaardzorg volgens het lokale protocol. De andere 152 vrouwen kregen zorg passend bij het risico op herhaling van PE of HELLP, namelijk gemiddeld intensieve zorg (bij vrouwen met een als laag ingeschatte kans) of geïntensiveerde zorg (bij vrouwen met een als hoog ingeschatte kans). Het risico werd voor elke individuele vrouw ingeschat op basis van een eerder ontwikkeld predictiemodel. Alle vrouwen werden gevolgd vanaf opname in het onderzoek (voor 17 weken zwangerschap) tot en met de bevalling. Honderdvijfentachtig vrouwen vulden bovendien vragenlijsten in tot 3 maanden na de bevalling. Op deze manier werden gegevens verzameld over de herhalingskans van PE of HELLP tijdens de huidige zwangerschap, geboortegewicht en geboortegewichtspercentiel van het kind, gezondheidszorgkosten die gemaakt werden in verband met de zwangerschap en de kwaliteit van leven tijdens de zwangerschap tot 3 maanden erna. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het gebruikte predictiemodel slechts matig accuraat kon voorspellen welke vrouw een recidief zou ontwikkelen en wie niet. Dit heeft ervoor gezorgd dat er slechts een klein verschil was in de kans op het optreden van een recidief tussen vrouwen met een als gemiddeld of als hoog ingeschatte recidiefkans. Voorts blijkt dat herhalingskans-geleide zorg, vergeleken met standaardzorg, geen effect heeft op gezondheidsuitkomsten. Dat was volgens verwachting omdat pre-eclampsie en HELLP niet goed te voorkomen zijn. Herhalingskans-geleide zorg bleek echter ook niet goedkoper te zijn dan standaardzorg. Al met al blijkt de zogenaamde kosten-effectiviteit van het invoeren van herhalingskans-geleide zorg niet beter te zijn dan die van standaardzorg en vormen de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om door te gaan met deze nieuwe zorgbenadering bij zwangere vrouwen met eerdere PE of HELLP.
De PreCare studie richt zich op zwangere vrouwen die in hun vorige zwangerschap pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) of het HELLP syndroom hebben doorgemaakt. Deze vrouwen hebben een verhoogde kans op het doormaken van eenzelfde complicatie in een volgende zwangerschap. Daarom worden zij in volgende zwangerschappen veelal intensief gecontroleerd. De absolute kans op een ernstig recidief is echter relatief klein, zo’n 5%. Het zou waarschijnlijk kosten-effectiever zijn als de intensiteit van de controles afgestemd zou worden op de individuele recidiefkans van een zwangere vrouw. In de PreCare studie wordt nagegaan of dit inderdaad zo is. Daartoe wordt voor 250 nieuwe zwangeren door middel van een voorspellingsmodel geschat wat de kans is op een recidief pre-eclampsie of HELLP, en worden zij op basis daarvan intensief (High Care) of minder intensief (Medium Care) in hun zwangerschap gecontroleerd. Uiteindelijk zal worden bekeken in hoeverre de vrouwen juist waren ingedeeld (aan de hand van het verloop van hun zwangerschap), hoe de vrouwen hun kwaliteit van leven ervoeren, en wat de kosten waren die gepaard gingen met deze herhalingskans-geleide zorg. Deze gegevens zullen worden vergeleken met gegevens van 250 vrouwen die nu of in het verleden bij de gynaecoloog onder controle zijn/waren in verband met een nieuwe zwangerschap na een eerder doorgemaakte pre-eclampsie of HELLP. Zo kan worden bekeken hoe de kosten en effecten van de herhalingskans-geleide zorg in verhouding staan met die van de huidige zorg (care as usual). Inmiddels is van 56 vrouwen in de care as usual prospectief via vragenlijsten nagegaan wat kosten en kwaliteit van leven zijn in hun huidige zwangerschap. Ook werden klinische aspecten van deze zwangerschap geregistreerd. Van 200 andere vrouwen die in het verleden onder controle waren van een gynaecoloog na een eerder doorgemaakte pre-eclampsie of HELLP, zullen gegevens uit de ziekenhuisregistraties worden gehaald. In het najaar van 2009 is begonnen met de herhalingskansgeleide zorg. Er zijn tot nu toe 40 vrouwen geïncludeerd in dit deel van de studie. Het PreCare onderzoek is ingebed in het Nederlands Verloskundig Consortium (http://www.studies-obsgyn.nl/home/page.asp?page_id=326). Daarmee kan de studie gebruik maken van een goedlopende logistieke structuur met onderzoeks¬verpleegkundigen, regulier centraal overleg, een methodologische adviesraad en ondersteuning op secretarieel en datamanagement gebied. De PreCare studie heeft een onderzoekswebsite geopend (http://www.studies-obsgyn.nl/precare/page.asp?page_id=574) en case report forms kunnen electronisch worden ingevuld. Het aantal centra dat deelneemt aan de PreCare studie is uitgebreid van 8 naar 12 (6 academische en 6 perifere centra). Door deze uitbreiding wordt patienteninclusiesnelheid bevorderd en representativiteit van de resultaten gewaarborgd.
Onderzoekers aan het project zijn drs Denise Delahaije en drs Sander van Kuijk. Projectleider is dr Luc Smits (epidemioloog, MUMC). Senior onderzoekers in Maastricht zijn dr Louis Peeters (gynaecoloog) en dr Carmen Dirksen (gezondheidseconoom). De PreCare Study Group bevat vertegenwoordigers van de aangesloten centra. Medisch-ethische goedkeuring voor het PreCare onderzoek werd verkregen op 6 augustus 2008. Verklaringen van lokale uitvoerbaarheid in de academische centra werden afgegeven tussen oktober 2008 en mei 2009. De lokale uitvoerbaarheidstoets voor enkele nieuw aangesloten centra loopt nog.