Mobiele menu

Clozapine vs olanzapine as second generation antipsychotic medication (SGA) in the six months treatment of patients with schizophrenia and related disorders and co-morbid substance use disorders (SUD): a multi-centre double blind randomized trial

Projectomschrijving

40 tot 70% van de schizofreniepatiënten is verslaafd aan alcohol en/of drugs. Verslaafde schizofreniepatiënten hebben relatief vaak last van:

  • psychotische symptomen
  • terugval bij psychoses
  • slechte therapietrouw
  • slecht algemeen functioneren
  • hiv en hepatitis b infecties
  • ziekenhuisopnames

Een nieuwe generatie medicijnen kan dit middelengebruik tegengaan. Met name clozapine biedt mogelijkheden. Dit medicijn verkleint ook het risico op suïcide. Maar het heeft een belangrijke bijwerking: verlaging van het aantal witte bloedcellen. Daarvoor moeten de patiënten regelmatig gescreend en behandeld worden. Dat maakt het gebruik van clozapine relatief duur.

Deze studie vergeleek clozapine met olanzapine en in hoeverre deze twee middelen:

  • verslaving tegengaan
  • psychopathologie, waaronder psychoses, verminderen
  • de kwaliteit van leven verhogen

De studie is voortijdig gestaakt in verband met inclusieproblemen.

Verslagen


Eindverslag

Achtergrond van het onderzoek:
De prevalentie gedurende het leven van middelenmisbruik en -afhankelijkheid bij patiënten met schizofrenie is ongeveer 50%. Middelen die vaak gebruikt worden door patiënten met schizofrenie zijn onder andere nicotine, alcohol, cannabis, cocaïne en amfetaminen. Comorbide middelenmisbruik is geassocieerd met slechtere uitkomst en slechtere resultaten van behandeling. Er zijn enige aanwijzingen dat clozapine een gunstig effect heeft op middelenmisbruik bij schizofrenie. Deze mogelijke voordelen moeten worden afgewogen tegen het risico op nadelige effecten. Als het ROCKSAN onderzoek bewijst dat clozapine effectief is in het verminderen van verslaving bij patiënten met schizofrenie, dan zou clozapine een prominentere plaats in het behandelprotocol van patiënten met verslaving en schizofrenie moeten krijgen.
Doel van het onderzoek:
Primaire onderzoeksvragen:
1. Is er een verschil in effectiviteit tussen clozapine behandeling en olanzapine behandeling in de reductie van middelenmisbruik en -afhankelijkheid bij patiënten met schizofrenie en gerelateerde psychotische stoornissen?
2. Wat is de "Incremental cost-effectiveness ratio (ICER)": het verschil in kosten/het verschil in effectiviteit tussen clozapine behandeling en olanzapine behandeling?
Secundaire onderzoeksvragen:
1. Zijn er verschillen in directe en indirecte medische kosten en niet-medische kosten tussen clozapine behandeling en olanzapine behandeling?
2. Zijn er verschillen in effectiviteit tussen clozapine behandeling en olanzapine behandeling met betrekking tot: psychopathologie, bijwerkingen, therapietrouw, uitval, psychosociaal functioneren en kwaliteit van leven?

Onderzoeksopzet:
Een multi-centra gerandomiseerde, dubbel blind onderzoek van 6 maanden.

Onderzoekspopulatie:
-ambulante en opgenomen patiënten
-leeftijd 18 tot 50
-voldaan wordt aan de criteria voor schizofrenie, schizoaffectieve- of schizofreniforme stoornis en middelen misbruik of afhankelijkheid gebaseerd op Structured Clinical Interview for the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (SCID-P).
-patiënten die zijn opgenomen met een rechterlijke machtiging kunnen ook geïncludeerd worden, aangezien zij een zeer groot deel van de doelgroep uitmaken.
-Patiënten moeten de onderzoeksinformatie begrijpen en geinformeerde toestemming geven.
Interventie (indien van toepassing):
clozapine flexibele dosis 200-600 mg, olanzapine flexibele dosis 10 mg-30 mg
Primaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten:
1. Als uitgangswaarde, in week 4, week 8 en na 6 maanden of bij terugtrekking uit de studie: zelf gerapporteerde middelen gebruik- CIDI sectie B,J,L en Recent Drug Use Urinalysis
2. Kosteneffectiviteit- lncremental cost-effectiveness ratio (ICER): het verschil in kosten/het verschil in effectiviteit (clozapine-olanzapine).

Secundaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten (indien van toepassing):
1. Directe en indirecte medische kosten, niet-medische kosten.
2. Andere klinische uitkomsten: -psychopathologie: PANSS, YBOCS, QoL, SWN, OCDUS, CGI, GAF, LCS,
-Bijwerkingen: leukopenie, agranulocytose, -tijd tot non-compliance, compliance CRS -tijd tot terugtrekking uit de studie, -kwaliteit van leven, Quality adjusted life years (QALYs)
Omschrijving en inschatting van belasting en risico (indien van toepassing):
Belasting: aan patiënten wordt via randomisatie clozapine of olanzapine toegewezen. Eén extra bijeenkomst is nodig om de patiënt te informeren over de opzet van het onderzoek en de procedure. Vier extra bijeenkomsten zijn nodig om de uitgangswaarden en de uitkomstdata vast te stellen.
Risico: er is een risico op negatieve effecten gerelateerd aan de behandeling met clozapine en olanzapine. Zorgvuldige klinische procedures zullen worden verricht om negatieve effecten op te sporen en hierop adequaat te reageren. Om blindering te behouden is het noodzakelijk dat hetzelfde routine bloed onderzoek wordt afgenomen bij beide groepen. Er worden enkele extra bloed mo

Samenvatting van de aanvraag

40 tot 70% van de schizofreniepatiënten is verslaafd aan alcohol en/of drugs. Verslaafde schizofreniepatiënten hebben relatief vaak last van:

  • psychotische symptomen
  • terugval bij psychoses
  • slechte therapietrouw
  • slecht algemeen functioneren
  • hiv en hepatitis b infecties
  • ziekenhuisopnames

Een nieuwe generatie medicijnen kan dit middelengebruik tegengaan. Met name clozapine biedt mogelijkheden. Dit medicijn verkleint ook het risico op suïcide. Maar het heeft een belangrijke bijwerking: verlaging van het aantal witte bloedcellen. Daarvoor moeten de patiënten regelmatig gescreend en behandeld worden. Dat maakt het gebruik van clozapine relatief duur.

Deze studie vergeleek clozapine met olanzapine en in hoeverre deze twee middelen:

  • verslaving tegengaan
  • psychopathologie, waaronder psychoses, verminderen
  • de kwaliteit van leven verhogen

De studie is voortijdig gestaakt in verband met inclusieproblemen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
170885608
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2008
2011
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. L. de Haan
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC