Leidt de corona crisis tot een slechtere werkrelatie tussen behandelaren en kwetsbare gezinnen?
Projectomschrijving
Aanleiding
De COVID-19-pandemie leidde tot een lockdown, waarbij GGZ behandelingen overstapten op beeldbellen (bijvoorbeeld via Zoom of WhatsApp). Dit project onderzocht of de werkrelatie tussen behandelaren en ouders door het beeldbellen beïnvloed werd. Een sterke werkrelatie is essentieel voor goede zorg. Wij keken naar 846 gezinnen met meervoudige problemen die vóór of tijdens de lockdown multisysteem therapie (MST) kregen.
Resultaten
De werkrelatie werd niet beïnvloed door het gebruik van beeldbellen. Gezinnen waarbij er zorgen waren over kindermishandeling of -verwaarlozing rapporteerden wel een lagere werkrelatie tijdens de lockdown.
Conclusies
Bij intensieve systeemtherapie kan een sterke werkrelatie ook via beeldbellen opgebouwd worden. Beeldbellen lijkt dus een goed-genoeg alternatief voor face-to-face behandeling. We weten nog niet of beeldbellen net zo goed helpt om de problemen op te lossen. Voor gezinnen waar een vermoeden is van kindermishandeling of -verwaarlozing is beeldbellen mogelijk minder geschikt. Hier is meer onderzoek naar nodig.
Producten
Auteur: Aurelie. M. C. Lange, Marc J. M. H. Delsing, Marieke van Geffen & Ron. H. J. Scholte
Magazine: Child & Youth Care Forum
Auteur: Aurelie Lange, Marc Delsing, Marieke van Geffen & Ron Scholte
Magazine: systeemtherapie
Auteur: Dr. A Lange & Dr. M van Geffen
Auteur: Ron Scholte
Auteur: UK: Tom Jefford, Sajid Humayun, Brigitte Squire NL: Ron Scholte, Marieke van Geffen, Marc Delsing
Verslagen
Eindverslag
INLEIDING: Een sterke therapeutische alliantie of werkrelatie tussen therapeut en cliënt is essentieel voor effectieve individuele en systemische therapie. Reviews en meta-analyses suggereren dat beeldbellen vergelijkbare resultaten kan bereiken als standaard individuele therapie met volwassen populaties. Er is echter weinig bekend over alliantie bij systemische behandeling middels beeldbellen. De recente COVID-19-pandemie leidde tot een nationale lockdown, waarbij de meeste fysieke behandelingen werd omgezet naar beeldbellen. Dit bood een unieke mogelijkheid om onderzoek te doen naar beeldbellen bij systemische therapie. De huidige studie analyseerde (de ontwikkeling van) alliantie voor en tijdens lockdown voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen die multisysteem therapie ontvingen (MST).
METHODE: Alliantie werd maandelijks gerapporteerd door 846 verzorgers (81% vrouw). Er zijn twee benaderingen toegepast; een longitudinale benadering en een cross sectionele benadering. Met behulp van latente groeicurvemodellen (longitudinale benadering) werd de ontwikkeling van alliantie geschat voor drie groepen gezinnen; (1) gezinnen die voorafgaand aan de lockdown behandeling hadden en geen gebruik hebben gemaakt van beeldbellen, (2) gezinnen die vroeg in de behandeling overgingen naar beeldbellen of (3) gezinnen die laat in de behandeling overgingen naar beeldbellen. Met behulp van regressieanalyses (cross-sectionele benadering) werd op verschillende momenten in de behandeling gekeken of beeldbellen voorspellend was voor de alliantie. In alle analyses werden het type gezin (algemeen; verstandelijke beperking; zorgen over kindermishandeling of verwaarlozing) en het geslacht van de verzorger meegenomen als moderator.
RESULTATEN: Beide benaderingen toonden aan dat de alliantie niet werd beïnvloed door de overgang naar beeldbellen, behalve bij die gezinnen waarbij er zorgen waren over kindermishandeling of verwaarlozing. Zij rapporteerden lagere allianties tijdens lockdown. We vonden ook enig bewijs dat mannen tijdens lockdown hogere allianties rapporteerden dan vrouwen, maar deze bevinding werd niet in alle analyses gerepliceerd.
CONCLUSIES: Sterke allianties kunnen worden ontwikkeld door middel van intensieve systemische therapie middels beeldbellen bij gezinnen met meervoudige en complexe problemen. Voor sommige subgroepen, zoals bij gezinnen waar een vermoedde is van kindermishandeling of verwaarlozing, is beeldbellen echter mogelijk minder geschikt. Verder onderzoek moet ook mogelijke sekseverschillen met betrekking tot beeldbellen onderzoeken.