Mobiele menu

Patient-centred implementation of elective single embryo transfer (eSET) in in vitro fertilisation (IVF) and intracytoplasmic sperm injection (ICSI).

Projectomschrijving

Om complicaties door een meerlingzwangerschap te voorkomen, kan bij een IVF-procedure (‘reageerbuisbevruchting’) gekozen worden om slechts één embryo in de baarmoeder te plaatsen. Dit verlaagt echter de kans op een succesvolle zwangerschap. De behandelaar en het paar beslissen meestal samen over het aantal te plaatsen embryo’s. In Nijmegen is onderzocht of het aanbieden van extra ondersteuning voor het paar (uitgebreide schriftelijke keuzehulp, gesprek met IVF-verpleegkundige, vergoeding van eventuele extra IVF-behandeling) de uitkomst van de beslissing beïnvloedt. Hierbij bleek dat het aanbieden van de extra ondersteuning vaker leidt tot de keuze slechts één embryo te plaatsen (stijging van 39% naar 52%). Ook willen de paren na de ondersteuning de beslissing vaker helemaal zelf nemen (de behandelaar is slechts adviseur). Met name de keuzehulp en voorlichting door de IVF-verpleegkundige worden belangrijk gevonden bij het nemen van de beslissing. De extra ondersteuning van de paren leidde tot een besparing van €117,-- per paar.

Producten

Titel: Single embryo transfer
Auteur: Van Peperstraten AM, Kremer JAM, Braat DDM
Titel: Why don't we perform elective single embryo transfer? A qualitative study among IVF patients and professionals.
Auteur: Van Peperstraten AM, Nelen WLDM, Hermens RPMG, Jansen L, Scheenjes E, Braat DDM, Grol RPTM, Kremer JAM.
Magazine: Human Reproduction
Titel: Determinants of the choice for single or double embryo transfer in twin prone couples.
Auteur: Van Peperstraten AM, Kreuwel IA, Hermens RP, Nelen WL, van Dop PA, Grol RP, Kremer JA.
Magazine: Acta Obstetricia et Gynecologica Scandinavica
Titel: Perceived barriers for elective single embryo transfer among IVF professionals: a national survey
Auteur: Van Peperstraten AM, Hermens RPMG, Nelen WLDM, Stalmeier PFM, Scheffer GJ, Grol RPTM, Kremer JAM.
Magazine: Human Reproduction
Titel: The effectiveness of a decision aid and additional reimbursement offer to stimulate the use of single embryo transfer in in vitro fertilisation
Titel: Decision on the number of embryos transferred after in vitro fertilisation: development and pilot test of a decision aid.
Titel: In depth evaluation of an effective multifaceted patient-centred implementation strategy for elective single embryo transfer in in vitro fertilization
Titel: Patient empowerment for prevention of twins after in vitro fertilisation pays off; a randomized controlled trial.
Titel: Kiezen voor één of twee embryo’s? Keuzehulp voor paren die een IVF of ICSI behandeling ondergaan
Link: http://www.umcn.nl/ivf-decisionaid
Titel: Implementation of single embryo transfer; a patient directed strategy
Titel: One or Two Embryos? A Decision Aid for Couples Receiving In Vitro Fertilization or Intracytoplasmic Sperm Injection
Link: http://www.umcn.nl/ivf-decisionaid

Verslagen


Eindverslag

Introductie: Reageerbuisbevruchting oftewel in vitro fertilisatie (IVF) is een belangrijke behandelmogelijkheid voor paren met ongewenste kinderloosheid. In Nederland vinden jaarlijks meer dan 16000 van dergelijke behandelingen plaats. Ongeveer een kwart van alle zwangerschappen na IVF zijn tweelingzwangerschappen. Deze zwangerschappen gaan gepaard met meer medische complicaties vergeleken met éénlingzwangerschappen, zowel voor moeder als voor de kinderen. Hierdoor brengen tweelingzwangerschappen ook hogere kosten met zich mee. Om te voorkomen dat een tweelingzwangerschap ontstaat na IVF, kunnen paren en hun behandelaar ervoor kiezen om slechts één embryo terug te plaatsen (eSET) in plaats van twee (DET). Hierdoor verlaagt echter per IVF cyclus ook de kans op zwangerschap en loopt men het paar meer risico uiteindelijk zonder zwangerschap te eindigen. De beslissing over het aantal embryo’s dat zal worden teruggeplaatst bij een IVF behandeling vindt in de meeste klinieken plaats via een gezamenlijk beslisproces van het paar en hun IVF behandelaar.
Doelstelling: Onderzoeken wat het effect is van een gecombineerde patiëntgerichte strategie op het terugplaatsen van één embryo.
Studie-opzet: Een gerandomiseerde gecontroleerde studie, waarbij de gecombineerde patiëntgerichte strategie wordt vergeleken met de huidige standaard zorg (geen strategie).
Studiepopulatie: Paren - waarvan de vrouw jonger is dan 40 jaar - die gaan beginnen aan
een IVF/ICSI behandeling in 2 van de 13 Nederlandse IVF centra of hun 3 satelliet/transportcentra.
Studiegegevens worden verzameld via registratie, medisch dossieronderzoek en patiëntenvragenlijsten.
Implementatie strategie: De patiëntgerichte implementatiestrategie - gebaseerd op
geïnventariseerde belemmerende factoren (gebrek aan kennis bij patiënten over de consequenties van eSET en DET, huidige IVF vergoedingen) - bestaat uit: 1) een keuzehulp, 2) ondersteuning door een IVF verpleegkundige (zowel door een counselinggesprek op de poli als een telefoongesprek tijdens de IVF behandeling) en 3) de vergoeding van een eventuele extra IVF behandelcyclus.
Data-analyse: Er heeft een effect, proces en kostenevaluatie plaatsgevonden. Hierbij zijn zowel univariate als multivariate analysemogelijkheden gebruikt. De economische evaluatie is gedaan vanuit een medisch perspectief.
Uitkomstmaten: De primaire uitkomstmaat is de incidentie van eSET. Secundaire
uitkomstmaten zijn: 1) objectieve en ervaren kennis, 2) onzekerheid omtrent de medische keuze, 3) betrokkenheid bij de beslissing, 4) uitkomst van de IVF behandeling (zwangerschap en tweelingzwangerschap percentages), 5) kosten, 6) angst en depressie.
Resultaten: Er werden 308 paren gerandomiseerd in deze studie, 275 van hen startte ook daadwerkelijk de IVF behandeling en kwamen in aanmerking voor de intention-to-treat analyse. Uiteindelijk hadden 222 paren ook daadwerkelijk de keus tussen een en twee embryo’s. Van de paren in de interventiegroep koos 52% voor eSET bij hun eerste IVF cyclus, vergeleken met 39% in de controlegroep (p<0.05). Bij paren in de interventiegroep steeg het percentage paren dat de beslissing over het aantal terug te plaatsen embryo’s helemaal zelf wilde nemen (met hun behandelaar slechts als adviseur) van 77% naar 90%. In de controlegroep bleef dit percentage stabiel op 73% (p=0.02). In de interventiegroep was sprake van een hoger kennisniveau en een beter geïnformeerde keuze ten opzichte van de controlegroep. (p=0.03). Meer informatie leidde echter niet tot meer angst of depressies.
De procesevaluatie laat zien dat paren die naast het ontvangen van de keuzehulp en het vergoedingsaanbod ook ondersteund werden door de IVF verpleegkundige niet vaker kozen voor eSET vergeleken met paren die alleen de keuzehulp en het vergoedingaanbod hadden gekregen. Wat betreft de ervaringen bleek dat zowel de vergoedingsregeling als de telefonische ondersteuning van de IVF verpleegkundige als minder belangrijk werden gezien dan de keuzehulp, de couns

. implementatiedoelstelling/vraagstelling: Het doel is inzicht krijgen in de verschillen in effectiviteit en
kosten tussen de huidige zorg en deze zorg uitgebreid met een samengestelde patiëntgerichte implementatiestrategie, voor de implementatie van het terugplaatsen van één embryo (eSET) bij in vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI).
. studie-opzet: Een gerandomiseerde gecontroleerde studie.
. studiepopulatie/databronnen: Paren - waarvan de vrouw jonger is dan 40 jaar - die gaan beginnen aan een IVF/ICSI behandeling in 2 van de 13 Nederlandse IVF centra en hun 4 satelliet/transportcentra komen in aanmerking voor deelname. Gegevens worden verzameld via een medisch dossieronderzoek en patiëntenvragenlijsten.
. de te implementeren interventie/verrichting: eSET bij IVF/ICSI wordt geïmplementeerd.
. implementatie activiteiten/strategieën: Een patiëntgerichte implementatiestrategie - gebaseerd op
geïnventariseerde belemmerende factoren - bestaat uit: 1) communicatie over gezondheidsrisico's bij tweelingzwangerschappen aan de hand van o.a. risicotabellen én 2) de vergoeding van een eventuele
extra IVF/ICSI behandelcyclus.
. uitkomstmaten en procesindicatoren: De primaire uitkomstmaat is de incidentie van eSET. Secundaire uitkomstmaten: 1) kennis bij patiënten 2) onzekerheid omtrent de medische keuze 3)patiëntentevredenheid en 4) de uitkomst van de IVF/ICSI behandeling. Gegevens worden verzameld via patiëntenvragenlijsten en een medisch dossieronderzoek.
. power-/data-analyse: Om een verschil aan te kunnen tonen tussen de samengestelde patiëntgerichte strategie (60%) en de huidige zorg (30%) moeten bij een alpha van 0,05, tweezijdige toetsing en een power van 0,80, 84 paren beschikbaar zijn voor evaluatie. Data-analyses zullen zowel univariaat als multivariaat worden verricht en op basis van 'intention-to-treat'.
. economische evaluatie: Vanuit een medisch perspectief zullen de kosten van de huidige zorg worden vergeleken met de kosten van dezelfde zorg maar dan met uitbreiding van de samengestelde patiëntgerichte implementatiestrategie. De zorgverlening zal in volumina worden beschreven en
financieel gewaardeerd conform de nationale richtlijnen (Oostenbrink et al. 2004) en 'activity based costing'. Deze kosten zullen worden afgezet tegen de effectiviteit van beide strategieën.
. tijdsplanning: The studieperiode is 36 maanden: voorbereidingsfase (maand 1-6), voormeting (maand
7-12), gerandomiseerde gecontroleerde studie (13-30) en rapportage (maand 31-36).

Samenvatting van de aanvraag

·implementation objective(s)/research question(s): The main aim is to compare the effectiveness and costs of the implementation of elective single embryo transfer (eSET) in in vitro fertilisation (IVF) and intracytoplasmic sperm injection (ICSI), between usual care and a combined patient-centred strategy. ·design: A randomised controlled trial is performed. ·study population(s)/datasets: Couples with a female age less than 40 years ongoing an IVF/ICSI treatment in 2 of the 13 Dutch IVF centres and their 4 satellite/transportcentres. Data are collected by a medical record study completed with patient questionnaires. ·intervention to be implemented: eSET in IVF/ICSI. ·implementation activities/strategy: A combined patient-centred strategy, tailored on known barriers, consists of 1) personal risk communication with a decision aid (e.g. risk tables for twinning) and 2) a reimbursement of one possible additional IVF/ICSI treatment cycle. ·outcome measures and process indicators: Main outcome measure is the eSET occurrence rate. Secondary outcome measures are in the field of: 1) patient knowledge 2) patient decisional conflict 3) patient satisfaction and 4) IVF/ICSI treatment outcome. ·power/data-analysis: To detect a difference in the eSET rate between the combined patient-centred strategy (60%) and actual care (30%), with an alpha of 0.05, a two-sided testing and a power of 0.80, 84 subfertility couples should be evaluated. Univariate as well as multivariate analyses will be performed, both based on the intention-to-treat principle. ·economic evaluation: The economic evaluation is done from a health care perspective. The incremental costs will be determined by the difference in resource consumption, established by an activity based costing approach and national guidelines (Oostenbrink, et al. 2004), between the combined patient-centred strategy and actual care. These costs will be related to the effectiveness of both strategies. ·time schedule: The study period is 36 months: preparation (month 1-6), before measurement (7-12), randomised trial and follow-up (month 13-30) and reporting (month 31-36). implementatiedoelstelling/vraagstelling: Het doel is inzicht krijgen in de verschillen in effectiviteit en kosten tussen de huidige zorg en deze zorg uitgebreid met een samengestelde patiëntgerichte implementatiestrategie, voor de implementatie van het terugplaatsen van één embryo (eSET) bij in vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma injectie (ICSI). studie-opzet: Een gerandomiseerde gecontroleerde studie wordt uitgevoerd. studiepopulatie/databronnen: Paren - waarvan de vrouw jonger is dan 40 jaar - die gaan beginnen aan een IVF/ICSI behandeling in 2 van de 13 Nederlandse IVF centra en hun 4 satelliet/transportcentra komen in aanmerking voor deelname. Gegevens worden verzameld via een medisch dossieronderzoek en patiëntenvragenlijsten. de te implementeren interventie/verrichting: eSET bij IVF/ICSI wordt geïmplementeerd. implementatie activiteiten/strategieën: Een patiëntgerichte implementatiestrategie - gebaseerd op geïnventariseerde belemmerende factoren - bestaat uit: 1) communicatie over gezondheidsrisico's bij tweelingzwangerschappen aan de hand van o.a. risicotabellen én 2) de vergoeding van een eventuele extra IVF/ICSI behandelcyclus. uitkomstmaten en procesindicatoren: De primaire uitkomstmaat is de incidentie van eSET. Secundaire uitkomstmaten: 1) kennis bij patiënten 2) onzekerheid omtrent de medische keuze 3) patiëntentevredenheid en 4) de uitkomst van de IVF/ICSI behandeling. Gegevens worden verzameld via patiëntenvragenlijsten en een medisch dossieronderzoek. power-/data-analyse: Om een verschil aan te kunnen tonen tussen de samengestelde patiëntgerichte strategie (60%) en de huidige zorg (30%) moeten bij een alpha van 0,05, tweezijdige toetsing en een power van 0,80, 84 paren beschikbaar zijn voor evaluatie. Data-analyses zullen zowel univariaat als multivariaat worden verricht en op basis van 'intention-to-treat'. economische evaluatie: Vanuit een medisch perspectief zullen de kosten van de huidige zorg worden vergeleken met de kosten van dezelfde zorg maar dan met uitbreiding van de samengestelde patiëntgerichte implementatiestrategie. De zorgverlening zal in volumina worden beschreven en financieel gewaardeerd conform de nationale richtlijnen (Oostenbrink et al. 2004) en 'activity based costing'. Deze kosten zullen worden afgezet tegen de effectiviteit van beide strategieën. tijdsplanning: The studieperiode is 36 maanden: voorbereidingsfase (maand 1-6), voormeting (maand 7-12), gerandomiseerde gecontroleerde studie (13-30) en rapportage (maand 31-36).

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
94516105
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2005
2009
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J.A.M. Kremer
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc