Micrometastases and Isolated tumour cells: Relevant and Robust Or Rubbish? The MIRROR study in breast cancer
Projectomschrijving
Kleine uitzaaiingen van borsttumoren komen tegenwoordig vaker aan het licht sinds het onderzoek aan de lymfeklier nabij de tumoren (schildwachtklierprocedure) een standaard onderdeel van de behandeling bij borstkanker vormt. Nu er meer kleine uitzaaiingen worden ontdekt bieden sommige ziekenhuizen aanvullende chemotherapie en/of hormoontherapie aan. De zogeheten MIRROR studie heeft van deze aanvullende therapie de ziektevrije overleving en de kosten vijf jaar na de diagnose vergeleken. Het blijkt dat de aanwezigheid van kleine uitzaaiingen in de regionale lymfeklieren de ziektevrije overleving ongunstig beïnvloedt. Het geven van een aanvullende therapie vergroot de kans op vijf jaar ziektevrije overleving met ongeveer 10 procent. Het geven van aanvullende therapie blijkt dus kosteneffectief. Om bij één patiënt met kleine uitzaaiingen terugkeer van de ziekte binnen vijf jaar te voorkomen moet in de totale groep patiënten met kleine uitzaaiingen € 30.400, extra worden geïnvesteerd in aanvullende therapie.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Research question: Before the introduction of the sentinel node (SN) biopsy in breast cancer (before 1995), axillary micrometastases and isolated tumour cells remained largely undetected and patients with otherwise favourable characteristics went on for regular follow-up after local treatment. However, due to the scrupulous examination of the SN by serial sectioning and immunohistochemistry, with detection of more and smaller metastases, the strategy became less straightforward. In some hospitals these patients are treated with adjuvant systemic therapy, while in other hospitals they are not. Impact of adjuvant therapy on disease-free survival is, however, uncertain and may not be cost-effective. In the Netherlands this concerns 1,000 patients per year with estimated cost of 3,000,000 Euro per year. Design: cohort study. Population: Patients with breast cancer with favourable characteristics who underwent a SN biopsy. Intervention: Cohort 1: 1,000 patients with no nodal metastases; Cohort 2: 1,000 patients with small nodal metastases but NO adjuvant therapy; Cohort 3: 1,000 patients with small nodal metastases WITH adjuvant therapy. Outcome measures: 5-years disease-free survival (prognostic impact of small metastases and impact of adjuvant therapy). Cost of pathology protocol and adjuvant therapy. Power/data analysis: To detect a 5-years recurrence difference of 6-13% due to adjuvant therapy for a range of 5-years recurrence rates of 25-34%, 1,000 patients per cohort are needed. Economic evaluation: cost-effectiveness of the intensive pathology/adjuvant therapy program with as major endpoint incremental costs per disease-free life year gained. Time schedule: In 2006/2007, patient inclusion (operated in 2002 or earlier) by screening of the cancer registry databases and of original pathology reports. After central pathology review, clinical data are collected from patient files. In 2008, the 5-year survival data are prospectively completed. The data will be analysed, published and presented. Vraagstelling: Vóór de introductie van de schildwachtklier (SWK) biopsie in borstkanker (voor 1995), werden micrometastasen en geïsoleerde tumorcellen in de okselklieren zelden ontdekt en werden patiënten met gunstige overige kenmerken regulier vervolgd na lokale therapie. Echter, door de nauwgezette analyse van de SWK met sprongserie coupes en immunohistochemie werden meer en kleinere metastasen ontdekt en werd de strategie minder rechttoe rechtaan. In sommige ziekenhuizen wordt aan deze patiënten adjuvante systeemtherapie aangeboden, in andere ziekenhuizen niet. De invloed hiervan op ziektevrije overleving is, echter, onzeker en mogelijk niet kosteneffectief. In Nederland betreft dit bijna 1000 patiënten per jaar met geschatte kosten van 3.000.000 Euro per jaar. Opzet: cohort studie. Populatie: patiënten met borstkanker met gunstige kenmerken die een SWK biopsie ondergingen. Interventie: Cohort 1: 1000 patiënten zonder lymfkliermetastasen; Cohort 2: 1000 patiënten met kleine kliermetastasen en geen adjuvante therapie; Cohort 3: 1000 patiënten met kleine kliermetastasen mèt adjuvante therapie. Eindpunten: 5-jaars ziektevrije overleving (prognostische relevantie van kleine metastasen en invloed van adjuvante systeemtherapie). Kosten van het pathologie protocol en de adjuvante therapie. Power/data-analyse: Om een verschil in 5-jaars recidiefkans van 6-13% door adjuvante therapie te ontdekken voor een range van 5-jaars recidiefkansen van 25-34%, zijn 1000 patiënten per cohort nodig. Economische evaluatie: de kosteneffectiviteit van het intensieve pathologie / adjuvante therapie programma met als primair eindpunt de effectiviteitsratio incrementele kosten per gewonnen ziektevrij levensjaar. Tijdspad: In 2006/2007, patiënteninclusie (SWK biopsie in 2002 of eerder) door screening van de kankerregistratie databases en vervolgens doornemen van de originele pathologie verslagen. Na centrale pathologie revisie worden de klinische data verzameld uit de patiëntendossiers. In 2008 zijn de 5-jaars overlevingsgegevens prospectief gecompleteerd. De gegevens worden geanalyseerd, gepubliceerd en gepresenteerd.