Computer-assisted Minimally Invasive Total Hip Surgery (MIS): a randomised controlled trial into the effectiveness compared to traditional Total Hip Arthroplasty (THA).
Projectomschrijving
Producten
Auteur: I.H.F. Reininga, W. Zijlstra, R. Wagenmakers, A.L. Boerboom, J.W. Groothoff, S.K. Bulstra, M. Stevens
Magazine: Gait and Posture
Auteur: I.H.F. Reininga, R. Wagenmakers, I. van den Akker-Scheek, A.D. Stant, J.W. Groothoff, S.K. Bulstra, W. Zijlstra, M. Stevens.
Magazine: BMC Musculoskeletal Disorders
Auteur: Inge HF Reininga, Martin Stevens, Robert Wagenmakers, Sjoerd K Bulstra, Johan W Groothoff and Wiebren Zijlstra
Auteur: I.H.F. Reininga, W. Zijlstra, R. Wagenmakers, A.L. Boerboom, B.P. Huijbers, J.W. Groothoff, S.K. Bulstra, M. Stevens
Magazine: BMC Musculoskeletal Disorders
Auteur: I.H.F. Reininga, M. Stevens, S.K. Bulstra, R. Wagenmakers, J.W. Groothoff, W. Zijlstra Editors: J.B.J. Bussmann, H.L.D. Horemans, H.L.P. Hurkmans
Verslagen
Eindverslag
Artrose (slijtage) is een van de meest voorkomende chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat. In de orthopedie is een totale heupartroplastiek, waarbij het versleten heupgewricht vervangen wordt door een prothese, een van de meest uitgevoerde operaties. Het minimaal invasief (MIS) plaatsen van een heupprothese, waarbij een kleinere huidincisie gemaakt wordt met als gevolg minder schade aan de onderliggende weefsels, is een ontwikkeling van de laatste jaren. Het gebruik van computernavigatie (CAS) is daarbij een hulpmiddel voor de operateur om ondanks de kleinere incisie de heupprothese goed te plaatsen. Echter de vraag is of het minimaal invasief plaatsen van een heupprothese met behulp van computernavigatie (MISCAS methode) voordelen biedt ten opzichte van de conventionele operatietechniek.
In deze studie wordt onderzocht of de MISCAS methode leidt tot een sneller herstel van de patiënt in de vroeg postoperatieve fase (tot 3 maanden na operatie) en tot een even goed of beter herstel 6 maanden postoperatief in vergelijking met de conventionele operatietechniek. Tevens wordt gekeken of de MISCAS methode een verkorting van de ziekenhuisopname en een vermindering van operatieve complicaties tot gevolg heeft en of er indicaties zijn dat deze methode zorgt voor een kostenreductie.
Door loting is bepaald met welke operatietechniek de patiënt geopereerd werd. De behandeling van de patiënten in het ziekenhuis, zoals fysiotherapie, medicatie en criteria voor ontslag uit het ziekenhuis, was gelijk binnen beide patiëntengroepen. Op de opnamedag en op de controlemomenten 6 weken, 3 en 6 maanden na de operatie is er bij de patiënten een gangbeeldanalyse uitgevoerd waarmee het looppatroon van de patiënt in kaart wordt gebracht. Daarvoor is een gangbeeldanalyse methode ontwikkeld waarmee het looppatroon, in het bijzonder het mank lopen, buiten een laboratorium omgeving objectief in kaart kan worden gebracht. Tevens vulden zij op die momenten een vragenlijst in waarmee het ervaren lichamelijk functioneren en kwaliteit van leven van de patiënt wordt gemeten.
Ondanks dat de MISCAS operatiemethode langer duurde en tot meer bloedverlies tijdens de operatie leidde, resulteerde het in minder complicaties en een kortere ligduur in het ziekenhuis. Dit wijst op een potentiële doelmatigheidswinst van de MISCAS operatiemethode. Ook is gebleken dat de heupprothese met de MISCAS methode net zo precies geplaatst wordt als met de conventionele operatietechniek. Uit zowel de gangbeeldanalyses als de vragenlijsten is gebleken dat alle patiënten een beter lichamelijk functioneren lieten zien en een hoger kwaliteit van leven ervoeren, maar dat er geen verschillen waren tussen de patiënten die via de MISCAS of de conventionele operatietechniek geopereerd zijn. De ontwikkelde gangbeeldanalyse methode biedt veel potentie om in klinische settings, zoals ziekenhuizen, op een laagdrempelige wijze gangbeeldanalyses uit te voeren.
Artrose (slijtage) is een van de meest voorkomende chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat. In de orthopedie is een totale heupartroplastiek, waarbij het versleten heupgewricht vervangen wordt door een prothese, een van de meest uitgevoerde operaties. Het minimaal invasief (MIS) plaatsen van een prothese, waarbij een kleinere huidincisie gemaakt wordt met als gevolg minder schade aan de onderliggende weefsels, is een ontwikkeling van de laatste jaren. Het gebruik van computernavigatie (CAS) is daarbij een hulpmiddel voor de operateur om ondanks de kleinere incisie de heupprothese goed te plaatsen. Echter de vraag is of het minimaal invasief plaatsen van een heupprothese met behulp van computernavigatie (MIS/CAS methode) voordelen biedt ten opzichte van de conventionele operatietechniek.
In deze studie wordt onderzocht of de MIS/CAS methode leidt tot een sneller herstel van de patiënt in de vroeg postoperatieve fase (tot 3 maanden na operatie) en tot een even goed of beter herstel 6 maanden postoperatief in vergelijking met de conventionele operatietechniek. Tevens wordt gekeken of de MIS/CAS methode een verkorting van de ziekenhuisopname en een vermindering van complicaties tijdens de operatie tot gevolg heeft en of er indicaties zijn dat deze methode zorgt voor een kostenreductie.
Vanaf 1 april 2007 is gestart met de inclusie van patiënten. Door loting wordt bepaald met welke operatietechniek de patiënt geopereerd wordt. Op de opnamedag en op de controlemomenten 6 weken, 3 en 6 maanden na de operatie wordt er bij de patiënten een gangbeeldanalyse uitgevoerd waarmee het looppatroon van de patiënt in kaart wordt gebracht. Tevens vullen zij op die momenten een vragenlijst in waarmee het ervaren herstel en kwaliteit van leven van de patiënt wordt gemeten. In die vragenlijst wordt ook gevraagd naar de kosten die de patiënt gemaakt heeft in het kader van de totale heupartroplastiek.