Mobiele menu

Treatment of non-tuberculous cervicofacial mycobacterial infections

Projectomschrijving

Cervicofaciale lymfadenitis is een ontsteking van de lymfklieren in de hals. Dit komt jaarlijks voor bij 100 tot 500 jonge kinderen en wordt veroorzaakt door verschillende type mycobacteriën (een groep bacteriën waartoe ook de verwekker van tuberculose behoort). De standaard behandeling bij deze aandoening is de geïnfecteerde klier via een operatie te verwijderen. In Amsterdam is onderzocht of een behandeling met 2 antibiotica een goed alternatief is. Hiertoe werd bij 50 patientjes een operatie uitgevoerd en werden 50 vergelijkbare patiëntjes behandeld met antibiotica. De operatie bleek effectiever; in deze groep genas 96% van de kinderen tegenover 66% in de antibioticagroep. De operatie moet daarom de behandeling van eerste keuze zijn. Alleen als een operatie bij het kind niet mogelijk of wenselijk is, zou de behandeling met antibiotica moeten worden ingezet.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Objective: Vergelijking van het effect van de chirurgische therapie met de medicamenteuze behandeling bij patienten met cervicofaciale lymfadenitis veroorzaakt door niet-tuberculeuze mycobacteriën. Research question: Leidt conservatieve medicamenteuze behandeling van cervicofaciale lymfadenitis veroorzaakt door niet-tuberculeuze mycobacteriën tot een behandelsucces equivalent aan chirurgische behandeling? Zo ja, is conservatieve medicamenteuze behandeling in dat geval goedkoper dan chirurgische behandeling? Study design: Gerandomiseerde prospectieve multicentrische studie met parallele groepen Study population / data sources: Patiënten met een cervicofaciale lymfadenitis door niet-tuberculeuze mycobacteriën zullen worden geïncludeerd. Patiënten met een klinische verdenking voor niet-tuberculeuze lymfadenitis worden volgens een diagnostisch protocol onderzocht. Een echografisch meting van de lymfeklier wordt gevolgd door een dunne naald biopt voor histologisch onderzoek en microbiologisch onderzoek (kleuring op zuurvaste staven, PCR op Bartonella henselae en species-specifieke PCR voor mycobacteriën). Tevens worden differentiële huidtesten gezet voor M. tuberculosis, M.avium-intracelluare complex, M. kansasii en M. scrofulaceum. De diagnostiek wordt afgerond met een X-thorax, een algemeen bloedbeeld en er wordt serologisch onderzoek verricht naar de aanwezigheid van kattenkrabziekte, toxoplasmose en een infectie met cytomegalovirus en Epstein-Barr-virus. Voor patiënten met een positieve huidtest, maar een negatieve PCR, een negatieve Ziehl-Neelsen preparaat en negatieve kweek zal immunologisch onderzoek verricht worden naar de antistof response op één van de mycobacteriële antigenen om een indruk te krijgen over het bestaan van een mycobacteriële infectie.Inclusie in de trial geschiedt als er bij cervico-faciale lymfadenitis een positieve huidtest is voor niet-tuberculeuze mycobacteriën of/en een positieve PCR voor het genus mycobacterium met een negatieve PCR voor Mycobacterium tuberculosis. Patiënten worden gerandomiseerd en medicamenteus of chirurgisch behandeld. De exclusiecriteria zijn: 1. Immuungecompromitteerde patiënten 2. Gebruik van geneesmiddelen met immunosuppressieve werking 3. Patiënten ouder dan 15 jaar 4. Gedissemineerde mycobacteriële infectie 5. Weigering tot deelname aan het onderzoek van de patiënt of wettelijke vertegenwoordigers Intervention / study selection: Na inclusie in de trial wordt na randomisatie medicamenteus of chirurgisch behandeld. Outcome measurements: Behandelsucces (primair eindpunt) is aanwezig als er 6 maanden na het starten van de medicamenteuze of chirurgische therapie sprake is van genezing. Genezing wordt gedefinieerd als een volledig gesloten wond, of als regressie van de echografische grootte van de aangedane lymfeklier met 75%. Een slecht resultaat (failure) is gedefinieerd als een open wond of een persisterende lymfeklierzwelling groter dan 25% van de aanvankelijke echografische diameter. Een doorgebroken lymfeklier met een fistel of sinusgang is een open wond. Vanwege de mogelijke risico's van de chirurgische therapie wordt een absoluut verschil in effectiviteit van de medicamenteuze therapie van ten hoogste 15% als klinisch equivalent gedefinieerd. Secundaire analyses zijn gericht op adverse effects zoals de bijwerkingen van medicatie en complicaties van chirurgie. De follow-up vindt plaats op 1, 3 en 6 maanden. Er zal in geval van een open wond materiaal worden afgenomen voor PCR, kweek en ZN kleuring. Tevens zullen de bijwerkingen van geneesmiddelen worden gescoord. Als complicaties van chirurgie worden functiestoornissen van de nervus facialis (parese, paralyse) en cosmetisch onacceptabele littekens beschouwd. Bij de follow-up worden foto's gemaakt, die door twee voor de behandeling geblindeerde assessors onafhankelijk van elkaar worden beoordeeld (interbeoordelaars betrouwbaarheid). De assessors zijn niet bij de behandeling van de patiënten betrokken. Tevens zullen de patiënten niet herkenbaar zijn op de foto's, door slechts een opname van het aangedane gebied te maken. De grootte van aangedane lymfeklieren zal echografisch worden vastgelegd. Power / data analysis: De hoofdanalyse bestaat uit een intention to treat vergelijking van beide behandelarmen met betrekking tot de primaire uitkomst.Uit de klinische praktijk en de literatuur is bekend dat de standaard chirurgische behandeling van cervicofaciale lymfadenitis in 90% van de gevallen succesvol is, d.w.z. een gesloten wond of regressie van de lymfadenitis. De hypothese in dit onderzoek is dat beide behandelingen equivalent zijn. Wanneer de steekproefgrootte in totaal 100 patiënten is (50 in elke behandelarm) met een normale benadering van het verschil in proporties met overschrijdingskans p=0.05, dan is er 80% power om de null hypothese van niet-equivalentie van beide behandelingen (succespercentageverschil >15%) te verwerpen, ten gunste van de alternatieve hypothese dat het percentage successen in de twee groepen gelijk is. Hierbij wordt aangenomen dat het verwachte succespercentageverschil tussen de behandelingen 0 is (equivalentie; zowel medicamenteuze als chirurgische behandeling is in 90% van de gevallen succesvol).Duur van het onderzoek en aantal patiënten:Er worden 100 patiënten in het onderzoek geincludeerd. Verwacht wordt dat er over alle deelnemende centra per jaar tussen de 40 en 50 patiëntjes kunnen worden geincludeerd. Op basis van deze gegevens zal de maximale te verwachten studieduur ongeveer 3 jaar zijn. Economic evaluation: Uitgaande van een aantoonbare equivalentie van beide behandelarmen, zal de economische evaluatie worden uitgevoerd als een kosten-minimisatie analyse. Hierbij zullen de kosten van poliklinische medicamenteuze behandeling (een combinatie van clarithromycine en rifabutine) worden vergeleken met de kosten van de standaard chirurgische behandeling (ingreep zelf, opnamedagen) inclusief de kosten van eventuele bijwerkingen van beide behandelingen. Tevens zullen de kostenbesparingen als gevolg van een uit het klinisch onderzoek resulterende optimalisering van de bestaande diagnostische strategie voor lymfadenitis worden gemodelleerd. Time schedule: De duur van het onderzoek bedraagt totaal 3 jaar. De laatste 6 maanden van het onderzoek zullen worden gebruikt voor analyse en voorbereiden van de publicaties

Kenmerken

Projectnummer:
94502019
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2001
2005
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
J.A.H. Lindeboom
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC