The use of autologous cord blood for anemia of prematurity
Projectomschrijving
Veel baby’s die geboren worden na een zwangerschap van minder dan 32 weken ontwikkelen in de eerste weken na hun geboorte een tekort aan rode bloedcellen. Een transfusie met rode bloedcellen uit donorbloed is dan noodzakelijk. Om het gebruik van donorbloed (risico op ziektes en/of afweerreacties) te beperken is in Leiden onderzocht of bloed dat bij de geboorte van het kind wordt opgevangen uit de navelstreng (een deel van) het benodigde donorbloed kan vervangen. Daarnaast is onderzocht of deze werkwijze kosteneffectief is. Technische gezien blijkt het mogelijk rode bloedcellen uit navelstrengbloed te isoleren en te bewaren. In ruim de helft van de gevallen, met name bij baby’s die vanwege een zeer korte zwangerschapsduur het meest behoefte hebben aan een transfusie, is de opbrengst echter (te) laag. Uiteindelijk kon bij slechts een kwart van de baby’s meer dan de helft op het gebruik van donorbloed worden bespaard. Het gebruik van navelstrengbloed voor transfusie is daardoor vooralsnog niet kosteneffectief.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Problem: Circumvention of transfusions is becoming a pivotal medical aim. Reasons are presumed and demonstrated unwanted side effects of transfusions and expected shortage of donor blood in the near future. Neonates with a gestational age < 32 weeks have a high probability (~60%) to be transfused. It is possible that these transfusions aggravate neonatal complications. Because organ damage in premature infants can have life-long drawbacks,it is important to explore whether autologous cord blood (CB) extracted from the placenta can reduce donor transfusions and ameliorate negative transfusion effects. The placenta contains red cells, which can be harvested, stored and transfused without side effects(1). Objective: to investigate whether autologous CB red cells can substitute for donor transfusions in preterm born children and if this improves health. Study design: a single center double-blinded randomised study, stratified for degree of prematurity and a feasibility study in the UMCU (prof.dr. F. van Bel). Study population: premature neonates born after >24-<36 weeks. Excluded are alloimmune/blood diseases and intrauterine infections. Intervention: After delivery, CB is collected and the neonate is randomly assigned to allogeneic or autologous transfusion in case transfusion is indicated. Outcome measures:The primary outcome measure is a meaningful (> 50% reduction) in allogeneic red cell transfusions in the group assigned to receive autologous CB. Secundary parameters are neonatal complication rates (infections, duration of respiratory assistence, intracranial bleeding > grade 2, length of NICU-stay, health care consumption during 6 mths, costs compared to standard treatment and implementability of the intervention). Long term follow up on psycho-neurological development up to 5 yrs of age will be performed. Power: Intention to treat analysis will be performed. To demonstrate a 50% reduction in allogeneic transfusions with a power of 90%, two groups of 85 evaluable transfused patients are needed. Estimating a 59% transfusion rate this implies 290 evaluable patients. Considering the mortality rate (10-15%) 325 neonates must be included. Economic evaluation: is restricted to direct medical cost in hospital up to 6 months of age, in which costs of the new intervention are included. Schedule: The total study time is 3 yrs. Estimating ca 140 patients yearly fullfilling the inclusion criteria, accrual needs 2,5 years. Analysis and reporting can be accomplished 6 months after inclusion of the last patient. Probleem: Het vermijden van bloedtransfusies door gebruik van medicamenten of autoloog(wond)bloed is een actuele medische ontwikkeling,ingegeven door al of niet gegronde zorg over bijwerkingen en verwacht tekort aan donorbloed in de nabije toekomst. Ca 60% van de pasgeborenen na een zwangerschapsduur <32 wk ontvangen transfusies. Allogeen bloed kan een negatief effect hebben op (het beloop van) neonatale ziekten. Ziekten bij prematuren kunnen levenslange gevolgen hebben. De placenta bevat rode bloedcellen, geschikt voor transfusie(1). Het is van belang te onderzoeken of eigen navelstrengbloed, transfusies van donor bloed kan vervangen en of dit een gunstig effect heeft op ernstige ziekten na de geboorte. Doel van de studie: onderzoeken of transfusies met eigen navelstrengbloed donor transfusies grotendeels kunnen vervangen en of dit gepaard gaat met minder complicaties. Studie opzet: in 1 centrum (LUMC) uitgevoerd dubbelblind gerandomiseerd onderzoek. Tegelijkertijd wordt een implementatiestudie uitgevoerd in het UMCU (prof.dr.F. van Bel). Patienten zijn prematuren met een zwangerschapsduur van >24-<36 wk. Patienten met alloimmune/bloedziekten en intrauteriene infecties zijn uitgesloten. Interventie: Na de geboorte wordt navelstrengbloed afgenomen en de patienten gerandomiseerd voor autoloog of allogeen bloed, ingeval transfusie noodzakelijk is. Uitkomstmaat:De primaire uitkomstmaat is een relevante reductie van 50% of meer van gebruikt donorbloed in de groep gerandomiseerd voor autoloog navelstrengbloed. Secondaire eindpunten zijn neonatale complicaties en opnameduur, opnames in de eerste 6 levensmnden, kosten vergeleken met standaard behandeling. Power: Om een 50% reductie van donor bloedtransfusie betrouwbaar aan te tonen zijn 2 groepen van 85 evalueerbare getransfundeerde patienten nodig. Hiertoe dienen tenminste 325 patienten geincludeerd. Econ. evaluatie: voor beide groepen worden de in-hospitaal kosten berekend, gebaseerd op opnameduur en kosten van de interventie. Tijdpad: De patienteninclusie is circa 30 mnd. Rapportage kan 6 mnd na inclusie laatste patient worden afgerond.