Long term costs and effects of reducing the number of twin pregnancies in IVF by single embryo transfer: a modelling study
Projectomschrijving
Producten
Auteur: Mirjam MJ van Heesch Gouke J Bonsel John CM Dumoulin Johannes LH Evers Mark AHBM van der Hoeven Johan L Severens Ramon HM Dykgraaf Fulco van der Veen Nino Tonch Willianne LDM Nelen Piet van Zonneveld Johannes B van Goudoever Pieter Tamminga Katerina Steiner Corine Koopman-Esseboom Catharina EM van Beijsterveldt Dorret I Boomsma Diana Snellen Carmen D Dirksen
Magazine: Biomed Central
Auteur: van Heesch MM, Bonsel GJ, Dumoulin JC, Evers JL, van der Hoeven MA, Severens JL, Dykgraaf RH, van der Veen F, Tonch N, Nelen WL, van Zonneveld P, van Goudoever JB, Tamminga P, Steiner K, Koopman-Esseboom C, van Beijsterveldt CE, Boomsma DI, Snellen D, Dirksen CD.
Verslagen
Eindverslag
Ongeveer 2,3% van alle Nederlandse kinderen is geboren na een IVF behandeling. Een veelvoorkomende complicatie van IVF is een tweelingzwangerschap, welke wordt geassocieerd met complicaties bij moeder en kind. Vanwege de hoge frequentie van complicaties, heeft een tweelingzwangerschap gemiddeld meer gezondheidszorg nodig dan een eenlingzwangerschap, hetgeen leidt tot hogere (gezondheidszorg) kosten. De voornaamste reden voor het verhoogde risico op een tweelingzwangerschap na IVF, is het beleid om twee embryo’s terug te plaatsen in de baarmoeder (double embryo transfer; DET). Onderzoek heeft aangetoond dat het terugplaatsen van één enkel embryo (single embryo transfer; SET) in een geselecteerde groep patiënten (vrouwen jonger dan 38 jaar met ten minste één embryo van goede kwaliteit) leidt tot een reductie van het aantal tweelingzwangerschappen en een vergelijkbare kans op een succesvolle zwangerschap (gedefinieerd als een zwangerschap die resulteert in ten minste één levend geboren kind). In een ongeselecteerde patiëntengroep is de succesvolle zwangerschapskans na één cyclus SET daarentegen lager dan na één cyclus DET. De maatschappelijke kosten van één cyclus SET zijn ook lager vergeleken met DET. Echter, de waarde van de tot nu toe gepubliceerde (kosten)effectiviteitstudies is beperkt vanwege de gehanteerde korte termijn horizon (tot maximaal 6 maanden na de geboorte) en de gehanteerde uitkomstmaat (succesvolle zwangerschap).
Het doel van de TwinSing studie is om de (maatschappelijke) kosten en uitkomsten van IVF eenlingen en IVF tweelingen in kaart te brengen op de korte (1 jaar) en op de lange termijn (5 en 18-jaar), voor gebruik in economische evaluaties naar SET versus DET strategieën. De TwinSing studie betreft een gecombineerde retrospectieve cohort - en modelleringstudie. De studiepopulatie bestaat uit eenlingen en tweelingen die in de periode 2003-2005 zijn geboren na IVF, en waarvan de ouders een IVF behandeling hebben gehad in één van de vijf deelnemende IVF centra in Nederland (volledige steekproef; n=5829). Gebaseerd op informatie van de Perinatale Registratie Nederland (PRN) en een aantal risicostratificatie criteria (zie appendix) zullen kinderen worden geselecteerd voor empirische data collectie ten aanzien van het eerste levensjaar (basissteekproef; n=1278). Gebaseerd op de resultaten tot en met het eerste levensjaar, zal de basissteekproef verder gereduceerd worden voor gedetailleerde data collectie van de maatschappelijke kosten en uitkomsten tot en met vijf jarige leeftijd (gereduceerde steekproef). Alle kinderen met gezondheidsproblemen gedurende het eerste levensjaar en een steekproef van gezonde kinderen zullen deel uitmaken van de gereduceerde steekproef (n=488). De relevante uitkomstmaten zijn gezondheid, gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, voor kwaliteit van leven gecorrigeerde levensjaren (Quality Adjusted Life years; QALYs) en maatschappelijke kosten. Deze uitkomsten zullen verzameld worden door middel van een oudervragenlijst en bestaande registratie systemen, zoals de ziekenhuisinformatie systemen, de landelijke medische registratie (LMR; optioneel), de Perinatale Registratie Nederland (PRN) en het Nederlands Tweeling Register (NTR). Op basis van empirische dataverzameling tot en met vijfjarige leeftijd, aangevuld met andere databronnen zal tevens een prognostisch model worden ontwikkeld dat de lange termijn (t/m 18-jarige leeftijd) kosten en uitkomsten van IVF eenling en tweeling kinderen weergeeft. Dit lange termijn model zal worden gekoppeld aan een bestaand korte termijn Markov kosteneffectiviteit model, waarmee het mogelijk wordt om de lange termijn kosteneffectiviteit van SET strategieën versus DET strategieën te kunnen berekenen.